Jaarboek De Fonteine. Jaargang 1993-1994
(1996)– [tijdschrift] Jaarboek De Fonteine– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||||
[Abrahams offerhande]Ga naar margenoot+Item. Hier begint een spreeckende prologe van een spel van sinnen van Abrahams offerhande.Ga naar voetnoot+
Lust om weten
Wel, wadt mach nu toch hier al sijn te doen,Ga naar voetnoot1
dattet volck hier dus overal vergaert is?Ga naar voetnoot2
Tis immers den tijt ende tsaijsoenGa naar voetnoot3
om buijten te wandelen in het groen,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
daer elck vogelken lieffelijck gepaert is.Ga naar voetnoot5
Dit dunckt mijn dat recht tegen den vaert is,Ga naar voetnoot6
recht oftmer om niet sou tappen bier oft wijnGa naar voetnoot7
ende ofter oock gecomen waer een vreemt medecijn,Ga naar voetnoot8
die alle menschen fijn sou conen genesen.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Dit moet immers wadt wonders wesen,Ga naar voetnoot10
ick en can van desen die saeck niet verstaen.Ga naar voetnoot11
Ick hebben op mijnen booch oock wel twee pesenGa naar voetnoot12
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||||
dat dit is wadt anders, ick seght u plaen.Ga naar voetnoot13
Dus sonder beraen wil ick hier sitten off staenGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
en verwachten tbescheijt, al sou ick eeten niet.Ga naar voetnoot15
Want ick met mijnen naem Lust om weten hiet.
Pausa
Goet onderwijs
Ick dancke den Heer der heerschaerenGa naar voetnoot17
dattet dusverde alrede gecomen isGa naar voetnoot18
dat ick het volck hier sie vergaeren.Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Ick dancke den Heere der heerschaeren,
want men sal hier een schoon exempel verclaerenGa naar voetnoot21
van een sterck gelooff, twelck uuijt den Bijbel genomen is.Ga naar voetnoot22
Ick dancke den Heer der heerschaeren
dattet dusverd alrede gecomen is.
Lust om weten
25[regelnummer]
Holla, vrient, ick had allang geseten aen den disGa naar voetnoot25
- ick segt u gewis -; dan mij heeft gehouwen hierGa naar voetnoot26-27
omdat ick sie vergaert mannen en vrouwen hier.Ga naar voetnoot27
Des ben ick om weten nieusgierich wadt.Ga naar voetnoot28
Dies bid ick u, vrient, met herten vierich, datGa naar voetnoot29
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||
30[regelnummer]
ghij mij de saecke wilt ontfouwen hier.Ga naar voetnoot30
Maar eerst met goet bestier seght uwen naem propijs.Ga naar voetnoot31
Goet onderwijs
Ick ben geheten Goet onderwijs.Ga naar voetnoot32
Verstaet wel dit advijs, mijn goede vrient:Ga naar voetnoot33
ick sal u al die saecken maecken bekint;Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
mijn wel versint, so mach tverstant in u rijsen.Ga naar voetnoot35
Men sal hier die historij spelen, niet om volprijsen,Ga naar voetnoot36
van Abrahams offerhande, ick moetet u uuijtmeten.Ga naar voetnoot37
Dan seght mijn: waerom waerdij hier geseten?
Lust om weten
Ga naar margenoot+Maer, goede heer, mijn naem is Lust om weten,
40[regelnummer]
en ick verwondere mij boven maeten
dat ick tvolck sach comen van allen straeten
loopen so verwaeten, als soumer gelt deelen.Ga naar voetnoot42
En op desen tijt het volck met halven en heelenGa naar voetnoot43
gemeenlijck plach te drincken nae doude seden.Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
En nu hier te comen, dat docht mijn cleijn reden.Ga naar voetnoot45
Dat is doorsaeck dat ick hier geseten was.Ga naar voetnoot46
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||
Goet onderwijs
Wel, Lust om weten, ick sal u op dit pasGa naar voetnoot47
altsaemen seggen watmen hier speelwijs sal verthonen.Ga naar voetnoot48
Lust om weten
Wel, vrient, dat moet u Godt lonen,
50[regelnummer]
Ick wil mijn gaen stellen tot audiencije.Ga naar voetnoot50
Goet onderwijs
Wel, hebt dan een weijnich patientije,
want alle de intentie sal ick u ontfouwen,Ga naar voetnoot52
hoe dat ons voorvaders hebben gehadt goet betrouwenGa naar voetnoot53-54
dat Ghodt sou houwen dat Hij Adam hadt belooft.Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Want Hij seijden: ‘Tsaet der vrouwen sal u vertreden thooft’,Ga naar voetnoot55
daer wij int boeck Genisis van vinden tbescheijt,Ga naar voetnoot56
teghen het serpent, omdat het hadde berooftGa naar voetnoot57Ga naar voetnoot57-58
Adam van sijn kintse onnoselheijt,Ga naar voetnoot58
die Godt int eerste hem hadde bereijt,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
dies Adam met leijt uuijt het paradijs most gaen.Ga naar voetnoot60
Dan hij bleeff vast op Goods beloften staen,Ga naar voetnoot61Ga naar voetnoot61-63
-waerom hij oock sonder waen moet sijn gepresenwantGa naar voetnoot62
hij gelooffden dat sulckx sou wesen.Ga naar voetnoot63
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||
Lust om weten
Ja, vrient, die beloften hebben ons genesenGa naar voetnoot64
65[regelnummer]
vant eeuwich verderff, dat seg ick u claer.Ga naar voetnoot65
Sal dat hier verhaelt werden int openbaer,Ga naar voetnoot66
te weten int lang, totdat Christus was geboren?Ga naar voetnoot67
Goet onderwijs
Neen, maer, mijn goede vrient uuijtvercoren,
men sal de historije van Abraham spelen,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
eerst hoe Sara Agar de verdrijvenGa naar voetnoot70
met Ismael, des Agar in druck most blijven.Ga naar voetnoot71
Laet dese motijven u niet vervelen,Ga naar voetnoot72
want voor u wil ick tminste niet heelen,Ga naar voetnoot73
maer den sin mededelen, soalst behoort.Ga naar voetnoot74
Lust om weten
75[regelnummer]
Wel, doen Ismael met sijn moeder was voort,Ga naar voetnoot75
-seght ongestoort- hoe ginckter doe al te werck?Ga naar voetnoot76
Goet onderwijs
Maer, doen creech Abraham een gebodt sterckGa naar voetnoot77
-neempt hierop merck- vanden Heer almachtich hierboven,Ga naar voetnoot78
dat hij IJsack, sijn soon, tot Gods lovenGa naar voetnoot79-80Ga naar voetnoot79
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||
80[regelnummer]
Ga naar margenoot+sonder vertoven opofferen sou, dies Hij hem de plaets weesGa naar voetnoot80
int lant des gesichts, waerdoor doen druck reesGa naar voetnoot81
in Abrahams herte.
Lust om weten
Wel, was Gods gebodt Abraham dan smerte,Ga naar voetnoot83
daer hij een man was vol betrouwen fier?Ga naar voetnoot84
Goet onderwijs
85[regelnummer]
Neen. Temtatije des gelooffs deed hem verflouwen schier,Ga naar voetnoot85
en Twijffel der beloften quam hem oock bestrijen.
Dies hij in sorge was, want dese partijenGa naar voetnoot87
aen alle sijen hem niet ongequelt en lieten,
omdat hem topofferen soude verdrieten.Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Want twas haer leet dat hij soude genietenGa naar voetnoot90
de eeuwige vreucht daer Sathanas uuijtgevallen was,
en meenden hem so te betaelen ras,Ga naar voetnoot92
dat hij op dat pas tot wangelooff soude comen snel.Ga naar voetnoot93
Lust om weten
Sou Temtacij des gelooffs haer dat beromen wel,Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
en Twijffel der beloften sulck spel oock brouwen?Ga naar voetnoot95
Goet onderwijs
Ja: die op Gods woorden nier en bouwen,Ga naar voetnoot96
soude sulck benouwen wel mogen gebueren.Ga naar voetnoot97
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||||||
Dan Abraham ginck sijn werck besuerenGa naar voetnoot98
en stelde sonder trueren al sijn betrouwen op Godt.
