Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis. Jaargang 9
(2002)– [tijdschrift] Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Steven Claeyssens
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Begin van het voorspel in de Gijsbrecht van Aemstel.
wat ze noemt ‘een “verkenning” van tentatieve aard’.Ga naar voetnoot5 Verder bestaan er enkele studies waarin aandacht wordt besteed aan het belang van colportage bij de verspreiding van socialistische en evangelische boodschappen, en een enkele casestudy naar de colportage van een zogenaamde ‘prachtbijbel’.Ga naar voetnoot6 De rijkdom aan documenten in het Bohn-archief maakt het mogelijk het beeld van de ambulante boekhandelaar scherper te stellen en met name in te zoomen op de colportagepraktijk.Ga naar voetnoot7 Hoe brengt Van Raalte de Gijsbrecht aan de man? Bij wie staat hij voor de deur? Hoe is de relatie met de uitgever en de plaatselijke boekhandel? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Salomon van Raalte en De Erven F. BohnOp 15 oktober 1892 treedt de 48-jarige Van Raalte in dienst bij De Erven F. Bohn. Hij heeft dan waarschijnlijk al een lange staat van dienst als colporteur. Het contract is gebaseerd op een overeenkomst met zijn vorige broodheer, de Amsterdamse uitgever Tj. van Holkema, bij wie hij van 15 oktober 1887 tot 15 oktober 1892 in dienst was.Ga naar voetnoot8 Zowel bij Van Holkema als bij De Erven F. Bohn verbindt Van Raalte zich ertoe uitsluitend te werken met uitgaven van de uitgeverij. Beide uitgevers betalen hem riant. De Bohn-overeenkomst stipuleert ‘dat hij daarvoor een salaris van f 100. - per week zal genieten, behalve vergoeding van de door hem betaalde reiskosten.’ De overeenkomst wordt aangegaan voor een jaar, met mogelijkheid van verlenging ‘indien een der partijen haar niet vóór 15 Juli 1893 heeft opgezegd’.Ga naar voetnoot9 Van de Gijsbrecht is in 1892 echter nog niets gedrukt, zodat Tadema opdracht geeft om in afwachting daarvan te colporteren met enkele andere Bohn-uitgaven. Pas | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
half juni 1893 rolt een proefaflevering van de pers, en kan Van Raalte beginnen met de colportage van de Gijsbrecht.Ga naar voetnoot10 Anderhalf jaar lang (79 weken) gaat hij op stap met het werk om het te slijten, en met succes. De eerste 73 weken krijgt hij daarvoor het salaris van f 100,- uitbetaald, maar de laatste zes weken weigert Tadema dit nog verder te betalen. Hij is de wanpraktijken van zijn colporteur spuugzat en wil hun relatie enkel voortzetten op basis van een vaste som (f 15,-) per verkocht exemplaar, zonder verdere vergoedingen.Ga naar voetnoot11 Van Raalte brengt nog 25 intekenaren aan,Ga naar voetnoot12 maar op 22 december zet Tadema definitief een punt achter de incidentrijke samenwerking.Ga naar voetnoot13 Van Raalte heeft dan 519 mensen gestrikt om, gespreid over enkele jaren, f 60,- neer te tellen voor de uitgave.Ga naar voetnoot14 Voor de genummerde, dubbel zo dure exemplaren op zogenaamd ‘Japansch’ papier vindt hij 46 belangstellenden.Ga naar voetnoot15 In totaal verzamelt hij dus 565 intekeningen.Ga naar voetnoot16 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De colportagepraktijkVoor de colportage van de Gijsbrecht stelt de uitgeverij Van Raalte een gebonden proefaflevering in een etui, een intekenlijst en een stapel bestelbriefjes ter beschikking.Ga naar voetnoot17 Om misverstanden te voorkomen staat zowel op de intekenlijst als op de bestelbriefjes de volledige prijs van het werk vermeld; een koper moet én een bestelbriefje én de intekenlijst ondertekenen. Meerdere keren vraagt de colporteur om een afgedrukte plaat, om meer te kunnen laten zien aan potentiële kopers, maar Tadema antwoordt elke keer dat dat (voorlopig) niet mogelijk is.Ga naar voetnoot18 Hij beslist bovendien geen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
