Jaarboek 17 van het Stijn Streuvelsgenootschap 2011. Stijn Streuvels en 'Avelghem'
(2012)– [tijdschrift] Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 241]
| |
Der Flachsacker Schauspiel in vier Akten
| |
[pagina 242]
| |
Een eerste spoor van de toneelopvoering vinden we in een niet ondertekend artikel ‘“De Vlaschaard” van Stijn Streuvels op het tooneel’ dat in juli 1942 verscheen in het weekblad Laagland:Ga naar eindnoot4 Intusschentijd [tijd voorafgaande aan de verfilming van De vlaschaard, p.t.] is deze beroemde roman in de Duitsche taal voor het tooneel bewerkt geworden en heeft de eerste tooneelvoorstelling te Rijsel plaats gevonden. Het laat dus geen twijfel dat de eerste voorstelling van het Schauspiel plaatsvond in Rijsel, in de periode die 11 juli 1942 - de verschijningsdatum van Laagland - kort voorafging. Bovendien kan uit een brief (zie verder) die Streuvels op 30 juni 1942 schreef aan Staf Bruggen met zekerheid worden afgeleid dat de voorstelling in Rijsel plaatsvond op vrijdag 26 juni 1942.Ga naar eindnoot7 Het is dus duidelijk dat de in 1943 gedateerde boekjes (type 2) verschenen nadat het stuk | |
[pagina 243]
| |
voor het eerst was opgevoerd. Of er later nog opvoeringen in Rijsel of elders zijn gevolgd, is onwaarschijnlijk, maar kon niet met zekerheid worden achterhaald. Als het aan Streuvels had gelegen, kwamen er zeker geen bijkomende opvoeringen (zie verder).
In Rijsel was in die tijd het Duits theater actief. Het is aannemelijk dat de in de bijdrage in Laagland vermelde doctor Karl Jacobs, daarbij betrokken was.
Jacobs was een van Essen (D) afkomstige academicus, schooldirecteur en toneelschrijver. Hij was in Vlaanderen bekend als vertaler in het Duits van werk van onder anderen Karel van de Woestijne en Felix Timmermans en na de oorlog ook van Ernest Claes. Van Stijn Streuvels vertaalde hij De teleurgang van den Waterhoek (Die grosse Brücke, 1938) en ‘Groeikracht’ en ‘Zomerland’ (de bundel Das heisse Leben, 1939). Vanuit Gent, waar hij tijdens de oorlog als gegradueerde militair gestationeerd was, dirigeerde Jacobs het uitgeven van literatuur voor de soldaten van het Duitse bezettingsleger. Hij onderhield goede contacten met vele vooraanstaande Vlamingen, met schrijvers bijvoorbeeld, onder anderen ook Stijn Streuvels. Hij schreef een monografie over Rijsel (Lille, 1942) en bewerkte een toeristische gids voor Noord-Frankrijk, Vlaanderen en Artesië (1943).
Het ‘werkgebied’ van Jacobs strekte zich uit tot Noord-Frankrijk, want onder de Duitse bezetting waren de departementen Nord (dus ook de stad Rijsel) en Pas-de-Calais administratief losgemaakt van het Franse moederland en onder jurisdictie geplaatst van Alexander von Falkenhausen, de Duitse militaire gouverneur van België.Ga naar eindnoot8
Het was vooral de bedoeling van de Duitsers de bezettingstroepen uit zowel de onmiddellijke omgeving van Rijsel als uit België naar het Duitse toneel in Rijsel te sturen, maar ook burgers konden de opvoeringen bijwonen. Het theater was gevestigd in het gebouw van de Rijselse opera en kon er dus gebruikmaken van de goed | |
[pagina 244]
| |
uitgeruste accommodatie. De Duitsers hadden het sterk bemand met tientallen (Duitse) personeelsleden, die ervaring hadden met het theatergebeuren. Als intendant was Ernst Andreas Ziegler aangesteld. Die was eerder directeur/dramaturg geweest van het Nationaal Theater van Weimar. Het geprogrammeerde repertoire bestond zo goed als uitsluitend uit Duitse klassiekers (Goethe, Schiller, enz.), aangevuld met gerenommeerde stukken van zowel Duitse als vreemde auteurs, waarbij al wat strijdig was met de nazidoctrine nauwgezet geëlimineerd werd.Ga naar eindnoot9 Het Rijselse theater had dus hoge ambities. Het is evident dat Duitse auteurs van die jaren, maar ook buitenlandse schrijvers van Duitsgezinde signatuur ermee opgezet waren in het theater van Rijsel een opvoering te krijgen. Merkwaardig is dat Streuvels' Schauspiel het enige stuk was dat door het Rijselse Duits Theater ‘in (wereld)première’ werd opgevoerd.
