Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 25
(2018)– [tijdschrift] Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis– Auteursrechtelijk beschermd[p. 192] | |
Figuur 1. De uitgaven van The Catharijne Press 1984-2001
| |
[p. 193] | |
Rickey Tax
| |
VoorgeschiedenisNa een carrière als kapitein bij het Korps Rijdende Artillerie doet Guus Thürkôw begin jaren '70 een opleiding boekbinden en boekrestauratie. Aanvankelijk praktiseert hij het binden in zijn vrije tijd, naast zijn betrekking als directeur van een speelgoedfabriek in België.3 Ook zijn echtgenote Luce Thürkôw leert binden en in 1984 openen zij een antiquariaat aan het Buurkerkhof 6 te Utrecht, met als specialisatie boekwetenschap.4 Later zal deze winkel zich ook in miniatuurboeken gaan specialiseren. Vanwege de internationale contacten wordt gekozen voor de Engelse naam The Catharijne Press. Het boekbindatelier blijft in bedrijf en regelmatig worden ter inspiratie de open dagen van het befaamde boekrestauratieatelier in de norbertinessenpriorij Sint-Catharinadal te Oosterhout bezocht. Naar eigen zeggen ontstaat na een dergelijk bezoek het plan zelf een miniatuurboek te maken.5 | |
[p. 194] | |
Figuur 2. Naambordje van The Catharijne Press
| |
De eerste uitgaveIn eerste instantie worden een aantal miniatuurboeken voor elkaar en voor vrienden gemaakt. Zo voltooit Guus in januari 1984 als cadeau voor Luce het Duivels Prentenboek, vijf bandjes in oblong formaat, geïllustreerd met een complete set speelkaarten op sigarenbandjes, en een door Guus Thürkôw gezet colofon.6 Deze unieke boekjes wordt uitgegeven onder het impressum De Catharijne Pers. De werkzaamheden voor Two Poems, het eerste boekje in oplage, dat in samenwerking met de bevriende grafisch kunstenaar Johan de Zoete wordt gemaakt, zijn op dat moment in volle gang. De tekst, twee gedichten van Edgar Allan Poe,7 wordt door Guus Thürkôw met de hand gezet uit de 6 punt ‘De Roos Romein’, geleend van het Grafisch Atelier te Utrecht.8 De tekst van het boekje en de bijbehorende brochure zijn Engelstalig. Het zetten en drukken op een handpers verloopt moeizaam en de totale productie neemt een jaar in beslag.9 Van de driehonderd gedrukte exemplaren worden er uiteindelijk maar honderd goedgekeurd.10 Het boekje wordt in zwart leer in oblong formaat door | |
[p. 195] | |
Figuur 3. Het Duivels Prentenboek, 1984
| |
[p. 196] | |
Luce Thürkôw gebonden met een op perkament gedrukte ingelegde titel. Als titelprent maakt Johan de Zoete een mini-heliogravure getiteld In her sepulchre by the sea. Van het begin af aan is duidelijk dat deze uitgave een commerciële onderneming is. Thürkôw maakt verschillende gedetailleerde voorcalculaties waarin voor verschillende oplagen en uitvoeringen kosten (zetten en drukken, illustratie, materiaal, enz.), opbrengst en winst worden berekend.11 Ook de kosten voor het binden worden opgenomen. Op basis hiervan wordt de verkoopprijs op 140 gulden voor particulieren en 84 gulden voor handelaren vastgesteld. De uitgave verschijnt onder het impressum The Catharijne Press. De verwachte afzet in eigen land is te klein om de uitgave rendabel te maken12 en wordt ingezet op landen als de Verenigde Staten en Japan, waar op dat moment wel een bloeiende verzamelcultuur bestaat.13 Deze eerste uitgave wordt voor meer dan de helft door handelaren gekocht. De Amsterdamse antiquaar Max Israel koopt na bezichtiging direct 15 exemplaren. Andere Nederlandse handelaren die meerdere exemplaren kopen zijn De Utrechtse, Reflex en Acanthus in Utrecht, Donner in Rotterdam en Rosenthal in Den Haag. In