prospectussen te laten drukken.Ga naar voetnoot19 Zodra de eerste afleveringen gedrukt zijn, neemt Van Raalte die op zijn tochten mee. Met dit materiaal in de hand gaat hij vervolgens op stap. Bij aankomst in een stad of dorp begeeft hij zich allereerst naar een boekhandelaar om er een cruciaal middel los te weken voor de verdere gang van zaken: adressen van klanten die mogelijk geïnteresseerd zijn. In ruil daarvoor belooft hij dan de boekhandelaar alle getekende bestelbiljetten verkregen op door hem geleverde adressen. Tadema wil namelijk dat alle bestelde exemplaren geplaatst worden door bemiddeling van de plaatselijke reguliere boekhandel, die op elk besteld exemplaar 20% rabat krijgt - f 12,- voor een ‘gewone’ Gijsbrecht, f 24,- voor een ‘Japansch’ exemplaar. Van Raalte wisselt het bestelbiljet, door de koper ondertekend, in voor een bestelling van een plaatselijke boekhandelaar bij De Erven F. Bohn. Herhaaldelijk beklemtoont Tadema dat het hem onverschillig is bij welke boekhandel Van Raalte de adressen haalt en de bestellingen aanbrengt, als het maar een als ‘solide’ bekendstaande handelaar is.Ga naar voetnoot20 Als Van Raalte klaagt dat hij alle adressen gehadJelte Karel Tadema,
hoofd van De Erven F. Bohn. heeft, overreedt Tadema hem nog enkele andere boekhandelaren om adressen te verzoeken.Ga naar voetnoot21 De Gijsbrecht is een behoorlijk dure uitgave, maar ook weer niet zo duur dat lange reizen naar verafgelegen dorpen, waar intekenaren niet in groten getale te vinden zijn, financieel rendabel zijn. Van Raalte concentreert zich dan ook in de eerste plaats op de Hollandse steden en de rijkere Hollandse dorpen. Het langst werkt hij in zijn thuishaven Amsterdam, van half juni tot november 1893 met behoorlijk veel succes en naar tevredenheid van zijn broodheer. Nadien daalt de verkoop en dus het enthousiasme, maar Tadema weet hem over te halen nog even door te gaan.Ga naar voetnoot22 Aan het einde van het jaar blijkt dat die laatste weken inderdaad ‘slecht’ zijn, maar toch zijn er dan in totaal, in 28 weken tijd, 185 ‘gewone’ en 24 ‘Japansche’ exemplaren geplaatst bij 21 Amsterdamse, waarschijnlijk ‘betere’ boekhandels.Ga naar voetnoot23 Bijna de helft van de intekenaren bestelt zijn exemplaar bij Scheltema en Holkema.Ga naar voetnoot24 Hierna blijft de colporteur nog anderhalve maand in Amsterdam. Vervolgens | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
trekt hij naar Haarlem en Heemstede, waar het verkoopcijfer volgens Tadema te laag is. De uitgever, zelf een Haarlemmer, stuurt hem een lijst met dertig adressen in die plaatsen, om hooguit twee dagen aan te besteden, waarna hij zijn colporteur met klem aanraadt zijn werkterrein naar Den Haag te verleggen.Ga naar voetnoot25 ‘Daar zijn de ministers en rijkslui.’Ga naar voetnoot26 Van Raalte besluit echter anders, en gaat naar Utrecht en Rotterdam, waar de verkoop meevalt.Ga naar voetnoot27 Eind april dringt Tadema er dan opnieuw op aan naar Den Haag te gaan: ‘Zoodra gij nu in Rotterdam gedaan hebt, moet gij regelrecht naar den Haag gaan, alvorens het getij daar verloopt. Wij rekenen die plaats als de beste stad voor u. Later gaan die lui al heel spoedig op reis, dus moet gij ze voor dien tijd bewerken.’Ga naar voetnoot28 De colporteur vertrekt nu wel naar Den Haag, maar de hooggespannen verwachtingen van de uitgever worden er niet ingelost.Ga naar voetnoot29 De laatste maanden vult Van Raalte nog met reizen naar onder andere Leiden, nogmaals Utrecht, Schiedam, Baarn, Soest, Wassenaar, Delft, Arnhem, Oosterbeek, Nijmegen, Zaandam en Den Bosch. Niettemin blijken vooral Amsterdam, Rotterdam en het (tegenvallende) Den Haag de meeste intekenaren te leveren (zie de bijlage). