pelijke literatuur.’ Kevin Valgaeren schreef zijn werkstuk onder de leiding van prof. dr. Marcel De Smedt.
Naar aanleiding van de Boekenbeurs interviewde Kristin Matthyssen voor Gazet van Antwerpen (30 oktober) vijf boekenvrienden. Onder hen Streuvelsverzamelaar Johan Vercruysse uit Willebroek. Hij is een bekend figuur in dat wereldje van Streuvelsmaniakken, ‘we zijn concurrenten, maar de vriendschap staat boven alles’. ‘Ik heb veertig lopende meter Streuvels’, zo ‘bekent’ hij. Streuvels herleest hij nog vaak, en laat hierbij zijn keuze bepalen door de voortgang der seizoenen.
Op 7 november overleed op 88-jarige leeftijd Jan van Raemdonck. Als producent stond hij mede in voor de verfilming van De teleurgang van den Waterhoek (Mira, 1971, in een regie van Fons Rademakers, naar een scenario van Hugo Claus) en van De vlaschaard (1983, met Jan Gruyaert als regisseur).
Onder de titel ‘Het boek was beter?’ confronteert de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde literair werk met andere kunstvormen. Dit jaar werd gefocust op films die gebaseerd zijn op werk van Vlaamse auteurs. Op 22 november kwam Streuvels aan bod, met de verfilming in 1943 in een regie van Boleslaw Barlog van De vlaschaard onder de titel Wenn die Sonne wieder scheint. De voorstelling werd ingeleid door Roel Vande Winkel en Ine Van linthout.
Op 12 december vertelde Hilde Velghe in de kerk van Wulveringem (Beauvoorde, West-Vlaanderen) ‘Kerstavond’, Streuvels' eerste (1899) eigen(zinnige) versie van het kerstverhaal. In dialoog met de tekst verzorgde Benjamin Glorieux, cellist, het muzikale luik van deze culturele manifestatie, georganiseerd door Opbouwwerk IJzerstreek.