het buitenland worden boeken verkocht aan gespecialiseerde boekhandelaren als Dawson14 in de Verenigde Staten en de Lilliput Oval Saloon in Japan.15 De overige exemplaren gaan voornamelijk naar Nederlandse particulieren en vijf exemplaren worden aangekocht door een bibliotheek of museum. Eind oktober 1984 zijn ruim zestig exemplaren verkocht, nog niet genoeg op om uit de kosten te komen. Toch wordt deze eerste uitgave succesvol genoeg geacht om een volgende uitgave te plannen.16 Op zoek naar klanten neemt Guus Thürkôw in september 1984 contact op met de gerenommeerde Louis W. Bondy, die in Londen een in miniatuurboeken gespecialiseerd antiquariaat heeft. Bondy is onder de indruk van de kwaliteit van Two Poems, maar vindt de prijs van 140 gulden aan de hoge kant en stelt dat het oblong formaat slecht verkoopt.17 Als bron voor potentiële afnemers adviseert hij contact op te nemen met de Miniature Book Society, een internationale vereniging van verzamelaars, met voornamelijk leden in de Verenigde Staten. In november worden de Thürkôws lid van deze organisatie.18 Vanaf | |
[p. 197] | |
de tweede uitgave werpt dit duidelijk zijn vruchten af en vinden buitenlandse (met name Amerikaanse) particulieren hun weg naar The Catharijne Press. Met veel particulieren en handelaren wordt een jarenlange en vaak persoonlijke relatie opgebouwd. Velen van hen zullen trouwe afnemers van de uitgaven van The Catharijne Press blijven. De meeste Nederlandse handelaren haken na een aantal uitgaven af. Hoewel de verkoopadministratie van The Catharijne Press niet volledig is bijgehouden, valt uit de beschikbare gegevens op te maken dat in de regel ruim vijftig procent van de verkochte exemplaren naar het buitenland gaat. Dit heeft zijn weerslag op het fonds van de uitgeverij. Niet alleen in de keuze voor Engelstalige publicaties, ook in titelkeuze houdt The Catharijne Press duidelijk rekening met de interesse van buitenlandse, met name Amerikaanse afnemers. Een aantal titels refereert aan het beeld dat in het buitenland van Nederland bestaat: Rip van Winkle, Dutch Windmills, Anne Frank en Tulipomania. Daarnaast is er een aantal klassiekers uit de Engelstalige literatuur: Two Poems, The House of Judgment, Gulliver's Travels, de Rubaiyat of Omar Khayyám of de wereldliteratuur, zoals Song of Songs, In praise of the virtuous woman en The ingenious Gentleman Don Quixote de la Mancha. Op twee uitzonderingen na zijn alle uitgaven Engelstalig. Ook bij een uitgave van de Middelnederlandse klassieker Van den vos Reynaerde worden drie Engelse vertalingen van dezelfde passage uit 1481, 1728 en 1873 vergeleken en is de Nederlandse tekst bijzaak.19 En wanneer Guus Thürkôw in 1989 het plan heeft opgevat een facsimile van een (post-)incunabel in miniatuur uit te geven, twijfelt hij over de tekstkeuze, daar Nederlandstalige teksten niet zouden aanslaan bij het Amerikaanse publiek.20 De tekst die hij vervolgens kiest, Epistola de insulis nuper inventis,21 is weliswaar in het Latijn,22 maar de tekst is een beschrijving door Columbus van zijn reis naar Amerika in 1492. Zelfs in de spelling houdt hij rekening met de Amerikaanse voorkeur. Naar aanleiding van de vertaling van de prospectus bij Evangile selon St. Matthieu ontlokt dit aan vertaler en redacteur C.M.H. (‘Stoffel’) Harrisson de opmerking: ‘Mijn ervaring is dat Amerikanen die beschaafd genoeg zijn om Europese uitgaven te willen kopen, ook in staat zijn om andere spelwijzen te waarderen.’23 Ook bij de niet-literaire uitgaven wordt rekening gehouden met een internationaal publiek. Zo vraagt Piet de Bakker, auteur van The Young Stork's Baedeker, of hij ten behoeve van de buitenlandse klanten specifiek zal schrijven over de ooievaar in de Verenigde Staten en Japan24. De resterende uitgaven bestaan vrijwel geheel uit beeld: Florilegium | |