Lust om weten
100[regelnummer]
Seght, Goet onderwijs, hoe was het slodtGa naar voetnoot100
en hoe verginget toch alle saecken?Ga naar voetnoot101
Goet onderwijs
Maer, Abraham ging gereetschap maeckenGa naar voetnoot102
van hout en dat tot den offer behoeffde.Ga naar voetnoot103
Dies Sara leeffde als de bedroeffdeGa naar voetnoot104
105[regelnummer]
dat haer kint uuijt den lande soud reijsen,Ga naar voetnoot105
en Abraham most hem voor haer noch veijsen,Ga naar voetnoot106
want sijn gepeijnsen gaff hij haer niet te kennen.Ga naar voetnoot107
Lust om weten
Wel, waerom dat?Ga naar voetnoot108
Goet onderwijs
Maer, uuijt puerder minnen
en woude hij haer dat niet openbaeren,
110[regelnummer]
om haer int herte niet te beswaeren
-hoort dit verclaeren-, want hij bemindese seer.Ga naar voetnoot111
Nochtans wilde hij volbringen tgebodt vanden Heer
en tot elcken keer Hem in alles gehoorsaemen.Ga naar voetnoot113
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||||
Lust om weten
Waer bleeff Temtacij des gelooffs vol blaemen,Ga naar voetnoot114
115[regelnummer]
en Twijffel der beloften, die lelijcke beest?Ga naar voetnoot115
Goet onderwijs
Ga naar margenoot+Maer, die ghingen terstont wech naet betaemen,Ga naar voetnoot116
want daer is comende Goods crachtige geest,Ga naar voetnoot117
daer moet ongelooff en twijffel minst en meestGa naar voetnoot118
terstont wechvlieden door dat betrouwen crachtich,
120[regelnummer]
want Godt is alle dingen machtich.Ga naar voetnoot120
Die dan Godt met hem heeft, niemant can hem hinderen,Ga naar voetnoot121
want van steenen can Hij maecken Abrahams kinderen,Ga naar voetnoot122
so ons Christus heeft verclaert.Ga naar voetnoot123
Daerom heeft Abraham sijn soon niet gespaert,
125[regelnummer]
maer willich den Heer opgegeven.Ga naar voetnoot125
Dan Godt heeft hem behouden int leven,
bevrijt van sneven door Abrahams betrouwen groot.Ga naar voetnoot127
Want Godt begeeft sijn vrienden niet in den noot.Ga naar voetnoot128
Lust om weten
Wel, Goet onderwijs, nae dit explootGa naar voetnoot129
130[regelnummer]
moet ick wachten en mijnen lust boeten.Ga naar voetnoot130
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||
Goet onderwijs
Wel, Lust om weten, om druckx versoetenGa naar voetnoot131
laet ons eerst groeten al diet waerdich sijn.Ga naar voetnoot132
Lust om weten
Wel, ick ben tevreden met blijden schijn.Ga naar voetnoot133
Begint op dit termijn, ghij benttertoe gewent.Ga naar voetnoot134
Goet onderwijs
135[regelnummer]
Den oppersten Heer omnipotent,
die hemel en aerde schiep met een woort,Ga naar voetnoot136
Lust om weten
bewaer onsen stathouder magnificent,Ga naar voetnoot137
opdat hij blijff ongeschent, in goet acoort.Ga naar voetnoot138
Goet onderwijs
Oock bewaer Godt alle ander regenten voort,Ga naar voetnoot139
140[regelnummer]
die, soot behoort, tgemeen lant dienen door Goods gracij.Ga naar voetnoot140
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||||
Lust om weten
Wij groeten oock vriendelijck tot deser spacijGa naar voetnoot141
den schout, baijlliou en burgemeesters mede,Ga naar voetnoot142Ga naar voetnoot142-143
Goet onderwijs
met mijnen heeren schepenen en raet deser stede,
en alle goeij burgers en inwoonders groot en smal.Ga naar voetnoot144
Lust om weten
145[regelnummer]
En ons meebroeders van Lieft boven alGa naar voetnoot145
groeten wij oock vriendlijck en goedertieren.Ga naar voetnoot146
Goet onderwijs
In liefden getrou met de jonge scholieren,Ga naar voetnoot147Ga naar voetnoot147-148
die den const hantieren, groeten wij loijael.Ga naar voetnoot148
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||||||
Lust om weten
En alle lieffhebbers en vreemden int generaelGa naar voetnoot149
150[regelnummer]
groeten wij altsaemen, want Trou moet blijcken.Ga naar voetnoot150
Goet onderwijs
Vrienden altsaemen, wilt ons spel ankijcken
met sin en met verstant en met silentie.Ga naar voetnoot152
Lust om weten
Ga naar margenoot+Al sijnder eenighe fauten, hebt doch patientije,
want uuijt goeder intentie wort dit gedaen.Ga naar voetnoot154
Goet onderwijs
155[regelnummer]
Elck mach oock sijn buijdel wel gaedeslaen,Ga naar voetnoot155
datter geen vreemde hant in wordt gesteecken.Ga naar voetnoot156
Lust om weten
Al siedij aen ons oock eenighe gebreecken,Ga naar voetnoot157
denckt datment niet al en can versinnen.
Dus hoort en swijcht; sijet, wij gaen terstont beginnen.
In foli 64 aen dander sij volcht onderaen after het. spel de conclusie+ Fijnis van de prologe; is lang 162 regelen | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||||||||||||
Hier begint het spel van Abrahams offerhande. De personages sijn dese:
Temtatie des geloofs eerst uuijt
160[regelnummer]
Waer sijdij, joncker?Ga naar voetnoot160
Twijffel der beloften
Alhier, jonckvrouwe!
Segt mijn, bij trouwe, wadt schuijlter doch?Ga naar voetnoot161
Temtatie des geloofs
Noijt so int doncker, noijt so in rouwe!Ga naar voetnoot162
Waer sijdij, joncker?
Twijffel der beloften
Alhier, jonckvrouwe!
Temtatie des geloofs
Hoe staet den proncker, steeckt handt uijt den mouwe!Ga naar voetnoot164
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
165[regelnummer]
Wadt vreemder beschouwe! Wie pruijlter noch?Ga naar voetnoot165
Temtatie des geloofs
Ach, waer sijdij, joncker?
Twijffel der beloften
Alhier, jonckvrouwe!
Segt mij, bij trouwe, wadt schuijlter doch?
Temtatie des geloofs
Ga naar margenoot+Och, neve, neve, het vuijlter, och!Ga naar voetnoot168
Tes al bedroch, noijt sulcken maereGa naar voetnoot169
170[regelnummer]
dan ick hebbe gehoort binnen desen jaere!Ga naar voetnoot170
Van meerder wonder was noijt gesprooken.Ga naar voetnoot171
Twijffel der beloften
Waij, vuijl clappeije, hebdij weer wadt nieuws geroocken?Ga naar voetnoot172
Ghij moet uwen clepel noch al bet rueren.Ga naar voetnoot173
Men derff gheen bode in dese stadt huerenGa naar voetnoot174
175[regelnummer]
om nieuwe tijdinghe te haelen, wantGa naar voetnoot175
ghij vernemet genoch.Ga naar voetnoot176
Temtatie des geloofs
Hadt ghij tverstant
van dat ick seggen wil, ghij sout u segenenGa naar voetnoot177
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||||||||||||
en eer geloven dattet gelt sou regenen,
dan sulckx gebueren sou; dus hoorter nae.Ga naar voetnoot179
Twijffel der beloften
180[regelnummer]
Maer ist oock waerachtich?Ga naar voetnoot180
Temtatie des geloofs
Jaet, so waer als ick hier stae,
en sonder adderen sal ickt uuijtleggen.Ga naar voetnoot181
Twijffel der beloften
Nochtans sijdij ongeluckich int waerseggen:Ga naar voetnoot182
ick naem van u leugen liever een mijtGa naar voetnoot183
dan van de waerheijt een pont!Ga naar voetnoot184
Temtatie des geloofs
Ou, wadt doet dit verwijt!