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Een fielt verkoopt wel’Zoals gezegd is de belangrijkste reden voor Tadema om de samenwerking met Van Raalte stop te zetten, 's mans wangedrag. In de periode dat hij met de Gijsbrecht rondreist, krijgt de uitgever tientallen klachtenbrieven van zowel kopers als boekhandelaren. De intekenaren beweren misleid te zijn door de colporteur en komen verhaal zoeken bij de uitgever of bij hun boekhandelaar, die op zijn beurt aanklopt bij Tadema. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Intekenaren bedrogenVan Raaltes ‘handelsmerk’ is het doen van valse beloftes, die niet op de intekenlijst of het bestelbiljet terug te vinden zijn. Hij belooft bijvoorbeeld een gratis band of een exemplaar op Japans papier voor de prijs van een gewoon exemplaar.Ga naar voetnoot30 Legio zijn de klachten over een foute voorstelling van de totale kostprijs van het werk: hij laat mensen geloven dat ze kunnen intekenen op het werk voor slechts achttien gulden of zelfs drie gulden (de prijs van één aflevering).Ga naar voetnoot31 Ook grote namen ontziet hij niet, integendeel, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Nu ja, een kleinigheid’. Brief van Bernard Zweers aan Tadema, 20 juli 1893.
hun handtekening op de lijst vergroot immers het aanzien van het project en kan op die manier helpen om twijfelaars over de streep te trekken. Zo ontvangt de uitgeverij in de maanden mei en juni van 1894, volgens een brief van Tadema aan Van Raalte, ‘om de andere dag’ een schrijven van Marcellus Emants.Ga naar voetnoot32 De schrijver heeft ingetekend, maar: Er blijkt ons uit dat gij hem eerst hebt laten teekenen onder belofte dat hij geen exemplaar zou behoeven te nemen, en later gezegd hebt dat hij 't wel tegen den netto-prijs kon krijgen. Beide manieren zijn geheel buiten den vorm, zoals gij zeer goed weet.Ga naar voetnoot33 Niet alleen Emants wordt het slachtoffer van Van Raalte. Bijna hilarisch is de brief die Tadema ontvangt van Bernard Zweers - een van de medewerkers aan de uitgave - waarin de componist levendig verslag doet van zijn gesprek met de colporteur de vorige dag: Hij hield mij toen een met inkt geschreven papier voor, waarop stond: ‘Wilt u zoo goed zijn te teekenen voor een gratis exemplaar.’ Ik antwoordde: ‘Nu, als ik je met mijn handteekening pleizier kan doen, ach ja.’ En ik teekende in een groot rood boek mijn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naam; daarna liet hij mij nog een inteekenbillet teekenen. Toen ik dat alles verricht had, zeide ik hem: ‘Denk er aan ik betaal het niet’ waarop hij antwoordde ‘Nu ja, een kleinigheid’.Ga naar voetnoot34 Ook P.J.F. Vermeulen, redacteur van De Tijd, wordt om de tuin geleid. Nadat hij heeft toegezegd een recensie te schrijven in ruil voor een (gratis) recensie-exemplaar, dringt Van Raalte er sterk op aan dat hij óók zou tekenen op de intekenlijst, onder het mom dat diens naam op de lijst grote waarde heeft, maar in werkelijkheid om hem alsnog te laten betalen voor het werk. Tadema laat immers het leveren van recensie-exemplaren nooit over aan zijn colporteur. Van Raalte handelt dus helemaal op eigen houtje, wetend dat zijn baas niet van plan is aan De Tijd een gratis exemplaar af te staan. Daarop verzint hij - in de woorden van Vermeulen - het volgende: De man liet echter niet af. (...) Ik moest en ik zou teekenen; daarna zou ik, indien ik één exemplaar op gewoon papier wilde betalen, bovendien ontvangen één exemplaar op japansch papier. Wilde ik niets betalen, dan zou hij dit laatste weêr van mij tegen geld terugnemen, enz. enz. 