Ten geleide
De monumentenzorg in Nederland heeft zich in de afgelopen decennia op een traditioneel en stevig fundament ontwikkeld tot een welhaast kaleidoscopisch werkveld. In steeds meer geledingen van de maatschappij en op steeds nieuwe terreinen blijkt de historische gebouwde omgeving een rol van betekenis te spelen. De toename van participanten, activiteiten en invalshoeken vraagt om een passende en levendige infrastructuur waarbinnen uitwisseling van kennis en ideeën plaats kan vinden. Thans verschijnt het eerste Jaarboek Monumentenzorg. Dit Jaarboek wil een nationaal platform bieden en op reflecterende wijze zowel immateriële als materiële zaken aan de orde stellen.
De opzet van het Jaarboek is dan ook tweeledig.
Het eerste deel bestaat uit artikelen en essays met een beschouwende of bekommentariërende inhoud over wat vraagstukken, ‘kwesties’ of uitgangspunten in de wereld van de monumentenzorg kunnen worden genoemd. De monumentenzorg van deze tijd maakt het meer en meer noodzakelijk op deze manier mogelijkheden te verkennen en standpunten te onderbouwen.
Het tweede deel biedt ruimte aan artikelen waarin de eigenlijke gebouwen en structuren aan de orde komen. Het streven van de redactie is er op gericht deze onderwerpen het lokale of regionale niveau te laten overschrijden. Niet alleen omdat dit niveau door bestaande publicaties dikwijls op voortreffelijke wijze wordt ingevuld, maar vooral om vraagstellingen en uitkomsten van onderzoek op het materiële gebied van de monumentenzorg zo veel mogelijk in een meer algemeen geldend kader te plaatsen. Het punt waarop dit onderzoek zich thans bevindt, maakt het in veel gevallen mogelijk om zowel conclusies uit het voorgaande te trekken als vraagstellingen voor de toekomst te formuleren.
Met deze formule voor ogen heeft de redactie gemeend nog in 1990 een start te moeten maken met het eerste Jaarboek Monumentenzorg in de overtuiging dat het feitelijke bestaan van het Jaarboek de vorm en inhoud van toekomstige edities zal bevruchten en aanscherpen.
De redactie