185[regelnummer]
Ghij sult noch anders singen eer wij scheijen.Ga naar voetnoot185
Och, twaer beter gelogen voor ons beijen:Ga naar voetnoot186
tes ons een schreijen, quaet om genesen.Ga naar voetnoot187
Twijffel der beloften
Ick hoor wel, ten sal geen leugen wesen,
want quade tijdinghe valt gemeen warachtich.Ga naar voetnoot189
190[regelnummer]
Nu, segt op, wadt schuijlter?Ga naar voetnoot190
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Ist u wel indachtich
hoe Godt belooft heeft Abrahams zaetGa naar voetnoot191-192
te vermenichvuldigen?Ga naar voetnoot192
Twijffel der beloften
Trouwen, jaet,
naer de sterren des hemels wijt en breet sijn.Ga naar voetnoot193
Maer het dunckt mij al te vreemden bescheet sijn.Ga naar voetnoot194
195[regelnummer]
Dies ick, Twijffel der beloften, als de coenneGa naar voetnoot195
bij hem verkeer, avont en noenne.Ga naar voetnoot196
Want Abraham is out en traech van jaeren.Ga naar voetnoot197
Sara en dient oock geen kint te baeren.Ga naar voetnoot198
Dus blijft de belofte als stoff verstoven.Ga naar voetnoot199
Temtatie des gelooft
200[regelnummer]
Ga naar margenoot+Neen, daervoor is een ander schoff geschoven.Ga naar voetnoot200
Ghij ende ick en sijnder niet meer gehoort.Ga naar voetnoot201
Twijffel der beloften
En hoe dat?Ga naar voetnoot202
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
Wel, hoe dus?
Temtatie des geloofs
Hem is een soon geboren
205[regelnummer]
door sijn gelove, dat voor Godt sterck was.
Twijffel der beloften
Wist ickx niet, dat al clappeijen werck was!Ga naar voetnoot206
Loopt, maeckt een ander wijs dees viesevaesen.Ga naar voetnoot207
Temtatie des geloofs
Tes, seg ick, waerachtich.Ga naar voetnoot208
Twijffel der beloften
Eij, tis een blaesen!
Niet eer moet schip ter see bederven,Ga naar voetnoot209
210[regelnummer]
want sij gaen beijde op haer sterven.Ga naar voetnoot210
Wat sou haer die suffe daerme moeijen?Ga naar voetnoot211
Temtatie des geloofs
Tes nochtans also!Ga naar voetnoot212
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
Loop, segtet de coeijen:
die sullent wel heelen, want tis gelogen.Ga naar voetnoot213
Temtatie des geloofs
Ick seg u: sijn gelove heeft ons bedrogen.Ga naar voetnoot214
215[regelnummer]
Daer is een zone, hoe dat ghijer om steent.Ga naar voetnoot215
Gelovet off ghij wilt.Ga naar voetnoot216
Twijffel der beloften
Jae ja, ick weet wadt ghij meent:
de zone die hij heeft vercregenGa naar voetnoot217-218
van Agar, sijn dienstmaecht!Ga naar voetnoot218
Temtatie des geloofs
Neen, hij is, seg ick, anders bedegen.
Ick mene bij Sara, hoewel het u verwondert.
Twijffel der beloften
220[regelnummer]
Weij, die is tnegentich jaer out en hij hondert!Ga naar voetnoot220
Temtatie des geloofs
Tis nochtans, seg ick u, also geschiet.
Twijffel der beloften
Tmach wel, maet, maer nochtans gelooff ickx niet:Ga naar voetnoot222
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||||||||||||||
al swoerdijt ten heijligen, tis tegen natuer.Ga naar voetnoot223
Temtatie des geloofs
En nochtans ist waer.Ga naar voetnoot224
Twijffel der beloften
Ga naar margenoot+Eij, hoort dees kuer.
225[regelnummer]
Godt geve u tonge veel ongevals.Ga naar voetnoot225
Temtatie des geloofs
Ist niet waer, ick geve u mijn hals,Ga naar voetnoot226
ick soudet bethonen met hondert lien!Ga naar voetnoot227
Twijffel der beloften
Ghij blijfter bij, al haddijt gesien!Ga naar voetnoot228
Nochtans, in dien heb ick cleijn gelove,Ga naar voetnoot229
230[regelnummer]
want Abraham is versuft en doveGa naar voetnoot230
en Sara en weet niet off sij voor oft after leeft.Ga naar voetnoot231
Dus rust u hooft als een die te sachter leeft;Ga naar voetnoot232
lieff minneken, vertreckt, ghij coempt te spade,
tis al gegeven.Ga naar voetnoot234
Temtatie des geloofs
Help, Godt, genade!
235[regelnummer]
En gelooffdijt noch niet?Ga naar voetnoot235
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
Neen ick, off ghij most mij anders bethonen.
Temtatie des geloofs
Ghaen wij dan ontrent daer sij wonen;
ghij sult die waerheijt wel sijn verstaende.Ga naar voetnoot237
Holla, Abraham compt hier selver gaende.
Swijcht en hoort, ghij sult den zin mercken.Ga naar voetnoot239
Abraham leijt op sijn knien.
240[regelnummer]
Loff, wonderlijcke Godt in al u wercken!Ga naar voetnoot240
U belofte verheucht mijn boven maeten,Ga naar voetnoot241
uwe genade doet mijn ouderdom verstercken!Ga naar voetnoot242
Loff, wonderlijcke Godt in al u wercken!
Wel dengenen, tsij in wadt percken,Ga naar voetnoot244Ga naar voetnoot244-245
245[regelnummer]
die op U betrouwen en suldij niet verlaeten.
Loff, wonderlijcke Godt in alle u wercken!
U belofte verheucht mijn boven maeten.
Temtatie des geloofs
Wel, wadt dunckt u van dien?Ga naar voetnoot248
Twijffel der beloften
Wij worden verwaten.
Dat hoor ick alree wel aen sijn couten.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
250[regelnummer]
Den hutspot is beseijckt,Ga naar voetnoot250
Twijffel der beloften
en den pap versouten.
Noijt was ick tot meerder gramschap verweckt.
Godt schense beije.Ga naar voetnoot252
Temtatie des geloofs
Eij, hout u bedeckt:
ghij sult nu hooren dat ick u heb voorseijt.
Abraham
Loff, Heer der heerschaeren, wiens majesteijtGa naar voetnoot254
255[regelnummer]
an Sara, mijn huijsvrou, nu is bewesen.Ga naar voetnoot255
Gebenendijt sij uwen naem inder eeuwicheijt!Ga naar voetnoot256
Loff, Heer der heerschaeren, wiens majesteijt
al tlant sal worden verbreijt.Ga naar voetnoot258
Van meerder genade en was noijt gelesen!Ga naar voetnoot259
260[regelnummer]
Loff, Heer der heerschaeren, wiens majesteijt
Ga naar margenoot+an Sara, mijn huijsvrou, nu is bewesen
in IJsack, mijn lieve soon gepresen.
Temtatie des geloofs
Hoordij dat wel, compere?Ga naar voetnoot263
Twijffel der beloften
Jae ick, tegen mijnen danck!
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 94]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Hoe hebdij u nu?Ga naar voetnoot264
Twijffel der beloften
Ick worde heel cranck,
265[regelnummer]
want sulcken sanck ick niet gaern en hoor.Ga naar voetnoot265
Temtatie des geloofs
En ick heb geheel een luijs in mijn oor.Ga naar voetnoot266
Eij, arme sloor, wij blijven beschaempt.Ga naar voetnoot267
Maer hoe heet dat kint?
Twijffel der beloften
Tis IJsack genaempt.