[p. 198] | |
(een art nouveau-alfabet), Twelve Months met afbeeldingen van de maanden25 en William Morris: Wallpapers. Naast Epistola de insulis nuper inventis is de Evangile selon Saint Matthieu de enige niet-Engelstalige uitgave. Dit is een herdruk van de oorspronkelijke uitgave uit 1900,26 een door verzamelaars gezocht boekje, in hoogdruk in de legendarische 2,5 punts letter ‘Non Plus Ultra’ van Henri Didot gedrukt.27 Met de heruitgave stelde The Catharijne Press verzamelaars in de gelegenheid het voor een schappelijke prijs alsnog aan de collectie toe te voegen. Naast de Verenigde Staten bestaat er ook in Japan belangstelling voor de miniatuurboeken van The Catharijne Press en vanaf de eerste uitgave worden er minimaal tien exemplaren aan de Lilliput Oval Saloon in Tokyo verkocht. Wanneer Thürkôw naar mogelijkheden zoekt om de verkoop aan Japan te vergroten, informeert hij bij de oprichter en eigenaar van deze winkel, Kazushige Onuma, of het mogelijk zou zijn hen in plaats van tien, 30 tot 50 exemplaren te verkopen, oftewel een derde van de productie. Dit zou het The Catharijne Press mogelijk maken meer titels per jaar te produceren.28 Ook wil hij graag weten welke onderwerpen mogelijk populair zouden zijn in Japan, en noemt zelf als voorbeelden Van Gogh, de Nederlandse reizen naar Japan of Decima. Onuma heeft in zijn reactie begrip voor de lastige situatie om van de uitgeverij een rendabele onderneming te maken, maar suggereert het toch bij één of twee titels per jaar te houden, omdat anders de waarde en de belangstelling zullen afnemen. Wel denkt hij dat de titels die Thürkôw noemt in Japan goed zullen verkopen en doet als nieuwe suggestie een uitgave over porselein.29 De genoemde titels worden uiteindelijk niet gerealiseerd, al wordt een jaar later wel een uitgave rond Vincent van Gogh voorbereid. Dit boekje wordt gepland voor het herdenkingsjaar 1990, waarin een aantal grote overzichtstentoonstellingen worden gehouden en de ptt twee herdenkingspostzegels uitgeeft. Daar het formaat van postzegels zich er uitstekend toe leent, overweegt Thürkôw deze zegels als illustratiemateriaal te gebruiken voor het miniatuurboek.30 Bij de directie van het Van Goghmuseum wordt geïnformeerd of men geïnteresseerd is een aantal exemplaren van een dergelijke uitgave in de museumwinkel te verkopen. The Catharijne Press zou zelfs een aparte oplage voor het museum kunnen maken.31 Het is duidelijk de intentie van | |
[p. 199] | |
Thürkôw een breder publiek te bereiken. Waarom de publicatie uiteindelijk niet tot stand komt, is niet duidelijk.32 Toch zijn in het fonds wel enige uitgaven te vinden die met succes een breder publiek bereiken dan de beperkte schare van verzamelaars. Zo wordt de tweede uitgave, The Enemies of Books, gemaakt ter gelegenheid van de Zesde Europese Antiquarenbeurs, die tussen 7 en 11 maart 1985 in Amsterdam wordt gehouden.33 De uitgave komt tot stand in overleg met de Nederlandse Vereniging van Antiquaren; op de beurs wordt het binden van de boekje gedemonstreerd.34 Thürkôw verwacht (terecht) veel belangstelling voor het boekje dat in de voor de pers hoogste oplage van 250 exemplaren verschijnt. Het is een van de weinige edities die geheel uitverkocht raakt. Bij uitgaven als The History of Reynard, de Rubaiyat of Omar Khayyám en The Young Stork's Baedeker nemen de auteurs35 hun eigen achterban mee, zodat de boekjes hun weg vinden naar liefhebbers van Van den Vos Reynaerde, leden van het Omar Khayyám Genootschap en vogelaars. | |
