Jaarboek Monumentenzorg 1996. Monumenten en bouwhistorie
(1996)– [tijdschrift] Jaarboek Monumentenzorg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |
Tom Bauer
| |
Kasteel SchaloenBij graaf werkzaamheden in het najaar van 1986 werd in de dam die de verbinding vormde tussen de voorburcht en de hoofdburcht een drietal mergelblokken aangetroffen, waarin lijnen waren gekrast die ongetwijfeld een gebouw weergeven, waarschijnlijk een kasteel (afb. 1). De dam bleek te zijn aangelegd over de restanten van een vermoedelijk 17de-eeuwse brug, bestaande uit twee boogvelden van mergelsteen en een ophaalbaar gedeelte aan de zijde van de hoofdburcht (afb. 2-1). In het begin van de 19de eeuw, toen de tussengracht grotendeels werd gedempt, werd het open gedeelte van de brug aan de noord- en de zuidzijde afgesloten door enigszins schuin toelopende muren van hergebruikte mergel. Tijdens het opnieuw uitgraven van de gracht werden in de te slopen noordelijke sluitmuur de ingekraste mergelblokken aangetroffen. Eén der blokken droeg een inscriptie met de naam BORGºHAEREN; verondersteld werd dan ook dat hier het ten noorden van Maastricht gelegen kasteel Borgharen was afgebeeld. Nader onderzoek zou moeten uitwijzen of dit inderdaad het geval kon zijn. De tekening is overigens niet compleet, het merendeel van de daken ontbreekt. Het geheel zal over tenminste vier of - meer waarschijnlijk - zes blokken verdeeld zijn geweest, waarvan een aantal is verdwenen. De plaatsing van het mergelblok met de knobbelspits boven de rechter toren in de reconstructiefoto uit 1987 (afb. 3) blijkt bij nadere beschouwing niet juist; links van de spits zou in dat geval een gedeelte van het dak zichtbaar moeten zijn. De mergelblokken waren mogelijk afkomstig van een kort vóór de demping afgebroken bouwsel dat had gestaan op het zuidoostelijk deel van het voorplein van het kasteel (afb. 2-2). De fundamenten van dit bouwdeel kwamen aan het licht gedurende het bouwhistorisch en archeologisch onderzoek dat plaatsvond in de jaren 1979-1981, voorafgaand aan en tijdens de restauratie van het complex.Ga naar eind1. Hoewel dit niet met zekerheid kon worden aangetoond, is het wel aannemelijk dat het bijgebouw werd opgetrokken ten tijde van de grootscheepse herbouw van kasteel Schaloen die in 1656 werd voltooid.Ga naar eind2.
De sloop zal hebben plaatsgevonden na 1807, doch vóór 1830. Het bouwdeel is namelijk nog wel aangegeven op de kaart van Tranchot, echter niet meer op de kadastrale minuut uit 1830.Ga naar eind3. Indien de tekening inderdaad in een der muren van dit gebouw was aangebracht, moet dit hebben plaatsgevonden in de tweede helft van de 17de of gedurende de 18de eeuw. Het lettertype van de inscriptie is hiermee niet in tegenspraak, maar biedt helaas ook geen uitzicht op een nauwkeuriger datering.Ga naar eind4. | |
De afbeelding nader beschouwdWanneer de tekening nauwkeuriger bestudeerd wordt, blijkt dat de twee onderste blokken op een juiste wijze aan elkaar passen. Er ontstaat dan een afbeelding van een gebouw met twee tamelijk slanke torens op de hoeken, een waarschijnlijk (iets) uitspringend bouwdeel in het midden en twee vleugels daartussen die van elkaar verschillen in verdiepingsen | |
[pagina 59]
| |
1 De mergelblokken met de tekening van ‘Borgharen’, hier nog in situ (foto's auteur).
goothoogte (afb. 4). Van de linkervleugel is een deel van het dak aangegeven. De plaatsing van de kruisvensters is tamelijk onregelmatig, een ingang schijnt er niet te zijn. De knobbelspits zou eventueel boven de linker toren geplaatst kunnen worden, hoewel ook dan duidelijker sporen van een dak aanwezig moeten zijn; de vage krasjes rechts van de spits zijn niet erg overtuigend. Meer waarschijnlijk is echter - rekening houdend met een rij mergelblokken ertussen waarop de daken stonden - de plaatsing als bekroning op het middendeel, dat dan ook de vorm van een toren had. Een vergelijking met de afbeeldingen van kasteel Borgharen uit ongeveer 1740 van J. de Beijer (afb. 5) zou wat betreft de bekroning van de middentoren nog wel enigermate stand kunnen houden. De centrale toren in Borgharen springt echter niet uit, integendeel, de gebogen ringmuur loopt er voor langs. Problematischer is dat deze ronde vorm in de gekraste tekening op geen enkele manier te herkennen valt en dat evenmin de zeer opvallende frontons boven de vensters zijn aangegeven. Zelfs als rekening | |
[pagina 60]
| |
2. Schaloen, plattegrond van het kasteelcomplex; 1: Vindplaats van de blokken; 2: Het vermoedelijk 17de-eeuwse bijgebouw waarvan de blokken afkomstig zouden kunnen zijn; 3: Hoofdburcht van Schaloen, een woontoren met steunberen op de hoeken uit het midden van de 14de eeuw (zwart); in de 15de eeuw naar het westen uitgebreid (gerasterd); algeheel herstel in 1656; 4: Poortgebouw; 5: Voorburcht (in hoofdzaak 18de-eeuws); 6: grachten (tekening auteur).