Ramp heb die moeder diet ter werrelt gebracht heeft.Ga naar voetnoot269
Temtatie des geloofs
270[regelnummer]
Ick weet wel datse luttel gedacht heeftGa naar voetnoot270-271
op desen soon door mijn temptatije.
Abraham
Versterckt mijn soon, Heer, door uwe gratie,
opdat U sijn mont mach gebenedijen,Ga naar voetnoot273
en geeft hem een salighe dominatije.Ga naar voetnoot274
275[regelnummer]
Versterckt mijn soon, Heer, door uwe gratije.Ga naar voetnoot275
Ende sijn zaet binnen swerrelts statijeGa naar voetnoot276
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 95]
| |||||||||||||||||||||||||
het gelove wilt bewaeren en bevrijen.Ga naar voetnoot277
Versterckt mijn soon, Heer, door uwe gratije,
opdat U sijn mont mach gebenedijen
280[regelnummer]
van nu an tot eeuwigen tijen.
Twijffel der beloften
Leert hem eerst pap eeten!
Temtatie des geloofs
Ende dan strijen!
Help, wadt heeft hij al voor met sijnen kinde?
Twijffel der beloften
Wadt sal hij daeraff maecken int inde?Ga naar voetnoot283
Een coopman, peijns ick, soo mach hij tseewaert vaeren.Ga naar voetnoot284
Temtatie des geloofs
285[regelnummer]
Ick wed dat hij niet sal sien de baeren:
hij is veel te swack en te teer van leden.
Ick hoor, twou sterven doent worde besneden.Ga naar voetnoot287
Dus weest tevreden op dit termijn.Ga naar voetnoot288
Twijffel der beloften
Ick had wel moet, mocht ghij die minnemoer sijn:Ga naar voetnoot289
290[regelnummer]
ten sou geen jaer sijn luijeren beschijten.Ga naar voetnoot290
Temtatie des geloofs
Ick liet hem liever te bersten crijten!
Nu, op sulck verwijten can ick niet passen.Ga naar voetnoot292
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 96]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
Ga naar margenoot+Maer Agar, dat jonckwijff, sal die binnen der cassenGa naar voetnoot293
noch mogen blijven? Seght mijn daer tbedien off.Ga naar voetnoot294
Temtatie des geloofs
295[regelnummer]
Wel, waerom vraechdijt mijn?Ga naar voetnoot295
Twijffel der beloften
Ghij weeter tgeschien off,
want vrouwen kennen der vrouwen plegen.Ga naar voetnoot296
Temtatie des geloofs
Daer haddijt recht, dats te degen.Ga naar voetnoot297
Niet langer dan Sara is ten tempel gegaenGa naar voetnoot298Ga naar voetnoot298-299
om haer te reijnnighen.Ga naar voetnoot299
Twijffel der beloften
O, wachharmen, wadt segdij?
Temtatie des geloofs
Twort so gedaen.
300[regelnummer]
Sij blijft veracht, versteecken vroech en laet.Ga naar voetnoot300
Twijffel der beloften
En haer soon Ismael oock?Ga naar voetnoot301
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 97]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Ick dencke wel, jaet.
Ten salder niet langer mogen verwachten oock.Ga naar voetnoot302
Twijffel der beloften
Maer, nichte, so sullen wij slachten oockGa naar voetnoot303
de affgesette santen door dit bestieren.Ga naar voetnoot304
Temtatie des geloofs
305[regelnummer]
Sorght niet, compeere, tsal noch wel tieren:Ga naar voetnoot305
ick, Temptaci des geloofs, ben vol practijcken.Ga naar voetnoot306
Twijffel der beloften
En ick, Twijffel der beloften, ben loos van manieren.Ga naar voetnoot307
Temtatie des geloofs
Sorght niet, compere, tsal noch wel tieren.
Twijffel der beloften
En ick sal noch een anslach versierenGa naar voetnoot309
310[regelnummer]
om Abraham vant gelove te doen wijcken.
Temtatie des geloofs
Sorght niet, compere, tsal noch wel tieren:
ick, Temptacij des gelooffs, ben vol practijcken.
In quaetheijt vont ghij noijt mijns ghelijcken.Ga naar voetnoot313
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||||||||||||
Agar alleen uuijt
315[regelnummer]
Ick, arme dienstmaecht, en weet wadt bedrijven nu.
Och, waer sal ick met mijn kinde blijven nu?
Want Sara, mijn vrouwe, -noijt meerder abuijsheeftGa naar voetnoot317
nu in haer ouderdom -ick werde confuijseenGa naar voetnoot318
soone gebaert, soot is gebleecken.
320[regelnummer]
O, Ismael, mijn kint, nu worden wij versteecken:Ga naar voetnoot320
ons aenschijn verweckt Sara tot thoren,Ga naar voetnoot321
want IJsack is nu de liefste geboren.Ga naar voetnoot322
Sara
Ga naar margenoot+Hoort, Abraham, heere!Ga naar voetnoot323
Abraham
Wadt beliefft u, vriendinne?
Sara
Dees Agar maeckt mijn ontstelt van zinnenGa naar voetnoot324
325[regelnummer]
met haeren soon, die ick dagelijcks anschouwe.Ga naar voetnoot325
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||||||||||||||
Wiltse toch uuijtstooten.Ga naar voetnoot326-329Ga naar voetnoot326
Abraham
O, mijn wijff getrouwe,
ben ick niet de vader, en tmoet mijn kint blijven.
Sou ick dat so onnosel verdrijvenGa naar voetnoot328
twelck ick als mijn eijgen heb uuijtvercooren?
Sara
330[regelnummer]
Neen, u is eenen anderen soon geboren;
die sal u erffdeel ontfangen alleen.Ga naar voetnoot331
Abraham
Tis wel waer, maer Ismael is noch cleen,
jonck van jaeren, niet voordachtich noch,Ga naar voetnoot333
en oock sijnen cost niet machtich noch.Ga naar voetnoot334
335[regelnummer]
Sal ick hem dan alree verjaegen
die nergens en heeft vrienden noch maegen?
Door sulck gewaegen beswaerdij mijn harte.Ga naar voetnoot337
Sara
Ick willse quijt sijn!Ga naar voetnoot338
Abraham
Noijt meerder smarte!
Och, wijff, hebt doch een weijnich patientie.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| |||||||||||||||||||||||||
Sara
340[regelnummer]
Ick machse niet langer in mijn presentie
sien gaen, want ten staet mijn niet te doghen.Ga naar voetnoot341
Dus hoe eer hoe liever doetse uuijt mijn ogen,
want Isack sal besitten al sijns vaders ervenGa naar voetnoot343
met sijnen geslachten.Ga naar voetnoot344
Abraham
Och, so moet ick verwerven
345[regelnummer]
een tijtlijck sterven! Hoe sou ick onrvlien?Ga naar voetnoot345
Sal ick mijn eijgen kint thuijs verbien?Ga naar voetnoot346
Noijt en was gesien oijt boser daet.Ga naar voetnoot347
En doe ickt niet, so come ick met Sara inden haet;Ga naar voetnoot348
en doe ickt, elck sal mijn misprijsen;
350[regelnummer]
en laet ickt, so besorch ick twist te rijsenGa naar voetnoot350
tusschen mij en mijn wijff Sara. Wadt sal ick beginnen?
Godt spreeckt van boven uuijt
O Abraham, verturbeert niet u sinnen!Ga naar voetnoot352
Leeft met Sara sonder geschille
om dees dienstmaecht en Ismael, luijt en stille.Ga naar voetnoot354
355[regelnummer]
Doet haeren wille, vreest geen verseren,Ga naar voetnoot355Ga naar voetnoot355-356
want in IJsack sal noch u saet vermeeren.
Ga naar margenoot+En al moetij desen Ismael nu versaecken,Ga naar voetnoot357
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| |||||||||||||||||||||||||
om uwen wil sal Ick hem groot maecken,Ga naar voetnoot358
een prinse van veel volcks, hooge geacht.Ga naar voetnoot359
Abraham
360[regelnummer]
O Heere, u woort moet sijn volbracht,Ga naar voetnoot360
na uwen wille salt gebeuren.