ProductieVanaf The Enemies of Books wordt het zetten en drukken van de boekjes uitbesteed. Thürkôw wil ten behoeve van de antiquarenbeurs goed voor de dag komen en benadert de firma Joh. Enschedé & Zn. te Haarlem.36 Enschedé had toe reeds ruim veertig miniatuurboeken voor de Amerikaanse markt gedrukt, waaronder meer dan twintig titels voor Achille J. St. Onge tussen 1957 en 1976.37 In 1983 had Enschedé een boekje gedrukt voor de Tamazunchale Press van Charlotte Smith in de Trinité van Bram de Does in een oplage van 250 exemplaren.38 Wellicht diende dit boekje ter inspiratie, want ook The Enemies of Books wordt in de Trinité en in dezelfde oplage gedrukt. Bram de Does verzorgt de typografie en ontwerpt het titelschildje. De samenwerking bevalt goed en uiteindelijk zal Enschedé zeven van de negentien uitgaven drukken, waarvan vier door De Does typografisch verzorgd worden. Verder wordt gewerkt met drukkerij ‘De Kroon’ in Den Haag, Koninklijke Van de Garde in Zaltbommel en Van Diemen en Jan de Jong in Amsterdam. In de regel wordt offset gedrukt. Alleen Evangile selon Saint Matthieu (staand zetsel) en de miniatuurfacsimile van Epistola de insulis nuper inventis (zinken clichés) worden in hoogdruk geproduceerd. In 1992 waagt The Catharijne Press zich eenmalig aan een hoge resolutie laserprinter, voor de uitgave Philobiblon, een tweetalige editie van het derde hoofdstuk uit het gelijknamige boek van Richard de Bury, in een oplage van 25 | |
[p. 200] | |
ongenummerde exemplaren. Thürkôw omschrijft het zelf als: ‘undoubtedly [...] the first miniature book entirely laserprinted and consequently an incunable of this printing technique, which, even in this early and experimental stage, will surprise you with the legibility and clearness of its type’.39 Door verschillende verzamelaars wordt de primeur overigens gerelativeerd.40 Hoewel het miniatuurboekje het impressum The Catharijne Press krijgt, wordt het door Guus Thürkôw nadrukkelijk als een experiment beschouwd en niet mee genummerd in de serie miniatuurboeken.41 Het uitbesteden van het zetten en drukken verhoogt de directe kosten voor de uitgeverij. Voor de eerste zes publicaties maakt Thürkôw (soms meerdere) voorcalculaties, waarin naast de directe kosten (zetten en drukken, materiaalkosten, verzendkosten, eventueel illustraties), ook de eigen (arbeids-)kosten worden berekend. Deze betreffen het binden en eventueel het verder afwerken van de boeken, dat in eigen hand blijft en hoofdzakelijk door Luce Thürkôw wordt uitgevoerd.42 De directe kosten worden zo beperkt mogelijk gehouden. Auteurs worden voor zover bekend betaald in natura. Zij ontvangen een aantal exemplaren van het boekje waaraan zij hebben meegewerkt. Wanneer de drukkosten te hoog dreigen op te lopen, wordt er naar een alternatief gezocht. Voor het drukken van The Song of Songs offreert Enschedé een eventuele meerprijs voor het in hoogdruk uitvoeren in een 6 punts Lutetia. Hoewel Thürkôw een voorkeur heeft voor hoogdruk, ziet hij hier vanwege de hoge kosten van af.43 Om dezelfde reden wordt het in offsetgoud of in goudfolie drukken van de negen initialen in dit boekje niet uitgevoerd. Deze worden na het drukken door Luce Thürkôw met de hand ingekleurd. De volgende uitgave, The House of Judgment, een facsimile van een handschrift, vereist een reproductie in vierkleurenoffset. Ook hier valt de offerte van Enschedé te hoog uit, waarna een (aanzienlijk goedkoper) alternatief wordt gevonden in drukkerij ‘De Kroon’ van Hans Hartzheim. Ook voor The Twelve Months blijkt Enschedé te duur om de illustraties in vier kleuren offset te drukken. Koninklijke Van de Garde krijgt vervolgens de opdracht het boekje niet in vier, maar in twee kleuren uit te voeren.44 De tekeningen worden achteraf door Luce Thürkôw met de hand ingekleurd, maar dit kost ongeveer drie uur per boekje, waardoor de eigen arbeidskosten alsnog flink oplopen.45 | |