't Einde was, dat ik half door zijn fraaie beloften gewonnen, en half om van den man af te komen, mijn handteekening stelde.Ga naar voetnoot35 Deze en de vele andere brieven die Tadema over zijn colporteur onder ogen krijgt, stemmen hem allerminst gelukkig. Herhaaldelijk roept hij hem op het matje; vraagt een verklaring en eist dat Van Raalte een en ander in orde brengt.Ga naar voetnoot36 De uitgever verwacht dat er zonder misleiding te werk wordt gegaan en vooral dat steeds de juiste prijs wordt genoemd: zestig gulden voor een exemplaar op gewoon papier en 120 voor een exemplaar op Japans papier. Extra rabat of andere vormen van korting worden niet toegestaan. Hij raadt zijn colporteur ‘ernstig aan, zulke praktijken te laten varen; zij zijn oneerlijk en gevaarlijk!’Ga naar voetnoot37 Behalve Zweers, wiens intekening meteen ongedaan wordt gemaakt, krijgen alle gedupeerden een gelijkluidend antwoord op hun klacht.Ga naar voetnoot38 Tadema voert aan dat van misleiding geen sprake kan zijn daar zowel op de intekenlijst als op het bestelbiljet duidelijk de totale prijs staat gedrukt; dat de provisie voor de colporteur al betaald is en dat hij onmogelijk aansprakelijk kan worden gesteld, aangezien het werk niet bij hem is besteld, maar bij een boekhandel. Hij kan het werk dus niet terugnemen en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verzoekt om het toch te accepteren, soms erbij stellend dat hij bij deze ‘onderneming den steun van kunstlievende en welgestelde landgenooten zeer noodig’ heeft.Ga naar voetnoot39 Een dergelijke brief mist zijn uitwerking niet: velen leggen zich er uiteindelijk bij neer en betalen om van alle gezeur af te zijn. Maar niet iedereen geeft zich zo makkelijk gewonnen. Zo bijvoorbeeld notaris Smit uit Heemstede, die persoonlijk Tadema opzoekt om zich te beklagen over het gedrag van de colporteur. De man beweert dat Van Raalte de gedrukte prijs bedekt heeft gehouden en ‘in 't bijzijn zijner klerken, verzekerd [heeft] dat het f 9.-, hoogstens f 12.- zou kosten.’Ga naar voetnoot40 Smit weigert halsstarrig te betalen, Van Raalte ontkent zo gehandeld te hebben en uiteindelijk gaat de uitgever, waarschijnlijk uit angst voor een proces, overstag en neemt het boek terug: Ik behoef U, als man van de wet, er niet op te wijzen dat ik daartoe niet verplicht ben, waar door U (...) op een lijst is geteekend, waarop boven elke blz. de prijs staat. Dit zeg ik (...) om eventueele consequenties van een anderen Heer te vermijden, die (...) mij niet verzocht het boek terug te nemen, maar mij daartoe wilde dwingen.Ga naar voetnoot41 Evenals notaris Smit, weet onder anderen ook Emants de uitgever zo ver te krijgen zijn handtekening te schrappen.Ga naar voetnoot42 Van Raalte wordt in dergelijke gevallen dringend verzocht de boekhandelaar bij wie het bestelbiljet is ingewisseld voor een bestelling aan de uitgever, een nieuwe intekenaar te bezorgen.Ga naar voetnoot43 Uiteraard krijgt hij daarvoor niet opnieuw provisie uitbetaald. Ook komt het voor dat Tadema na enig geschrijf weliswaar niet inbindt, maar zich toch enigszins inschikkelijk toont. De reeds genoemde journalist Vermeulen, bijvoorbeeld, houdt ook aan en vindt Tadema uiteindelijk bereid tot een lichte toegeving: ‘Op aandringen van den colporteur leverden wij het ex. met 20% korting; tegen onzen zin, want wij meenen dat die korting alleen boekverkoopers toekomt.’Ga naar voetnoot44 Aangezien de bestellingen officieel langs de boekhandel lopen, worden niet alle klachtenbrieven rechtstreeks aan de uitgever gestuurd, maar ook aan de boekhandelaar die het orderbriefje heeft gekregen. Deze wenst uiteraard evenmin het slachtoffer te zijn van de malafide colportagepraktijken van Van Raalte en wendt zich, als hij het probleem zelf niet uit de wereld kan helpen, op zijn beurt tot de uitgever. Tadema handelt in zulke gevallen op dezelfde wijze als bij de rechtstreekse klachten van de kopers: de volledige prijs van het werk staat gedrukt boven elke pagina van het inteken- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