gehouden wordt met het gegeven dat de ‘krastekening’ niet ter plaatse kan zijn gemaakt, zou de tekenaar zich deze overduidelijke vormen toch moeten herinneren. Als enige mogelijkheid blijft over een datering na 1760-80, toen de vensterbekroningen weer werden verwijderd. Doch in 1790 zijn de huidige ‘Luikse’ vensters aan de achterzijde al tot stand gekomen.Ga naar eind5. De beide hoektorens van Borgharen hebben voor zover bekend nimmer de afgebeelde knobbelspitsen gehad. Dit type torenbekroning komt overigens veelvuldig voor vanaf circa 1630-40 in Zuid-Limburg, ondermeer bij de kastelen Schaesbergen, Neubourg, Hoensbroek en Eisden. Tenslotte is het zinvol te onderzoeken of misschien de voorzijde (oostzijde) van Borgharen kan zijn afgebeeld. Volgens de plattegrond (afb. 6) zou het eventueel wel mogelijk zijn: twee hoektorens, een middendeel - weliswaar niet uitspringend - en twee muurdelen ertussen. De verhoudingen kloppen echter in het geheel niet en in de hoektorens van Borgharen bevinden zich aan deze zijde stookplaatsen in het midden van de gevel en geen vensters! Bovendien ontbreekt op de tekening de toegangspoort of ingangspartij die er zeker zal zijn geweest. De conclusie moet dus luiden dat ondanks het bijschrift BORG∘HAEREN hier een ander kasteel zal zijn afgebeeld, tenzij de tekenaar behept was met een ongebreidelde fantasie ofwel een slecht geheugen had. | |
Welk kasteel betrof het dan wel?De familieverhoudingen op Schaloen in ogenschouw genomen, zou men in eerste instantie kunnen denken aan het Hoenshuis in Voerendaal, hoofdzetel van het geslacht Hoen van Cartiels tot aan de herbouw van Schaloen in 1656 toen de familie haar intrek nam in Schaloen. Het Hoenshuis is tegen het einde van de 18de eeuw afgebroken, afbeeldingen ervan zijn niet bekend.Ga naar eind6. De Dohm te Weiten, dat de familie Hoen van Cartiels sinds 1613 ook bezat, komt niet in aanmerking vanwege de bouwmassa. Het huidige landhuis vertoont in de hoofdvorm nog het uiterlijk van de 17de en 18de eeuw. Op grond van het bijschrift zou mogelijk ook het | |
[pagina 61]
| |
3 De drie mergelblokken met fragmenten van de tekening (foto auteur).
4 Reconstructietekening met de mogelijk oorspronkelijke positie van de blokken (tekening auteur).
kasteel Haeren, eveneens nabij Voerendaal, kunnen zijn getekend. De aanduiding ‘Borch’ is echter, voor zover bekend, daar nooit gebezigd. Het huidige kasteel, een groot vrijwel vierkant complex om een binnenplaats, is het resultaat van een herbouw na een brand in 1742. De voorzijde vertoont inderdaad twee hoektorens en een iets uitspringend middendeel, waarin zich de ingangspoort bevindt. Knobbelspitsen zijn er waarschijnlijk nooit geweest. Tenslotte zou nog een kasteel te Neerhaeren in Belgisch Limburg in aanmerking kunnen komen; van de verschijningsvorm gedurende de 18de eeuw is evenwel niets bekend. Omdat van veel kastelen in Zuid Limburg onbekend is hoe ze er in de 17de of 18de eeuw uitzagen, blijven er nog wel meer mogelijkheden open: bijvoorbeeld Hartelstein, in Itteren bij Maastricht. Problematisch daarbij is dat er van de meeste kastelen in deze regio geen topografische afbeeldingen bekend zijn.Ga naar eind7. | |
Ingekraste tekeningen, waaronder gebouwen, in Nederland en eldersOp de kasteelruïne van Valkenburg werd omstreeks 1929 tijdens de consolidatie-werkzaamheden onder leiding van architect W.S. Sprenger tussen het puin een mergelsteen aangetroffen, waarin een afbeelding van de noordzijde (stadszijde ) van het kasteel vóór de verwoesting in 1672 gekrast was (afb. 7).Ga naar eind8. De tekening vertoont grote overeenkomst met het bekende schilderij uit hotel l'Empereur in Valkenburg en het kan zeker niet worden uitgesloten dat de | |
[pagina 62]