[p. 201] | |
Een gedroomde uitgave van de complete Bijbel in miniatuurformaat sneuvelt waarschijnlijk helemaal door te hoge productiekosten.46 Hoewel Thürkôw bij voorkeur de uitgaven met originele grafiek illustreert,47 lukt hem dit maar bij zes van de negentien uitgaven. Achtereenvolgens zijn dit heliogravure (Two poems), kopergravure (Song of Songs), lithografie (Rip van Winkle), houtgravure (The History of Reynard the fox), mezzotint (Tulipomania) en opnieuw houtgravure (The ingenious Gentleman Don Quixote de la Mancha). Originele grafiek betekende wel een forse verhoging van de directe kosten, en in sommige gevallen wordt er dan ook van afgezien. Voor Anne Frank wordt de kunstenaar Jan Nijhuis gevraagd een portret van Anne Frank in staalgravure te maken, maar deze opdracht komt te vervallen daar de andere kosten te hoog oplopen.48 Het portret wordt vervolgens uit de herdenkingszegels geknipt. In 1986 komt een niet nader omschreven uitgave geïllustreerd met postzegels te vervallen, omdat zelfs de investering in postzegels een te grote kostenpost zou worden.49 In andere gevallen worden in opdracht gemaakte tekeningen in offset gereproduceerd.50 | |
Luxe exemplarenOm de gemaakte kosten sneller terug te verdienen, wordt naast de standaardeditie een kleinere set luxe-exemplaren gemaakt. Al in de calculatie voor Two Poems wordt een berekening gemaakt voor verschillende uitvoeringen van de band van het boek: papier, leer en perkament. Uiteindelijk wordt alleen de uitvoering in leer uitgebracht. Ook voor The Enemies of Books geeft Guus Thürkôw de vertegenwoordiger van de Nederlandse Vereniging van Antiquaren in overweging enige luxe-exemplaren te laten maken.51 Vanaf de derde uitgave, Song of Songs, wordt standaard een kleine set luxe-exemplaren aange- | |
[p. 202] | |
boden, doorgaans 15 stuks Romeins genummerd.52 De speciale editie is vanaf het begin een groot succes; Song of Songs is in twee dagen uitverkocht.53 Na de eerste vier luxeedities wordt nauwelijks aan de handel doorverkocht; geïnteresseerde particulieren of instellingen worden direct benaderd.54 Meerdere van hen plaatsen een standing order. Alleen Antiquariaat De Slegte koopt van de laatste tien uitgaven doorgaans twee exemplaren van de luxe-editie. Figuur 4. Prospectus voor The History of Reynard the fox, met de houtgravure voor de titelpagina door Pam G. Rueter
Per uitgave varieert het luxeaspect. Voor Song of Songs worden de zes open initialen met goud opgehoogd en wordt de titelprent, een kopergravure van Bertil Schmüll in vier staten bijgeleverd. Andere uitgave zijn ook voorzien van een ophoging in goud55 of een extra set illustraties.56 Bij Dutch Windmills wordt één van de 24 originele glasnegatieven van een windmolen bijgeleverd. Andere speciale exemplaren krijgen een extra deel57 of een luxe band.58 Luxe exemplaren zijn doorgaans gevat in een cassette. Sommige exemplaren worden ook op naam gedrukt. Doorgaans koste de luxe-exemplaren (ruim) | |
[p. 203] | |