Den geest is bereijt, al moetet vleijs treuren,Ga naar voetnoot362
wiens berueren moet wederstaen sijn.Ga naar voetnoot363
Och, dit scheijen sal een druckich vermaen sijn.Ga naar voetnoot364
Pausa
Abraham wederom uuijt
365[regelnummer]
Ick gae overpeijnsen in wadt manieren
dat ick eenigen raet sal moogen versierenGa naar voetnoot366
om eerlijck te scheijen van Agar, mijn dienstmaecht,Ga naar voetnoot367
en mijn soon Ismael; dies tharte vertsaecht.Ga naar voetnoot368
Want bottelijck uuijt te stooten wordt mijn schande.Ga naar voetnoot369
370[regelnummer]
Waer sal ickse senden, de simpel van verstande,Ga naar voetnoot370
te waeter off te lande, die niewarts bekent sijn?Ga naar voetnoot371
Om verre te dolen sij niet gewent sijn,
maer de Heere, hoop ick, sal in haer wege sijn.Ga naar voetnoot373
Agar, ingaende voor Abraham
Goeden dach, heere.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 102]
| |||||||||||||||||||||||||
Abraham
Agar, hoe soudij genegen sijn
375[regelnummer]
om u uuijt den oogen van Sara te veijsenGa naar voetnoot375
ende met Ismael uuijt den lande te reijsen,
twelck mij van Godt so is bevolen?
Agar
Och Abraham, waer soud ick gaen dolen
met uwen kinde? Wie sal ons susteneren?Ga naar voetnoot379
380[regelnummer]
Wie sal ons begeren? Wie sal ons logeren,Ga naar voetnoot380
wij, arme dieren, schamel van staete,Ga naar voetnoot381
eijlacien, niewarts willecoom!Ga naar voetnoot382
Abraham
Godt sal tuwer bate
vroech en laete u onderstant wesen,Ga naar voetnoot383
u leijtsman, en van alle druck genesen,
385[regelnummer]
want sijn goetheijt gepresen voor die Hem vresenGa naar voetnoot385
alle dinck vermach.Ga naar voetnoot386
Agar
Och, moet ick dan scheijden? O wij, o wach!
Noijt droever dach oijt mensche sach!
Dies maeck ick geclach met harten droeve.Ga naar voetnoot388
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 103]
| |||||||||||||||||||||||||
Abraham
Siet, daer is broot tot uwen behoeve,Ga naar voetnoot389Ga naar voetnoot389-390
390[regelnummer]
en een vlessche waters; neempt sonder schamenGa naar voetnoot390
tot uwer vramen.Ga naar voetnoot391
Agar
Ga naar margenoot+Nu, in Goods namen!
Wilt den tijt so raemen, so gaen wij tsaemen.Ga naar voetnoot392
Godt behoede ons voor blamen, mijn crancke gesinde,Ga naar voetnoot393
Ga naar margenoot+o mijn beminde.
Abraham
Doet het best metten kinde
395[regelnummer]
in aller goedertierenheijt ende niet strange,Ga naar voetnoot395
maer hout het altijt onder uwen bedwange.Ga naar voetnoot396
Want alst rijsken groen is, werdt het licht gebogen,Ga naar voetnoot397
twelck den ouden boom niet en wil gedogen.Ga naar voetnoot398
Tot alder onderdanicheijt wilt hem leeren
400[regelnummer]
van sijn jonckheijt onder tjock des Heeren.Ga naar voetnoot400
Laet hem niet verkeeren, buijten noch binnen,
dan bij den genen die Godt vresen en minnen,Ga naar voetnoot402
om sijnen schepper te kinnen sonder fallatieGa naar voetnoot403
tot elcker spatie.Ga naar voetnoot404
Agar
Godt gonne ons gratije.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 104]
| |||||||||||||||||||||||||
405[regelnummer]
Al ben ick een dienstmaecht cleijn van machte,Ga naar voetnoot405
ick soude noode hooren eenigen clachte
van mijnen soon dat hem mocht deeren.
Abraham
Ende ghij, mijn soone, wilt u doch keerenGa naar voetnoot408
in de vreese ons Gods, uwen behoeder,Ga naar voetnoot409
410[regelnummer]
en hebt in eeren altijt u moeder.Ga naar voetnoot410
Verleent u Godt veele, verheft u niet hoogen.Ga naar voetnoot411
Op den armen hebt altijt u oge.Ga naar voetnoot412
Godt sal u gebenendijen, tis blijckelijck.Ga naar voetnoot413
Deelt na uwen staet altoos rijckelijck.Ga naar voetnoot414
415[regelnummer]
Hebdij weijnich, deelt nae u vermogen.
In tijtlijcke substantie wilt u niet verhogen.Ga naar voetnoot416
Hebt Godt voor oghen, diet al verleent.Ga naar voetnoot417
Wordij van de werrelt benijt off vercleent,Ga naar voetnoot418
blijft verduldich: niemant mach u crencken.Ga naar voetnoot419
420[regelnummer]
Mijn sone, wilt mijn reden gedencken.Ga naar voetnoot420
Ga naar margenoot+Adieu, mijn kindt, adieu, Agar getrouwe!
Agar
Adieu, mijn heere!
Ismael
Adieu, mijn vader!
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||||||||||||||
Abraham
De Heere sij met u in elcken landouwe.Ga naar voetnoot423
Adieu, mijn kint, adieu, Agar getrouwe!
Agar
425[regelnummer]
Die blijtschap van Sara die maeckt ons rouwe.Ga naar voetnoot425
Doort scheijden wring ick mijn handen tegader!
Abraham
Ga naar margenoot+Adieu, mijn kint, adieu, Agar getrouwe!
Agar
Adieu, mijn heere!
Ismael
Adieu, mijn vader!
Hier cust Abraham sijn soon, en Agar gaet met Ismael droevich van hem wech.
Abraham
Och, in mijn verandert hart, sin en ader,Ga naar voetnoot429
430[regelnummer]
mits dat ick moet van mijn beminde scheijen,Ga naar voetnoot430
die nu moeten dolen in wilde weijen,Ga naar voetnoot431
niet wetende waer die plaetse van rusten sal wesen.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
O, compere, hebdij dat lessgen wel hooren lesen?Ga naar voetnoot433
Sulck wesen luijt qualijck in Agars ooren.Ga naar voetnoot434
435[regelnummer]
Wat gaetse nu maecken?Ga naar voetnoot435
Temtatie des geloofs
Dus vaeren de meijsgens die so lichtelijck huijcken,Ga naar voetnoot437
en schoone woorden so licht geloven.
Twijffel der beloften
En sij laten haer van sulcken ouden suffaert verdoven,Ga naar voetnoot439
440[regelnummer]
sij en vresen schaempt noch verwijten.Ga naar voetnoot440
Temtatie des geloofs
En dan waert van noodenGa naar voetnoot441
Twijffel der beloften
dese packschijten,
datse selve gedient worden vroech ende laet.
Temtatie des geloofs
Bijloo, Sara hadde dien bal niet quaet:Ga naar voetnoot443
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||||||||||||||
al is sij out, sij denckt noch om thoore.Ga naar voetnoot444
445[regelnummer]
Ick geve haer gelijck.Ga naar voetnoot445
Twijffel der beloften
Sij hevet wel voore,
want sulcken hoore soude ick oock misprijsen.Ga naar voetnoot446
Temtatie des geloofs
Tis verre tschoonste dat viercant te wijsen,Ga naar voetnoot447
bijsonder als sij conterfeijten de vrouwe.Ga naar voetnoot448
Want Abram mocht wederom gaen opt ouweGa naar voetnoot449
450[regelnummer]
en Sara soude dick thaere dan missen,
- want sulcks doet die vrientschap splissenGa naar voetnoot451
dick sonder gissen -, niet wetende hoe.Ga naar voetnoot452
Twijffel der beloften
O wacharmen, tkint compt qualijck toe,Ga naar voetnoot453
twelck nu moet veel verdriets verwerven,
Temtatie des geloofs
455[regelnummer]
Ga naar margenoot+en mogelijck van ongemack noch sterven,Ga naar voetnoot455
elendich bederven in swaer verdriet.Ga naar voetnoot456
Twijffel der beloften
Abrahams cuecken sal hun volgen niet.