boek en elk inteekenbiljet, dus van misleiding kan geen sprake zijn. Weinig kan hem van gedachten doen veranderen.Ga naar voetnoot45 Zelfs als Couvée uit Den Haag dreigt met een stuk in de Spectator, laat hij zich niet vermurwen.Ga naar voetnoot46 Een markant geval van misleiding wordt aangekaart door de Bossche boekhandelaar F.L. van Ammers: ‘Eén inteekenaar wil 't werk in geen geval accepteeren daar zijn vrouw heeft geteekend tijdens zijn ziekte; v[an] Raalte moet daar gezegd hebben als je man 't niet hebben wil stuur 't dan maar terug.’Ga naar voetnoot47 Het antwoord van Tadema laat niet lang op zich wachten en is streng: de intekenaar moet het exemplaar accepteren; ‘de handteekening zijner vrouw is evengoed als de zijne; en het spreekt toch wel van zelf dat als men bij een colporteur inteekent, van een herroepen geen kwestie is.’Ga naar voetnoot48 Naar alle waarschijnlijkheid laat de man het daarbij, maar zou hij er een rechtzaak van hebben gemaakt, dan had de Nederlandse wet hem in het gelijk gesteld.Ga naar voetnoot49 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boekhandelaren bedrogenOok de boekhandelaren zelf blijken niet veilig voor de vindingrijkheid van de colporteur. Couvée bijvoorbeeld, dreigt niet alleen met de Spectator omdat zijn klanten bedrogen worden, maar ook omdat, naar zijn mening, zijn goede naam als boekverkoper op het spel staat: ‘Het blijkt mij thans zonneklaar, dat hij een kaartje van mij medegaf om toegelaten te worden, hoe hij daaraan kwam is mij een raadsel.’Ga naar voetnoot50 De grote-Van-Raalte-truc om een boekhandelaar wat guldens armer te maken is het zogenaamd verlenen van alleenrecht op de verkoop. Met mooie woorden en de garantie dat alle bestellingen in zijn woonplaats voor hem zijn, wordt de boekverkoper overgehaald tot het afstaan van een percentage van het rabat dat hem toekomt of tot het persoonlijk intekenen op een of meerdere exemplaren. Dit alles vanzelfsprekend tegen de zin van Tadema. Hij staat erop dat de intekenaren de vrijheid wordt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelaten te beslissen welke boekhandel het werk levert - mits het een ‘solide’ zaak is.Ga naar voetnoot51 Dergelijke afspraken vindt hij dus ontoelaatbaar. Bovendien blijkt telkenmale weer dat Van Raalte dergelijke beloftes zonder scrupules breekt. De Baarnse boekverkoper H.A. Stadermann Jr. bijvoorbeeld, tekent zelf voor een exemplaar in ruil voor alle intekenaren uit Baarn en Soest. De volgende dag komt hij de colporteur toevallig tegen, ‘op den weg naar Soest (...) vergezeld van den loopjongen van mijn concurrent, de firma Fels, die hij na mij toch ook opgezocht heeft.’Ga naar voetnoot52 In dergelijke gevallen van misleiding van de boekhandel berispt Tadema nog maar eens zijn colporteur, en toont zich tegenover de boekhandelaar in kwestie de ene keer wat coulanter dan de andere keer. Aan Stadermann Jr. betuigt hij bijvoorbeeld zijn spijt voor de handelswijze van zijn colporteur, eraan toevoegend: Daarom willen wij u ook niet noodzaken om het u opgedrongen ex. Gijsbr[echt] v[an] Aemstel te houden. Maar wij zenden 't u hierbij terug opdat gij zult kunnen trachten het te plaatsen. Wij gelooven wel dat dit u zal gelukken, daar er in geheel Baarn en Soest slechts drie exx. verkocht zijn. Indien gijzelf de moeite neemt er eens meê bij de voornaamste lui te gaan, zult gij er, naar wij ons vleien, wel meer plaatsen. De colporteur is er maar zeer korten tijd geweest. Indien gij er meer