twee keer zo veel als de standaard editie, waarmee het rendement van de uitgave succesvol wordt vergroot.59 De prijs van standaard exemplaren varieert van 75 tot 175 gulden, die van luxe-exemplaren van 175 tot 850 gulden. Figuur 5. Archivalia bij de uitgave Anne Frank, waaronder een uit een herdenkingspostzegel geknipt portret voor de titelpagina
| |
PerkamentDeze laatste prijs is voor de 15 luxe-exemplaren van House of Judgment, in vier kleuren op perkament gedrukt. Het plan bestond al om twaalf exemplaren van Song of Songs bij Enschedé op perkament te laten drukken.60 Enschedé is terughoudend bij deze opdracht,61 en uiteindelijk wordt ervan afgezien. Voor The House of Judgment vraagt Guus Thürkôw | |
[p. 204] | |
wederom bij Enschedé een prijsopgave voor vijftien luxe-exemplaren op perkament. Deze opdracht is technisch nog lastiger, want het betreft een reproductie in vier kleuren van een origineel handschrift op groot formaat gekalligrafeerd door de Utrechtse kunstenaar Joop Moesman.62 Enschedé krijgt perkament voor het maken van een proefdruk, maar blijft aarzelen over het welslagen.63 Uiteindelijk wordt Hans Harzheim van Drukkerij ‘De Kroon’ in Den Haag bereid gevonden.64 Bijna zes maanden later zijn de vijftien exemplaren gedrukt65 en in juni schrijft Guus Thürkôw aan zijn perkamentleverancier Carl Wildbrett: ‘Das zweizeitig Bedrucken von Pergament in vier (!) Farben ist besonders schwierig. Trotzdem haben wir das Bedrucken voriger Woche beendet und genügend Material erhalten um die kleine Spezial-Auflage herzustellen.’66 De vijftien luxe-exemplaren worden in heel perkament gebonden. | |
Superluxe exemplaren en maatwerkThe Catharijne Press zal hierna nog van drie uitgaven exemplaren op perkament laten drukken, maar dit blijft beperkt tot drie extra luxe exemplaren, genummerd A tot C.67 Nog bij twee andere uitgaven wordt één extra luxe exemplaar, genummerd A, aangeboden. Bij The House of Judgment is dit exemplaar samengevoegd met het originele handschrift van Johan Moesman.68 Het wordt in 1986 aangekocht voor Museum Meermanno. Bij Rip van Winkle wordt een exemplaar verkocht met de originele tekeningen van de in het boek afgedrukte litho's van Henk van der Haar. De prijzen voor de extra luxe uitgaven variëren tussen de 675 en 2800 gulden. Op verzoek van enkele verzamelaars verzorgen de Thürkôws ook maatwerk. Van | |
[p. 205] | |
Song of Songs worden twee exemplaren die niet voor de handel bestemd waren bij wijze van ‘bind-experiment’ van een afwijkende band voorzien. Deze worden niet in het colofon vermeld. Eén exemplaar, waarvan de tekst en de vier staten van de prent in een dos à dos-constructie gebonden zijn,69 gaat naar Bromer Booksellers,70 die het doorverkopen aan de Amerikaanse verzamelaar Bruce Hubbard Jr. Voor The House of Judgment vraagt Anne Bromer wederom of het mogelijk is een unieke band voor een speciale editie te maken.71 Guus Thürkôw reageert positief op dit verzoek, maar de Bromers zien vanwege de prijs af van zijn voorstel. Thürkôw maakt deze band alsnog voor Hubbard, die daarna tot en met Anne Frank opdracht zal geven voor een op maat gemaakte band. De belangrijke verzamelaar Neale Albert, die een enorme verzameling unieke hand gebonden miniatuurboeken heeft, laat een speciale cassette voor Poe maken en bestelt naast standaardexemplaren losse katernen die door verschillende binders worden gebonden.72 Ook de Thürkôws laten enkele malen een speciale band door derden binden. Zo maakt de Deense binder Ole Olsen een aparte band voor een exemplaar van Evangile selon St. Matthieu en de Nederlander Michael Maas een band voor In Praise of the Virtuous Women.73 | |