Tvlesschen waeters en tbroot sal haest verteert sijn.Ga naar voetnoot458
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 108]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Hoe salt hem vaeren?Ga naar voetnoot459
Twijffel der beloften
Als sij op eenen vreemden heert sijn,
460[regelnummer]
alomme ontweert sijn, dan salmer claegen.Ga naar voetnoot460
Temtatie des geloofs
Dan salmer janckenGa naar voetnoot461
Twijffel der beloften
en die oogen vaeghen.
Veel droever dagen sijnsij noch verwachtende,Ga naar voetnoot462
Temtatie des geloofs
troosteloos, sonder vrienden,Ga naar voetnoot463
Twijffel der beloften
den bedelaers slachtende,
droeffheijt verpachtende, avont en morgen.Ga naar voetnoot464
Temtatie des geloofs
465[regelnummer]
Hier sliep sij gerust,Ga naar voetnoot465
Twijffel der beloften
en leeffden sonder sorgen.
Maer ick ducht, tsal nu anders int bedorven torden.Ga naar voetnoot466
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Die saffte dagen sullen haer noch uuijtgecorven worden.Ga naar voetnoot467
Maer lijtse wadt armoede, tsal profijt sijn.Ga naar voetnoot468
Twijffel der beloften
Jae ja, de weeldighe dagen moeten gecastijt sijn:Ga naar voetnoot469
470[regelnummer]
naet soet volcht tsuere, tis nu gebleecken.
Temtatie des geloofs
Sij souden anders van armoede niet weeten te spreecken.Ga naar voetnoot471
Nu salsij van gemack eerst weten.Ga naar voetnoot472
Twijffel der beloften
Dat hoerenkint heeft oock sijn cooren groen gegetenGa naar voetnoot473
en twittebroot vuere als desulcke plegen.Ga naar voetnoot474
Temtatie des geloofs
475[regelnummer]
Och, hoe wasse bedroeft,Ga naar voetnoot475
Twijffel der beloften
hoe wasse versleghen,
doense van Abraham moste scheijen!
Temtatie des geloofs
Haer schoonheijt, spreecken, haer traenen, haar schreijen en mocht niet baten.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 110]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
Tverdroot Abraham wel.
Temtatie des geloofs
Maer ten ginck hem niet ter haerten.Ga naar voetnoot478
Twijffel der beloften
Ga naar margenoot+Dat docht mij oock.Ga naar voetnoot479
Temtatie des geloofs
Ende Isack sal de smerte
480[regelnummer]
haest genesen, want tis hem een troost.Ga naar voetnoot480
Twijffel der beloften
Och, hoe soumen jancken, worde hij verroekeloost:Ga naar voetnoot481
Goods belofte waer niet weert een jacke.Ga naar voetnoot482
Temtatie des geloofs
Daer gaeve ick noch meer om dan een placke:Ga naar voetnoot483
dan mocht Temptatije des gelooffs singen,
Twijffel der beloften
485[regelnummer]
en Twijffel der beloften oock vrolijck springen.
Door sulcks gehingen mochten wij verheven worden!Ga naar voetnoot486
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 111]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Sorcht niet: daer sal noch wadt bedreven worden,Ga naar voetnoot487
want tkint sal noch crijgen eenighen stootGa naar voetnoot488
- al lachende worden die kinders niet groot -:Ga naar voetnoot489
490[regelnummer]
sijn kiesen, sijn tanden en andere manieren.Ga naar voetnoot490
En comet ant cautgen, wij sullent voortstieren.Ga naar voetnoot491
Godt spreeckt
Want Ick nu Abraham, mijn dienaer gepresen,Ga naar voetnoot492
door IJsack hebbe belofte bewesenGa naar voetnoot493
- want die nu in Mijn betrouwen, die sal Ickt niet laeten -,Ga naar voetnoot494
495[regelnummer]
sijn blijtschap, weet Ick, is boven maeten.
Dus wil Ick nochtans sijn gelooff beproeven
ende hem in sijn eenigen soon bedroeven,Ga naar voetnoot497
bevelende hem met woorden crachtich besevenGa naar voetnoot498
dat hij IJsack moet tot een brantoffer geven.
500[regelnummer]
Hierdoor sal sijn stantvasticheijt blijcken,
want die gelovige sal nimmermeer wijcken.
Waer sijdij, Abraham?Ga naar voetnoot502
Abraham
Noijt diergelijcke! Hier ben ick, Heere!
Wadt is u gelieven?Ga naar voetnoot503Ga naar voetnoot503-507
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| |||||||||||||||||||||||||
Godt
Gaet en spoet u seere
int lant van Moria. Neempt uwen Isack vercoren,Ga naar voetnoot504
505[regelnummer]
die u van Sara is geboren;
offert hem Mij tot een brandoffer aldaer
op eenen berch dien Ick u sal wijsen claer.
Mijn woort wilt sonder meer terstont volbringen.
Abraham, op sijn knien
Och, van weenen can ick mij niet bedwinghen!Ga naar voetnoot509
510[regelnummer]
O swaere mandaet, o lastich gebien!Ga naar voetnoot510
O wonderlijcke Godt, o wonderlijck gehingen,Ga naar voetnoot511
sal dit volstringen van mij geschien?Ga naar voetnoot512
O ogen, hoe suldij dit mogen aensien?
O herte, hoe suldijer u toe begeven?Ga naar voetnoot514
515[regelnummer]
O doloreuse mensche, waer sal ick vlien?
Moet ick mijn kint selver nemen tleven?
Van meerder wonder was noijt geschreven!Ga naar voetnoot517
Ga naar margenoot+Nochtans moet volbracht des Heeren vermanen.Ga naar voetnoot518
Ick stel mijn wil in des Heeren wil verheven,Ga naar voetnoot519
520[regelnummer]
maer therte dat is vol druckx en d'ogen vol tranen!
Hoe sal ick mijn verstouten mogen tot deser daetGa naar voetnoot521
en so onnoselijck van mijn soon weder scheijen,Ga naar voetnoot522
selffs destrueerende mijn eijgen saet,Ga naar voetnoot523
en dat, eijlaes, tot een brantoffer bereijen,Ga naar voetnoot524
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| |||||||||||||||||||||||||
525[regelnummer]
twelck vermenichvuldigen soude alle contreijenGa naar voetnoot525
- so de Heere heeft gesproocken waerachtich -
en sijn saet als tsant des meers verbreijen.Ga naar voetnoot527
O Heere, weest u belofte gedachtich.
Ick weet: Ghij sijt duijsent mael meer machtich.
530[regelnummer]
Al moet ick mijn saet nu selve uuijtplanen,Ga naar voetnoot530
ick betrouwe mijn noch op u woorden crachtich;Ga naar voetnoot531
maer tharte is vol druckx en d'ogen vol tranen!
Ist wonderlijck, wordt het harte bedroeft?Ga naar voetnoot533
Ist wonder, al moet ick mijn ogen vagen?Ga naar voetnoot534
535[regelnummer]
Wat vader heeft oijt sulcken wee geproeftGa naar voetnoot535
als ick nu sal, o druckich gewagen?Ga naar voetnoot536
Den geest is bereijt, maer rvleijs heeft mishagen!Ga naar voetnoot537
O vaderlijcke harte, wadt moet ghij lijen!
Maer wadt ist van noden dit deerlijck claegen!
540[regelnummer]
Ick moet mij in Gods wille verblijen
die doch geschien moet tot allen tijenGa naar voetnoot541-542
in hemel, in aerde ende in alle banen,Ga naar voetnoot542
al ist dat reden en natuer te samen strijen:Ga naar voetnoot543
tharte is vol druckx en d'ogen vol tranen.