plaatst, geven wij u, voor uwe moeite 10% extra op de andere exemplaren.Ga naar voetnoot53 Maar niet elke boekhandelaar kan rekenen op Tadema's inschikkelijkheid; de handtekening is geldig en het colportage-geld is reeds uitbetaald; een en ander kan dus niet meer ongedaan worden gemaakt, is dan de redenering.Ga naar voetnoot54 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Colporteur’ of ‘commissionair’In het contract tussen Van Raalte en De Erven F. Bohn wordt de colporteur omschreven als ‘commissionair voor den Boekhandel te Amsterdam’.Ga naar voetnoot55 In de bewaard gebleven brieven in het Bohn-archief over hem wordt echter steevast de term ‘colporteur’ gehanteerd. Hoe verhouden beide begrippen zich tot elkaar? Welke plaats nemen zij in de negentiende-eeuwse ambulante boekhandel? Zijn dergelijke termen bruikbaar om, samen met andere gangbare termen zoals ‘venter’, ‘marskramer’, ‘reiziger’ of ‘leurder’, zicht te krijgen op de samenstelling van de gehele ambulante boekhandel tijdens de negentiende eeuw? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vondels ‘Rey van Amsterdamsche maagden’ getoonzet door Bernard Zweers.
Een colporteur, althans zo genoemd door de negentiende-eeuwse Nederlandse boekhandel, is degene die ‘om-den-brode langs de huizen [gaat], voorzien van intekenlijsten en prospectussen, met het doel om intekenaren te winnen, of liever gezegd: te strikken’, aldus Kuitert.Ga naar voetnoot56 Hij is rond 1840 nog een zeldzaamheid, maar wordt in de tweede helft van de eeuw een bekend fenomeen.Ga naar voetnoot57 Een commissionair is een soort topcolporteur die zich voor korte of langere tijd verbindt aan een uitgever, veel intekenaars kan werven en duur is. Hij wordt vooral ingezet bij de verkoop van tijdschriften en bij wat men ‘prachtwerken’ pleegt te noemen: dure bijbeluitgaves, meerdelige verzamelde werken, et cetera.Ga naar voetnoot58 Van Raalte, die tijdens zijn Bohn-jaren voor één uitgever uitsluitend met intekenlijsten, bestelbriefjes en afleveringen op stap gaat, kan dus colporteur en, daar hij een fikse vergoeding krijgt, commissionair genoemd worden. Recent onderzoek door Jeroen Salman naar de achttiende-eeuwse ambulante boekhandel leert echter dat eigentijdse begrippen om ambulante handelaren te benoemen nauwelijks kunnen dienen als uitgangspunt voor een categorisering. Er zijn ‘te veel overlappingen, tegenstrijdigheden en lacunes’.Ga naar voetnoot59 Op deze wijze struikelt de bestudering van de ambulante boekhandel met andere woorden over een terminologische verwarring. De term ‘colporteur’ bijvoorbeeld, en daarmee ook ‘colportage’ en ‘colporteren’, raakt ingebed in het Nederlands als gevolg van de napoleontische enquêtes uit de jaren 1810-1811.Ga naar voetnoot60 Hoogstwaarschijnlijk wordt de term aanvankelijk gereserveerd | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor die kleine groep ambulante boekverkopers die beantwoorden aan het criterium dat Lisa Kuitert geeft. Dit is vergelijkbaar met Duitsland, waar in de jaren 1820 de ‘colporteur’ ingeburgerd raakt als de reizende handelaar met intekenlijsten op het toneel verschijnt, ‘der bei seinem ersten Auftreten die Berufsbezeichnung “Colporteur” vorfand und sie auch annahm.’Ga naar voetnoot61 Er zijn echter voldoende aanwijzingen om aan te nemen dat tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw steeds meer vormen van ambulante boekhandel als colportage worden aangeduid, waardoor aan het einde van de eeuw zowat elke vorm van ambulante verkoop van drukwerk ‘colportage’ wordt genoemd: intekenaren op dure werken verzamelen, bijbels verspreiden, socialistische pamfletten op straat aanbieden, kranten in stations aanprijzen, et cetera.Ga naar voetnoot62 Met die evolutie beschikt het