Henk Porck
Papier en kiezelwier
In open water levende diatomeeën (kiezelwieren) vertonen een grote rijkdom aan soorten, waarbij sommige specifiek plaatsgebonden zijn. In forensisch onderzoek wordt hier soms dankbaar gebruik van gemaakt. Zo bleek het bewijs dat iemand door een bepaald beekje was gelopen, geleverd te kunnen worden door de analyse van de diatomeeënsoorten die in zijn broekspijpen waren blijven hangen. De conservator van de papierhistorische collectie van de Koninklijke Bibliotheek kwam hierdoor op het idee dat er mogelijk tijdens de papierfabricage diatomeeën uit het gebruikte productiewater tussen de papiervezels vast komen te zitten; in gefossiliseerde toestand zouden deze diatomeeën nog steeds aanwezig en herkenbaar kunnen zijn.
Dit vermoeden werd bevestigd door een eerste oriënterend onderzoek in samenwerking met de Adviseur Water en Natuur, de Grontmij en Onderzoeksbureau De Facto. Het onderzoek werd verricht aan twee vellen handgeschept papier, een achttiende-eeuws papier afkomstig uit de papiermolen van Adriaan Rogge in de Zaanstreek, en een negentiende-eeuws papier uit de Veluwe, gemaakt in de molen van Jannes van Delden aan de Schoolbeek, een zijtak van de Grift. In de papiermonsters werden inderdaad verschillende soorten diatomeeën aangetroffen. De bevindingen gaven ook aan dat de diatomeeën bruikbaar zouden kunnen zijn bij de bepaling van de herkomst van het papier: het Zaanse papier liet bepaalde soorten zien, zoals Fragilaria, Nitzschia en Cymbella, die kenmerkend zijn voor het type voedselrijke water dat daar, ook tegenwoordig nog, voorkomt. Het Veluwse papier bevatte soorten die bekend zijn in het Veluwse, voedselarme beekwater, waaronder Brachysira procera en Tabellaria quadriseptata.
Bij een recent uitgevoerd vervolgonderzoek is aan het licht gekomen dat de ‘vingerafdruk’ van de diatomeeën in papier een veel complexere achtergrond kan hebben. Het feit dat er seizoensinvloeden kunnen zijn op de concentratie van de kiezelwieren in het water en dat ook waterzuiveringsmethoden die van oudsher in de papierbereiding werden toegepast, van invloed kunnen zijn op de ‘oogst’ van diatomeeën van een stuk papier, compliceert de interpretatie van de analyseresultaten. Daarentegen wijst die complexiteit er op dat een analyse van de diatomeeën in papier op meerdere terreinen relevant kan zijn.
Door een natbehandeling bij de conservering, zoals een waterige ontzuring, kan het diatomeeënspectrum van het papier zodanig worden veranderd dat het niet meer betrouwbaar kan worden geïnterpreteerd.Ga naar voetnoot*