Jaarboek 14 van het Stijn Streuvelsgenootschap 2008. Voor altijd onder de ogen. Streuvels en de beeldende kunsten
(2009)– [tijdschrift] Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 134]
| |
De afgewezen tekeningen van Henri Van Straten
| |
[pagina 135]
| |
alle aanbod (zelfs van 't ministerie!) radikaal afgewezen en alle illustratie, bewerking voor toneel, voor radio, en voor televisie ten stelligste verboden.Ga naar eind260 Behalve het vermoeden dat Streuvels de tekeningen gewoon niet mooi vond, is de reden voor de afwijzing niet helemaal duidelijk. Als de verbeeldingskracht moet volstaan, dan geldt dat immers ook voor de grafisch kunstenaar. Dan blijft er nog Streuvels' opvatting dat precies deze novelle, ‘Leven en dood in den ast’, geen illustratie mocht krijgen, een verbod dat hij overigens zelf zou overtreden door in 1944 een luxe-uitgave te laten verluchten door Albert Saverys (1886-1964). Wat we wel weten, is dat Streuvels op het vlak van illustraties en lay-out erg kritisch was en als een ‘veeleisend perfectionist en waardevol artistiek raadgever’ meermaals richtlijnen neerschreef waarin hij een ‘strikte en opmerkelijke visie op boekillustraties’ vertolkte: ‘Illustratie moet vooreerst en in volle zin opgevat worden als “boekversiering” - het opluisteren, mooi-maken van het boek, in denzelfden aard en karakter’ en: ‘Ik wil geen bepaalde figuren in mijn boek, - de uitbeelding van figuren moet overgelaten worden aan den lezer - de tekenaar mag zijn fantasie niet opdringen aan de lezer, en vooral is het uit den booze, als die uitbeelding niet strookt met de geest van het verhaal.’Ga naar eind261 Bij het bekijken van de tekeningen die Henri Van Straten aanleverde, kunnen we niet zeggen dat aan deze voorwaarden niet zou zijn voldaan. Om te beginnen waren de tekeningen niet alleen voor ‘Het leven en de dood in den ast’ gemaakt maar voor de gehele bundel en hadden ze de bedoeling een beeld te geven van de tot hard labeur gedoemde proletariër. De krachtige lijnen, in Vlaams-expressionistische stijl met een goed oog zowel voor de compositie als voor de menselijke duiding van de figuren, benadrukken het inlevingsvermogen van de kunstenaar die, zoals bekend, niet de zoveelste boekillustrator wilde zijn maar als een volwaardig artiest de autonome kracht van zijn werk naar voren wilde schuiven. Elsschot had die kwaliteit bij Van Straten trouwens perfect aan- | |
[pagina 136]
| |
gevoeld toen hij hem na zijn linosneden voor de heruitgave van Lijmen (1924) in 1932 zovele jaren later ook aanbeval bij de uitgever voor de illustratie van het vervolg erop, Het been (1938). Als we Streuvels' richtlijnen er nog eens op nalezen, is bij hem het ‘opluisteren’ van de tekst de eerste vereiste. Illustraties mogen dus geen artistieke concurrentie zijn, maar moeten zich ten dienste stellen van de tekst. Ze moeten ‘decoratief’ blijven, zich beperken tot ‘het weergeven van de atmosfeer’, zonder ‘handeling van bepaald uitgebeelde figuren op het voorplan of zonder achterplan’.Ga naar eind262 Van Straten kende die richtlijnen niet en zou in het geval hij ze wel kende, waarschijnlijk niet eens een poging gedaan hebben om een illustratie te maken. Maar dat is speculatie, want er is absoluut niets bekend over deze episode in zijn leven. Zijn leven zou trouwens een jaar later eindigen, vermoedelijk in de frontlijn aan het Albertkanaal ten noorden van Antwerpen, waar hij op 4 september 1944 voor het laatst werd opgemerkt. Als besluit kunnen we misschien stellen dat naast de hierboven aangemerkte redenen de mogelijke samenwerking wellicht ook stukliep op fundamentelere tegenstellingen in de karakters van beide protagonisten. De persoonlijkheid van Van Straten was bepaald door het leven in de stad, waar die van Streuvels het landleven als basis had. Dit maakte de graficus tot een meer uitgesproken en vitalistisch kunstenaar tegenover de meer terughoudende en fatalistisch gekleurde levenshouding die de schrijver kenmerkte. Blijkbaar kon de stijl noch de instelling van Van Straten de mens en de schrijver Streuvels charmeren.
De afbeeldingen (afb. 13-17) worden opgenomen met de vriendelijke toestemming van Marc van de Wiele, Brugge, en van de erven Van Straten. |
|