Nederlands dus voor het eerst over een woord dat in het gehele taalgebied gebruikt wordt om niet-reguliere of niet-sedentaire verkoop van drukwerk te benoemen - in tegenstelling tot ‘venten’ of ‘leuren’, wat ook op het verkopen van andere waren kan slaan.Ga naar voetnoot63 Toch waagt Salman zich aan een categorisering van de achttiende-eeuwse ambulante boekhandel, maar niet op basis van de eigentijdse begrippen. Ook niet vanuit de sociaal-economische positie van de boekverkopers, want daarvoor zijn er nog te weinig gegevens voorhanden. Salman opteert, met enige reserve, voor ‘een functionele indeling van typen handelaren, gebaseerd op handelspraktijken en handelswaar.’ Zo komt hij dan tot ‘een aantal ideaaltypen, waarbij direct moet worden aangetekend dat ook hierbij overlappingen voorkomen.’Ga naar voetnoot64 In specialisering oplopend zijn dat de gelegenheidshandelaar, voor wie drukwerk verkopen een bijverdienste is, de marskramer met drukwerk en andere waren, de marskramer met drukwerk en de marskramer met gespecialiseerd drukwerk. Deze vier typen of categorieën blijken inderdaad hanteerbaar, niet alleen voor de achttiende eeuw maar naar mijn mening ook voor de negentiende en wellicht ook de twintigste eeuw. Wel is het merkwaardig dat Salman, ondanks zijn (legitieme) bezwaren tegen het gebruik van eigentijdse termen, voor drie van de vier typen toch gebruikmaakt van het begrip ‘marskramer’. Het kind moet natuurlijk een naam hebben, en wellicht is ‘marskramer’ te verdedigen boven ‘venter’ of ‘leurder’, maar is het niet consequenter en correcter - de algehele begripsverwarring indachtig - de ingeslagen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weg te vervolgen?Ga naar voetnoot65 Het eerste ideaaltype is de gelegenheidshandelaar, het tweede is dan de (ambulante) handelaar met drukwerk en andere waren, et cetera. Zelfs is het in het algemeen aan te bevelen om - zoals Salman dat verder wel meestal doet - in historische, meer theoretische beschouwingen over de diverse vormen van venten, leuren en colporteren van drukwerk de term ‘ambulante (boek)handel’ te hanteren. De ambulante (boek)handel kan bijgevolg onderverdeeld worden in vier ideaaltypen:
‘Colporteur’ is aanvankelijk de benaming voor de ambulante handelaar met (gespecialiseerd) drukwerk die met intekenlijsten en dergelijke - en dus niet met de boeken zelf - langs de huizen gaat. In de loop van de tweede helft van de negentiende eeuw gaat de term steeds meer synoniem staan voor zowat elke ambulante handelaar met (gespecialiseerd) drukwerk. Wellicht ervaart met name de topcolporteur, veelal nauw gelieerd aan een of meer uitgevers, deze begripsuitbreiding als een ‘degradatie’ en tracht hij zich te onderscheiden door zich als ‘commissionair’ te presenteren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Conclusies‘Commissionair voor den Boekhandel’ Salomon van Raalte is aan het einde van de negentiende eeuw een ambulante boekhandelaar met drukwerk die naar alle waarschijnlijkheid, en ondanks zijn eigenzinnige verkoopstrategieën, tot de bovenlaag van de ambulante boekhandel gerekend moet worden. Het lijkt erop dat De Erven F. Bohn nauwelijks financiële schade heeft opgelopen met het in dienst nemen van de gladde colporteur. Tadema trekt maar zelden aan het kortste eind, en uiteindelijk worden vooral intekenaren en boekhandelaren slachtoffer van 's mans trukendoos. Tadema is natuurlijk geen beginneling in het boekenvak. Hij heeft vroeger al kennisgemaakt met ambulante boekverkopers, kent hun slechte reputatie en was wel eens eerder het slachtoffer van een van hen.Ga naar voetnoot66 De eis van Tadema dat alle exemplaren geleverd worden door bemiddeling van de reguliere boekhandel, doet erg collegiaal aan tegenover