Wist Streuvels dat intendant Ziegler naast een bevlogen theaterman een al even overtuigde nazi was? Hij kon het vermoeden. Het op 10 mei 1941 met Goethes treurspel Egmont ingespeelde Duits Theater kaderde perfect in het geheel van de door de nazi's gestuurde culturele propaganda. Dit zal Streuvels zeker hebben afgeschrikt, reden te meer om zich (op minder dan 50 kilometer van zijn veilige Lijsternest in Ingooigem) niet zo opvallend met de nazi's te identificeren. Maar zijn aversie werd zeker (mede) aangewakkerd door het stiekeme karakter van de programmering van de hem onbekende Duitse toneelbewerking van zijn roman, inclusief het mislopen van het honorarium. Het hele gebeuren was immers opgezet zonder zijn medeweten. De stiptheid van Streuvels in die zaken was legendarisch en het moet hem dus mateloos hebben geërgerd. Die ergernis was allicht cruciaal bij de afkeuring van de toneelbewerking.
Meerdere bedenkingen moeten echter overwogen worden, enerzijds zijn afkeer voor de overweldiger, anderzijds zijn ergernis, maar ook de zorg ‘om den brode’. In die context moet ook gezegd dat | |
[pagina 245]
| |
de uitgave onder de oorlog van vele duizenden exemplaren van de roman Der Flachsacker en van vele andere titels in Duitse vertaling, voor Streuvels minstens even compromitterend was als de (eenmalige?) opvoering van de toneelbewerking van Der Flachsacker. De oorlog had hem echter meer dan ontredderd, aan nieuw werk kwam hij niet meer toe. In de jaren 1940 tot 1945 werd slechts één oorspronkelijk boek uitgegeven (het autobiografische Heule, 1942), alle andere uitgaven waren herdrukken en/of bewerkingen van bestaande literatuur. Begrijpelijk dat hij zich zorgelijk voelde en zich uiterst omzichtig opstelde: ook onder de oorlog had hij een gezin te onderhouden, er moest brood op de plank komen. Het was geen makkelijke oefening.
In 1942 had Streuvels al heel wat ervaring in de omgang met de Duitsers. Hij wist hoe geraffineerd nazi's, soms met de beste bedoelingen,Ga naar eindnoot10 probeerden hem en andere Vlaamse cultuurdragers in te kapselen. Begin 1941 had zijn Duitse vriend en uitgever Adolf Spemann hem uitgenodigd tot een voordrachtenreis in enkele grote Duitse steden. Stiekem had Spemann daarbij pogingen ondernomen om hem door Hitler te laten ontvangen. Dit was reden genoeg voor Streuvels om zich met een smoesje van de uitnodiging te ontdoen. Hetzelfde jaar nog bleef hij afwezig op zijn inauguratie tot doctor honoris causa van de universiteit van Münster en toen de rector in groot ornaat, de oorkonde en versierselen thuis in Ingooigem wilde overhandigen, gaf hij ‘niet thuis’.Ga naar eindnoot11 Gebrek aan moed kan Streuvels moeilijk verweten worden.Ga naar eindnoot12
Het Duits Theater te Rijsel was duidelijk een nazigestuurd project. Voor de voorzichtige Streuvels voldoende reden om zowel de Duitse toneelbewerking als de opvoering ervan, af te wijzen.
Streuvels is in zijn brief aan Staf Bruggen (zie verder) vooral erg kritisch voor het inhoudelijke van het Schauspiel. Voor het scenario van de Duitse verfilmde De vlaschaard (Wenn die Sonne wieder scheint), die ook in 1942 werd opgenomen, stelde hij zich heel | |
[pagina 246]
| |
wat soepeler op, hoewel dit scenario net als de toneelbewerking afweek van zijn boekversie.Ga naar eindnoot13
Later, in 1943, schreef Streuvels naar aanleiding van de verfilming onder de titel ‘De gefilmde vlaschaard’: De auteur die de opvoering bijwoont van zijn roman voor toneel bewerkt, staat perplex, herkent zijn eigen werk niet meer - doet de ondervinding op, dat de techniek van het toneel aan vaste wetten gebonden is, over andere mogelijkheden beschikt - het boek is om gelezen, het toneel om gezien te worden.Ga naar eindnoot14 Geen van die bedenkingen zijn terug te vinden in zijn brief van 30 juni 1942 aan de Vlaamse toneelspeler en regisseur Staf Bruggen. Streuvels is onmiskenbaar hard voor de toneelbewerking. Vraag is of zijn kritiek gesteund was op, naar zijn mening, het gebrek aan intrinsieke kwaliteiten van het stuk, of op de andere hem storende ervaringen? Hier ligt een open veld voor het Streuvelsonderzoek.