| |
5 Het kasteel Borgharen; tekening van J. de Beijer, ca. 1740, Maastricht, Stadsarchief.
6 Plattegrond van de hoofd verdieping van kasteel Borgharen naar Marres en Van Agt.
afbeelding op het mergelblok daarvan een kopie is.Ga naar eind9. Daartegen pleit echter dat de toren op de noordoosthoek van de hoofdvleugel in dit geval is weergegeven als arkel- of hangtoren, in tegenstelling tot zowel het genoemde schilderij als de kaart van Jacob van Deventer (ca. 1550), die beiden daar een uitspringende hoektoren aanduiden. Onderzoek ter plaatse bracht geen funderingen van een dergelijke toren aan het licht, zodat de sgrafitto-tekening mogelijk toch de situatie correct weergaf.Ga naar eind10. De huidige verblijfplaats van de steen is helaas onbekend. Het voorkomen van sgrafitto-tekeningen in muurwerk is zeker geen opzienbarend verschijnsel. Uit verveling zal men, met name in een gevangenis of | |
[pagina 63]
| |
7 De noordzijde van het kasteel van Valkenburg voor de verwoesting, gekrast in een blok mergel.
bij een poort, al spoedig ertoe gekomen zijn bepaalde voorstellingen in de steen te krassen als tenminste de hardheid van het materiaal dit toeliet. Zo zijn in het muurwerk binnen in de ‘Witte toren’ van de kasteelruïne Stein (Limburg) ter weerszijden van de hooggelegen, oorspronkelijke ingang diverse voorstellingen gekrast. Naast enkele wapenschilden onder andere ook een ruiter te paard (afb 8). Opmerkelijk veel inscripties zijn aangetroffen op de wanden van de ‘folterkelder’ onder de Gedeputeerdenpoort van het stadhuis van Nijmegen, waaronder kerken en scheepjes.Ga naar eind11. In Frankrijk is in het kasteel van Châteaudun een groot aantal tekeningen op de wanden van de kerkers te vinden. In Gisors bevinden zich vele ingekraste voorstellingen in de muur van het ‘cachot’ in de ‘Tour du Prisonnier’, eveneens een gevangenis. Zeer fraaie afbeeldingen werden ingekrast in pleisterwerk van het muurwerk van de kasteelruïne Fracstein in het kanton Graubünden in Zwitserland.Ga naar eind12. In dit geval betrof het zeker geen gevangenis. Hier waren tenminste zes in die tijd bestaande burchten afgebeeld, hoewel helaas niet kon worden bepaald welke het betrof. Op deze tekeningen, die dateerden uit omstreeks 1300, waren naast kastelen, ook helmen en wapenschilden weergegeven (afb. 9). Deze schilden konden worden toegeschreven aan bekende Zwitserse geslachten. Ter verklaring van een zo groot aantal wapenschilden zou - naast tijdverdrijf - ook gedacht kunnen worden aan een functie als adellijk gastenboek voor bezoekers van de burcht. Enigermate vergelijkbare tekeningen werden ook in het kasteel Chillon en de Spiezer Schloßturm aangetroffen.Ga naar eind13. Bovengenoemd overzicht maakt uiteraard geen aanspraak op volledigheid. Bouwonderdelen die getekend waren op steen, hout of andere materialen
8 Ruiter te paard in de muur van de toren van de ruïne te Stein (foto auteur).
9 Een der tekeningen in kasteel Fracstein, Zwitserland (uit Boscardin und Meyer: Burgenforschung in Graubünden).
en die moesten dienen voor de uitvoering van het gebouw, zijn hier buiten beschouwing gelaten.Ga naar eind14. Mogelijk zullen naar aanleiding van dit artikel nog meer voorbeelden van ingekraste tekeningen aan het licht komen. | |
[pagina 64]
| |
ConclusieDe op kasteel Schaben aangetroffen onderdelen van een ingekraste tekening geven waarschijnlijk niet het kasteel Borgharen bij Maastricht weer, ondanks de ernaast geschreven tekstinscriptie. Hopelijk kan ooit worden ontsluierd welk kasteel nu in werkelijkheid op de mergelblokken van het bruggehoofd van Schaloen was weergegeven, tenminste als ervan uit wordt gegaan dat de tekenaar min of meer waarheidsgetrouw heeft afgebeeld en het niet een algehele fantasie betreft. Dat in dit geval ‘naar het leven’ getekend is, kan nauwelijks worden aangenomen, omdat de mergelblokken later over meer dan 10 km afstand vervoerd zouden moeten zijn. De mogelijkheid bestaat ook nog dat er meer afbeeldingen van kastelen in de mergel waren gekrast, de naam BORG⊁HAEREN zou dan verwijzen naar een tekening op een -nu verdwenen -mergelblok ter linkerzijde van de inscriptie. Sgrafitto-tekeningen in muurwerk zijn zeker niet zeldzaam. Meestal is te verklaren waarom ze zijn aangebracht (verveling, tijdverdrijf). Wat de tekening van ‘Borgharen’ te Schaloen betreft, ligt een verklaring niet zo voor de hand, ook al omdat de oorspronkelijke context van de mergelblokken niet vaststaat. Afbeeldingen die betrekking hebben op de bouw zelf, bijvoorbeeld in de vorm van een ontwerp- of instructietekening, zijn veel zeldzamer en een aparte studie waard. |
|