Andere wegenIn december 1986 krijgt Guus Thürkôw ernstige gezondheidsproblemen. De Thürkôws sluiten de boekenwinkel in Utrecht en verhuizen naar Zuilichem, waar zij het antiquariaat besloten voortzetten en zich uitsluitend toeleggen op miniatuurboeken. The Catharijne Press (de winkel) brengt jaarlijks een catalogus uit, waarin naast antiquarische miniatuurboeken ook de eigen uitgaven worden aangeboden. Daarnaast treedt Guus Thürkôw op als vertegenwoordiger van andere uitgevers, waaronder leden van The Miniature Book Society. Hij moedigt ook Nederlandse kunstenaars aan miniatuurboeken te gaan maken, zoals Rieteke Verel, die met haar uitgeverij 't Widde Vool een aantal miniatuurboeken maakt die in de Verenigde Staten gewild zijn, en mede via The Catharijne Press verkocht worden. Vanaf de vijfde catalogus (1991) worden ook poppenhuisboeken aangeboden,74 onder andere van de Amerikaanse uitgever Barbara Raheb. Omdat er door verschillende verza- | |
[p. 206] | |
melaars naar wordt gevraagd, neemt hij in overweging boeken in deze subcategorie te maken. In de reeds genoemde correspondentie met Kazushige Onuma peilt Thürkôw mogelijke interesse. Onuma reageert positief. Volgens hem verkoopt deze categorie in Japan zelfs beter dan de grotere miniatuurboeken: ‘from their curiosity and littleness and reasonableness of the prices’. Daar Japanse verzamelaars problemen hebben met het lezen van de tekst, waarderen zij vooral geïllustreerde boeken, zoals bekende sprookjes met veel illustraties. Onuma vraagt zich wel af, of Thürkôw zich op dit pad moet begeven: ‘however, consider that the aforesaid childlike contents are unsuitable for your graceful style of binding and printing’.75 De Catharijne Press zal geen eigen uitgave in het poppenhuisformaat maken. Schetsen in de voorbereiding voor de uitgave van William Morris: Wallpapers in dit formaat worden niet verder uitgewerkt. Wel zal er onder het impressum The Catharijne press een boek in een groter formaat verschijnen, een herdruk van Charles Nauroy, Bibliographie des impressions microscopiques. Aanvankelijk denkt Guus Thürkôw erover een reeks van oude bibliografieën over miniatuurboeken opnieuw in facsimile uit te geven,76 maar het blijft bij deze gelimiteerde oplage van 250 exemplaren. Het rendement van de investering viel tegen.77 | |
De Bibliotheca Thürkôwiana MinorIn 1991 wordt de oplage van de standaardeditie verhoogd van 150 naar 175 exemplaren en in 1994 schrijft Guus Thürkôw zelfs optimistisch aan Kalman Levitan dat er voortaan twee boeken per jaar gaan verschijnen.78 Inderdaad verschijnen er in 1994 en 1995 twee boeken, maar dan begint de verkoop langzaam terug te lopen, ook van het antiquariaat. Begin 1996 schrijft Guus Thürkôw aan verzamelaar Caroline McGehee: Wished we had more orders like yours, because it looks like the miniature bookmarket has collapsed. Old customers stooped collecting or passed away (Ruth, Kathryn, Kalman, Ward)79 and from some customers we don't receive orders anymore (Julian, Francis).80 Also some large collections came on the market which influences the prices of course. We are not complaining Caroline, but it seems we have to start in other fields also and maybe pay more attention to the European market.81 | |
[p. 207] | |