Tijdens een eerder gevoerd gesprek, of in een brief, was het Duitse Schauspiel al eerder aan de orde geweest, want Streuvels begint zijn brief aan Bruggen met: Wat die tooneelbewerking betreft, kan ik U melden. | |
[pagina 247]
| |
Er werd mij van zakelijken kant ook geen enkel aanbod gedaan. Die bewerking is van: Frau Nora Reinhard, Dreilindenstrasse, 41 Essen. Het lijkt erop dat Frau Nora Reinhard erop uit was de rechten van haar werkstuk maximaal voor zich te houden en Streuvels zo goed als niet te erkennen als initieel auteur van Der Flachsacker. Op de titelpagina van de vroegste editie (zie type 1, lager in ‘Bibliografie’) is een etiket gekleefd. Dit etiket verbergt de titelbeschrijving zoals ze er oorspronkelijk stond, nog leesbaar onder het etiket: Der Flachsacker Op het etiket staat: Stijn Streuvels In de daarnet aangehaalde brief zegt Streuvels dat ‘de aankondiging der eerste opvoering’ zelfs zijn naam niet vermeldde. Dit zal Streuvels uitermate hebben vergramd en waarschijnlijk zal hij, onmiddellijk | |
[pagina 248]
| |
nadat hij kennis kreeg van die ‘aankondiging’, stappen hebben ondernomen om een kopie van de tekst toegestuurd te krijgen.
Streuvels zegt in de brief de tekst van de toneelbewerking te hebben ontvangen, toch was er bij de inventarisatie van de bibliotheekGa naar eindnoot15 van het Lijsternest geen spoor van het boekje te bekennen. Verwees hij de toneelbewerking ‘alsof hij er niets mee te maken had’ naar de prullenmand? Streuvels' beoordeling wijkt hoe dan ook erg af van de recensie van de anonieme verslaggever in Laagland, die heel wat positiever is. | |
Bibliografie van Der Flachsacker Schauspiel in vier AktenDer Flachsacker. Schauspiel in vier Akten verscheen onder twee gedeeltelijk afwijkende types. De tekst van beide uitgaven is elk apart (de grootte van het lettertype verschilt) gedactylografeerd en gestereotypeerd (van een clichéplaat afgedrukt). Bij beide types werden oorspronkelijk de opeengestapelde bladen met boven- en onderaan een papieren omslagblad links aan de rug aaneen geniet (drie nietjes), een ordentelijke rug ontbreekt. Sommige van de boekjes werden later, op een wat onorthodoxe wijze, in van elkaar afwijkende genres van bandjes ingepakt, evenwel zonder de nietjes te verwijderen. | |
Type 1:Stijn Streuvels | [etiket waarop:] Der Flachsacker | Schauspiel in 4 Akten | für die deutsche Bühne bearbeitet | von Nora Reinhard. [buiten etiket:] ‘Das Aufführungsrecht | ist allein vom Verfasser zu erwerben’. [Stempel:] ‘Der Junge Bühnenvertrieb | Ralf Steyer Verlag | Leipzig S3, Fockestr. 19’, z.d., 21 × 14,5 cm, [II] + 100 p.
Geniet in (slordig) groen halflinnen kartonnen amateurbandje met op het voorplat een etiketje waarop in typoscript ‘Der Flachs- | |
[pagina 249]
| |
acker’. De volledige tekst, incluis het voorwerk is gedactylografeerd (uitgezonderd de stempel).
Notitie: Het volledige boekje is gedactylografeerd. Sommige van de toneelnamen van de acteurs werden verkort weergegeven. Deze uitvoering dateert hoogstwaarschijnlijk van vóór 1943 en was vermoedelijk in die vorm dienstig bij de opvoering van 26 juni 1942. | |
Type 2:Stijn Streuvels | Der Flachsacker | Schauspiel in vier Akten | für die deutsche Bühne bearbeitet von | Nora Reinhard | ‘Als unverkäufliches Manuskript vervielfältigt. Dieses Buch darf weder verkauft, noch verliehen noch sonst irgendwie weitergegeben werden. Alle Rechte, insbesondere die der Übersetzung, Verfilmung und Übertragung durch Rundfunk und Schallplatten vorbehalten. Dieses Buch darf zu Bühnenzwecken, Vorlesungen und Vereinsaufführungen nur benutzt werden, wenn vorher das Aufführungsrecht einschließlich des Materials von nus [sic] rechtmäßig erworben worden ist. Das Ausschreiben der Rollen is nicht gestattet. Übertretung dieser Bestimmung verstößt gegen das Urheberrechtsgesetz. Wird das Stück nicht zur Aufführung angenommen, so ist das Buch umgehend zurückzusenden an: | Der junge Bühnenvertrieb / Ralf Steyer Verlag | Leipzig S 3, Fockenstraße 19' | Cpoyright [sic] 1943 by Der Bühnenvertrieb, Ralf Steyer Verlag, Leipzig’, z.d., 21 × 14,5 cm, [II] + 104 + [II] p.
Een van de hier gecollationeerde exemplaren had een (dik) papieren omslag met daarop de hoofding van de titelpagina, het tweede was een bibliotheekband.
Notitie: Het voorwerk, tot en met de titelpagina is gedrukt in een gezette letter. Het overige gedeelte van het boek is gedactylografeerd in een wat groter korps dan type 1. Alle toneelnamen van de acteurs zijn onverkort vermeld. Op de bladzijde t.o.v. de titelpa- | |
[pagina 250]
| |
gina staat bij sommige van deze edities: ‘Hergestellt bei | Otto Strese, Berlin - Steglitz | Zimmermannstraße 19 - Fernruf: 72 18 34’, bij andere weer niet. |
|