Prince
545[regelnummer]
O princelijcke Godt, die mijn hebt verleentGa naar voetnoot545
desen soon, - dies danck ick U menichvuldich -
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||||||||||||||
al ist dat harte bedroeft is en d'oge weent,Ga naar voetnoot547
ick sal hem vrijmoedich, so ick ben schuldich,Ga naar voetnoot548
weder offeren met harten geduldich,Ga naar voetnoot549
550[regelnummer]
hoewel mijn natuer schijnt te rebelleren.
Want goetwillich, bereijt en tuwaerts gehuldichGa naar voetnoot551
moeten wij altijt sijn, o Heer der Heeren.
Uwen heijlighen naem moeten wij altijt eeren,
en u bevel obedieren sonder wanen.Ga naar voetnoot554
555[regelnummer]
Dus wil ick mijn voegen na u begeeren,
al blijft mijn hart vol druckx en d'ogen vol tranen!
Pausa
Twijffel der beloften
Hach, hach, hach, haij! Nu roer ick mijn granen,Ga naar voetnoot557
nu moet ick lachen dat ick splijt!Ga naar voetnoot558
Ick en weet van blijtschap wadt beginnen!
Temtatie des geloofs
560[regelnummer]
Ga naar margenoot+En ick van blijtschap mijn ogen niet uuijtcrijt!
Twijffel der beloften
Ha, ha, nu lach ick dat ick splijt!
Temtatie des geloofs
Ick peijnse: Godt doet dat tot spijt,Ga naar voetnoot562
want Abraham moet noch int leste ontsinnen.Ga naar voetnoot563
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
Hach, hach, nu lach ick dat ick splijt!
565[regelnummer]
Ick en weet van blijtschap wadt beginnen.
Temtatie des geloofs
En mijn rouwe gaet niet ten diepsten binnen,
want in smenschen qualijck vaeren ben ick tevreen.Ga naar voetnoot567
Twijffel der beloften
Ick hoor wel, ghij hebter Godt al om gebeen.
Ten viel hondert jaer noijt bedt inden clinck.Ga naar voetnoot569
Temtatie des geloofs
570[regelnummer]
Noijt sulcken dinck!Ga naar voetnoot570
Twijffel der beloften
Noijt beter vinck
dan nu voor ons, al siende blint!Ga naar voetnoot571
Tis vlack int seijl.Ga naar voetnoot572
Twijffel der beloften
Al lachende comen wij binnen de casse!Ga naar voetnoot574
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
575[regelnummer]
Temptatij des gelooffs sal haest verheven sijn!Ga naar voetnoot575
Twijffel der beloften
Ick, Twijffel der beloften, moet hem oock beneven sijn!Ga naar voetnoot576
Sorcht niet, nichte, dat ick lang beijen sal.Ga naar voetnoot577
Temtatie des geloofs
Ick en weet niet hoe Sara scheijen sal
van Isack, haeren zoon; wilt dies merck slaen.Ga naar voetnoot579
Twijffel der beloften
580[regelnummer]
Tsalder noch wonderlijck te werck gaen,
want Sara salt bevel noch wederleggen.Ga naar voetnoot581
Temtatie des geloofs
Maer mischien salt Abraham haer niet seggen,
ist dat hij op Gods bevel wilt letten.Ga naar voetnoot583
Twijffel der beloften
Hij sal Goods bevel besijen setten:Ga naar voetnoot584
585[regelnummer]
hoe sou een vader sijn kint ter doot bringen?
Temtatie des geloofs
En doet hijt, tgelove sal hem zeer groot dwingen.Ga naar voetnoot586
Maer daer moeten wij tegen sijn, sonder cesseren!Ga naar voetnoot587
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
Ick sal hem so vertwijffelen,Ga naar voetnoot588
Temtatie des geloofs
en ick hem so tempteeren,
dat hij sonder ontbeeren Goods hieten staecken sal.Ga naar voetnoot589
Twijffel der beloften
590[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ick sal hem so vertwijffelen, dat hij versaecken sal
sijn gelove - noijt beter dinck! - en fondament!
Temtatie des geloofs
So waer tspidt geheel in dasschen gewentGa naar voetnoot592
als IJsack doot waer, dat sullen wij hem ingeven.
Twijffel der beloften
En IJsmael, die is oock verdreven.
595[regelnummer]
Door wien sou dan tsaet vermenichvuldigen?Ga naar voetnoot595
Temtatie des geloofs
Dat en can hij niet ontschuldigen.Ga naar voetnoot596
Een taelman can dat niet beter beleggen!Ga naar voetnoot597
Twijffel der beloften
Nu, wij willen daer niet meer aff seggen,
maer laet ons vernemen hoet met hem gestelt is.Ga naar voetnoot599
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
600[regelnummer]
Ick weet dat hij al deerlijck gequelt is,
want sulck sop en heeft hij noijt geproeft.Ga naar voetnoot601
Abraham compt uuijt met gereetschap om hout te cloven.
Desulcke schijnt vroolijck, maer is nochtans bedroeft,Ga naar voetnoot602
emmers die allenen sijnnen last moet draegen.Ga naar voetnoot603
Och, twee wonden in een sijn harde slaegen!
605[regelnummer]
Ismaels scheijden was mijn een smarte,Ga naar voetnoot605
maer Isack doorwont geheel mijn harte,
en tswaerste dat mij meest quelen doet,Ga naar voetnoot607
is dat ick voor Sara deese saeck heelen moet.Ga naar voetnoot608
Mijn mont die lacht in haer presentie,
610[regelnummer]
omdatse niet mercken sal de intentie,Ga naar voetnoot610
want quade tijdinge compt altijt te vroech.
Hier is, siet, hout en gereetschap genochGa naar voetnoot612
om te bereijen dees offerhande puer.
Dus wil ick mij stellen ten labuer.Ga naar voetnoot614
615[regelnummer]
Wat baet ist dat ick truer en wringe mijn handen,
tharte benauwende in druckighe banden?
Tmoet doch geschien na Gods ordinantie van boven.Ga naar voetnoot617
Temptatie des geloofs op enen hoeck, Twijfel op den anderen hoeck vande stellagie.
Helpt, duijvel, hij is alree aent cloven!
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
Longeren, hij sal int werck verwortelen!Ga naar voetnoot619
Temtatie des geloofs
620[regelnummer]
Daer moet ick bij sijn,Ga naar voetnoot620
Twijffel der beloften
en ick tegen sportelen,
want verlies ick de cans, dat spel is uijt!
Temtatie des geloofs
Ga naar margenoot+Tsa, rasch uuijt den muijt!Ga naar voetnoot622
En roert u snuijt, hij mocht ons ontgaen!Ga naar voetnoot623
Twijffel der beloften
Salighe man, soudij sulcken werck bestaen,Ga naar voetnoot624
625[regelnummer]
hoe menigen traen, soudijer noch om weenen!
Temtatie des geloofs
Ghij sout u en al u geslacht verclenen.Ga naar voetnoot626
Het waer u een eeuwich verwijt!Ga naar voetnoot627
Abraham
O Godt, ist niet u bevel?Ga naar voetnoot628
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Acht dies niet een mijt!
Hij heeft u belooft met vaste woordenGa naar voetnoot629
630[regelnummer]
u saet oost, west, zuijen en noordenGa naar voetnoot630
te vermenichvuldigen, en dit gebodtGa naar voetnoot631
luijt heel contrarij; ten is geen slodt.Ga naar voetnoot632
Door wien sou doch u saet vermeren?