Deze laatste plannen worden niet verder uitgewerkt. In 1996 en 1999 verschijnt er geen uitgave. In dat laatste jaar verhuizen Guus en Luce Thürkôw om gezondheidsredenen naar Den Bosch. Hier verschijnen de twee laatste uitgaven van The Catharijne Press, in een oplage van 150 exemplaren. Juni 2001 schrijft Thürkôw nog aan Barbara Raheb dat hoewel het elk jaar weer wat moeizamer gaat, besloten is de uitgeverij voort te zetten.82 Toch zal in dat jaar de laatste uitgave verschijnen: The ingenious Gentleman Don Quixote de la Mancha, met een houtsnede van Gerard Gaudaen. Inmiddels is Guus Thürkôw aan een ander ambitieus project begonnen, waarvoor de uitgeverij zal moeten wijken: de Bibliotheca Thürkôwiana Minor (btm). In zijn opdracht wordt in een schaal van 1 op 4 een miniatuurbibliotheek gebouwd waarin unieke miniatuurboeken een plaats moeten krijgen.83 In oktober 2001 is de bouw voltooid. Van The ingenious Gentleman Don Quixote de la Mancha wordt een ‘tweede’ druk gemaakt in één uniek exemplaar, voorzien van een extra houtsnede van Gaudaen. Dit boekje verschijnt onder het impressum Officina Minor en wordt ondergebracht in de Bibliotheca. Het streven is om in de btm 2400 unieke boeken onder te brengen, en hoewel Guus Thürkôw zich realiseert dat dit tijdens zijn leven onhaalbaar zal zijn, worden er direct plannen gesmeed.84 Hierdoor stokt de voor 2003 geplande uitgave van The Catharijne Press met de wrang autobiografische titel The man that was used up85 in de ontwerpfase. In december 2002 wordt The Catharijne Press bij de Kamer van Koophandel Oost-Brabant uitgeschreven en op 12 februari 2003 laat Guus Thürkôw aan Don Sanford weten dat de pers is overgenomen.86 Oud-redacteur Trijnie Duut en haar echtgenoot (oud-boekhandelaar) Gerjan Heij zullen tot het voortijdig overlijden van Heij in 2011 uitgeverij en antiquariaat in Velp voortzetten.87 Op 27-1-2003 schrijft Guus Thürkôw aan Neale Albert: ‘You are the first to know, but we decided to stop all activities of “The Catharijne Press” and spend our remaining time and energy to the “Bibliotheca Thürkôwiana Minor”. After 20 years of publishing books and catalogues we have accomplished many things: a series of fine books, many friends all over the world and a lot of experience in miniature books.’ Guus Thürkôw overlijdt op 1 april 2010. Twee jaar later wordt de Bibliotheca Thürkôwiana Minor aangekocht door Museum Meermanno. Op de planken staan ruim 1500 miniatuurboeken waaronder 59 unica en een complete set van de uitgaven van The Catharijne Press. | |
[p. 208] | |
Figuur 6. De Bibliotheca Thürkôwiana Minor
| |
ConclusieDe boeken van The Catharijne Press behoren tot het beste wat er in miniatuurformaat is uitgegeven, niet alleen in Nederland, maar ook internationaal. Tweemaal werd een uitgave van de pers door de Miniature Book Society bekroond: The House of Judgment en The History of Reynard the Fox. Wellicht hadden er nog meer bekroningen kunnen volgen, maar na deze uitgave doet de pers niet meer mee aan competities. Aan de perfect uitgevoerde boekjes werd binnen de financiële mogelijkheden de grootst mogelijke zorg besteed. Zeker in de beginjaren werd de lat steeds weer iets hoger gelegd, tot het in vier kleuren op perkament drukken aan toe, een opgave waarvoor zelfs Joh. Enschede terugdeinsde. Hoewel de voorkeur uitging naar hoogdruk en originele grafiek, moesten er druktechnisch concessies worden gedaan, om de uitgaven rendabel te houden. In de regel wordt dit door de handmatige afwerking ruim gecompenseerd. Alle (deels geslaagde) pogingen ten spijt om kosten te besparen of nieuwe inkomsten te genereren, het is vooral de enorme inzet van eigen tijd en moeite van Guus en Luce Thürkôw waardoor de uitgeverij het een kleine twintig jaar kon volhouden. Een inzet die alleen te verklaren is uit een enorme liefde voor het boek. Figuur 7. houtsnede van Gerard Gaudaen voor de unieke uitgave van The ingenious Gentleman Don Quixote de la Mancha, Officina Minor, 2001
|
|