de boekhandel. De Gijsbrecht wordt immers uitsluitend door colportage verspreid, wat in principe betekent | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat de ‘gewone’ boekhandel omzeild zou kunnen worden. Toch staat de uitgever erop dat ook de plaatselijke boekhandelaren betrokken worden bij de levering van het werk, en hij is zelfs bereid daarvoor een fikse prijs te betalen. Uiteraard wenst hij zo op goede voet te blijven met de reguliere boekhandel, maar dat vormt slechts een klein deel van de motivering. Belangrijker is dat hij en met name Van Raalte de boekhandelaren nodig hebben, zowel voor adressen als om vertrouwen te winnen bij mogelijke intekenaren. Van Raalte laat wellicht niet na de naam van de boekhandelaar die hem het adres gaf te noemen, ervan uitgaande dat de bekendheid met een (vaste) boekhandelaar de intekenaar extra vertrouwen zal inboezemen. Bovendien bouwt Tadema op die manier ook een extra zekerheid voor zichzelf in. Hij kan nu, indien de intekenaar weigert de afleveringen in ontvangst te nemen, de verantwoordelijkheid afschuiven op de reguliere boekhandel. De intekenaar bestelt het exemplaar immers bij de boekhandel, niet bij de uitgever. Die constructie werpt haar vruchten af, het merendeel van de Gijsbrecht-exemplaren wordt door middel van colportage verkocht. Tegenover de gedupeerden slooft Tadema zich uit om vooral aan te tonen dat niet híj, maar Van Raalte de boosdoener is, dat hij er alles aan doet om hun ter wille te zijn, maar dat zíj toch in de eerste plaats degenen zijn die zich hebben laten misleiden. Van Raalte leest hij intussen geregeld de levieten, maar het kan geen toeval heten dat pas wanneer het leeuwendeel van de exemplaren is geplaatst, er een klacht te veel komt en de man wordt ontslagen. De volgende woorden van Tadema, aan het papier toevertrouwd in volle Van Raalte-crisis, spreken boekdelen: ‘De ervaring, die ik van colporteurs heb opgedaan, noopt mij u er voor te waarschuwen. - Een fatsoenlijk colporteur - d[it] i[s] iemand die noch 't publiek noch zijn principaal bedriegt - verkoopt niet; een fielt verkoopt wèl, maar misleidt iedereen.’Ga naar voetnoot67 Deze waarschuwing lijkt op het lijf van Van Raalte en veel van zijn collega's geschreven, maar werpt daarnaast ook een dubieus licht op de uitgevers met wie ze gelieerd waren en die hen blijkbaar ondanks alle berichten van onbetrouwbaarheid en gesjoemel hun gang laten gaan. Een laatste opmerkelijke vaststelling, die overigens verdere toetsing vraagt, heeft betrekking op het kooppubliek. Kuitert stelt dat het werkterrein van de negentiende-eeuwse colporteur in de eerst plaats het platteland is.Ga naar voetnoot68 De intekenlijst van de Gijsbrecht laat echter iets geheel anders zien: meer dan driekwart van de intekenaren woont in de Hollandse steden, meer dan de helft in Amsterdam (zie de bijlage). Wellicht kan hier als verklaring gelden dat met name voor de toplaag van de ideaaltypen ‘handelaar met drukwerk’ en ‘handelaar met gespecialiseerd drukwerk’ het platteland (economisch) oninteressant is. Hopelijk sluimert in nog meer uitgeversarchieven ‘colportage’-materiaal om dit te staven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BijlageAantal intekenaren naar plaats en provincie in Proeve van bewerking eener prachtuitgaaf van den Gysbrecht van Aemstel door Joost van den Vondel (intekenlijst; UB Leiden, Bohn plano 4). Intekeningen in overleg met de uitgever ongedaan gemaakt, werden niet geschrapt in de intekenlijst. Ook intekeningen op een ‘Japansch’ exemplaar voor de prijs van een gewoon exemplaar werden niet gewijzigd en staan vermeld onder Japans papier.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afsluitend ornament uit de Gijsbrecht van Aemstel.
|
|