Twijffel der beloften
En ick heb Ismael oock sien passeren.Ga naar voetnoot634
635[regelnummer]
Hij en sal niet wederkeeren nae mijn vermeten.Ga naar voetnoot635
Abraham
O Godt, wie kent u verborgen secreten!Ga naar voetnoot636
U voorsinnighe wijsheijt is niet om gronderen.Ga naar voetnoot637
Daertoe moet ick mijn hoope keeren:
al berooffdij mijn nu van mijnen zade,
640[regelnummer]
Ghij sijt noch machtich, vroech en spadeGa naar voetnoot640
ditselve zaet - ick twijffel daer niet aen -
weder te verwecken.Ga naar voetnoot642
Temtatie des geloofs
Jae, pijnt u sulcks te verstaen!
Gelooft ghij, dat ick u coop een claeter?Ga naar voetnoot643
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||||
Godt salt Hem wel wachten!Ga naar voetnoot644
Twijffel der beloften
Behout uwen snater!
645[regelnummer]
Godt heeft ander werck telcken termijnGa naar voetnoot645
dan met u en uwen soon gequelt te sijn!
U en speelt niet dan fantasije int hoot!Ga naar voetnoot647
Temtatie des geloofs
Ick breng mijn kint niet so licht ter doot
sonder cause oft actie, niet wetende hoe.Ga naar voetnoot649
Twijffel der beloften
650[regelnummer]
Ten gaeter voorwaer so licht niet toe.
Ick sal mij wel wachten van sulcken verdriet.Ga naar voetnoot651
Temtatie des geloofs
Ick had veel liever dat het Godt een ander hiet,Ga naar voetnoot652
eer ick mij so soude laten verdoven.Ga naar voetnoot653
Twijffel der beloften
Ja, sij varen selden wel die licht gelovenGa naar voetnoot654
655[regelnummer]
en op ander stellen haer betrouwen.
Temtatie des geloofs
Ga naar margenoot+Godt can emmer sijn beloften niet houwen,Ga naar voetnoot656
want is Isack doot, so ist al gedaen.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||||||
Abraham
O Godt, wilt mijn in staden staen!Ga naar voetnoot658
Ontfermt mijn elende in droeven schijnne!Ga naar voetnoot659
660[regelnummer]
Ick moet immers volbringen u godlijck vermaen.Ga naar voetnoot660
Wadt wil ick mijn beraen, o Godtheijt divijnne?Ga naar voetnoot661
Ghij moocht mijn genesen van druck en pijnne,
mijn medecijne niet om versoeten.Ga naar voetnoot663
Dus wil ick volbringen uwe doctrijne.Ga naar voetnoot664
665[regelnummer]
Mijn commer ten fijne moechdij nu boeten.Ga naar voetnoot665
U woort wij moeten bekennen waerachtich.Ga naar voetnoot666
Temtatie des geloofs
Eij, so en is Godt immers niet wel machtichGa naar voetnoot667
dat Hij u belooft heeft, eij, arme welpen,Ga naar voetnoot668
Twijffel der beloften
nu ghij Isack gaet vande werrelt helpen;
670[regelnummer]
certeijn, Hij heeft u in dit stuck gelogen.Ga naar voetnoot670
Abraham
Heer, Ghij sijt waerachtich.Ga naar voetnoot671
Twijffel der beloften
Bij veel betrouwen worter menich bedrogen,
en so suldij oock vaeren, sorch ick, int leste.Ga naar voetnoot672
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Spaert doch uwen soon!
Twijffel der beloften
Dat dunckt mijn tbeste;
so mach u geslacht ten eijnde vermeren.Ga naar voetnoot674
Temtatie des geloofs
Ga naar margenoot+Holla, mijn dunckt hij gaet hem thuijswaert keren.
Thout is gereet, hij wilder nu aen.Ga naar voetnoot676
Twijffel der beloften
Bijlo, wij mosten hem gadeslaen,
want soot valt, ten mach niet qualijck tieren.Ga naar voetnoot678
Temtatie des gelooft
Hij wordt noch versuft door ons bestieren.Ga naar voetnoot679
680[regelnummer]
Als twerck volbracht is, dan salt eerst lucken.Ga naar voetnoot680
Twijffel der beloften
Non forts, waer IJsack slechs aen twe stucken,Ga naar voetnoot681
dan sullen wij eerst onse conste baeren!Ga naar voetnoot682
Abraham
Ga naar margenoot+Met blijden gelate wil ick gaen verclarenGa naar voetnoot683
Sara, mijn huijsvrou, de waerde persoon,
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||||||||||||
685[regelnummer]
hoe ick den Heere wil, so ick ben gewoon,
een offerhande doen met vierijgen gebeden.
O Sara, wie sal u doch stellen te vredenGa naar voetnoot687
als ick IJsack, die met mijn moet reijsen,
sal achterlaeten? Och, dit overpeijsenGa naar voetnoot689
690[regelnummer]
vernieuwt mijn druck, en tharte grieff heeft:Ga naar voetnoot690
Ga naar margenoot+want een mensche scheijt node van dat hij lieff heeft.
Ga naar margenoot+Abraham compt uut met Isack, met twe cnapen en eenen esel, ende Sara volcht ende seijt:
Sara
Och, Abraham, ghij maeckt mijn herte onblij.
Het dunckt mij te wesen sotternij
dat ghij met desen kinde, noch jonck van daegen,
695[regelnummer]
so verre wilt reijsen. Tmoet mijn mishaegen,
want hij is te teer, dees jonge jeucht.Ga naar voetnoot696
Abraham
Neen, Sara, men moet de kinderen tot deucht
in haer jonckheijt leren
haeren Schepper te kennen, te beminnen, te eeren,
700[regelnummer]
om deucht te vermeren, dus laet doch u greijen.Ga naar voetnoot700
Ick sal hem inde wille des Heeren leijen.
Geen van ons beijen sal niemant hinderen,Ga naar voetnoot702
hoop ick aen Godt.Ga naar voetnoot703
Sara
Mijn vreucht moet minderen
als ick sijn presentie sal moeten derven.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||||||||||||
705[regelnummer]
Want misquaem hem ijet, ick sout moeten besterven.Ga naar voetnoot705
Mijn opsien, mijn vreucht onder tfirmament,Ga naar voetnoot706
hoe lange suldij wech sijn?Ga naar voetnoot707
Sara
Nu, wilt u toch spoen sonder cesseren al,Ga naar voetnoot709
710[regelnummer]
want nae u compste sal ick nacht en dach haecken,
sorgende voor ongeval dat u mach naecken,Ga naar voetnoot711
want den reijsenden crijcht dick tegenspoet.
Abraham
Blijft toch gerust, Sara, want de Heer is goet.Ga naar voetnoot713
Hij sal ons beschermen voor ongeval.
Sara
715[regelnummer]
Och, dese reijse beswaert mijn hart en mijn moet!Ga naar voetnoot715
Isack
Blijft doch gerust, moeder, want de Heere is goet.
Sara
Ick moet u omhelsen, och, mijn soone soet,
want u absentie mijn doen treuren sal.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||||||||||||||
Abraham
Blijft doch gerust, Sara, want de Heere is goet!
720[regelnummer]
Hij sal ons beschermen voor ongeval.
Nu, laet ons gaen reijsen over berch ende dal
ter plaetse daer Godt wil aengebeden sijn.Ga naar voetnoot722
O Sara, hoe qualijck soudij tevreden sijn,Ga naar voetnoot723
wist ghij dat uwen soon IJsack gepresen
725[regelnummer]
selve den brantoffer sal moeten wesen!
Mijn begint te vresen en mijn druck te vermeren!Ga naar voetnoot726.
Hoe sal ick mij verstouten nae huijs te keeren,
achterlaetende de liefste die Sara bemindt?
Pausa.
Ga naar margenoot+Temptatie op deenen hoeck ende Twijfel op een anderen hoeck.
Jae, jae, dats nu wel ten tijden versint!Ga naar voetnoot729
730[regelnummer]
Ick geeff van u wellecomst gheen drie mijten.Ga naar voetnoot730
Twijffel der beloften
Dan suldij eerst in eenen sueren appel bijtenGa naar voetnoot731
en snottighe tranen crijten, een elle lanck.Ga naar voetnoot732
Temtatie des geloofs
Hoe sal Sara singhenGa naar voetnoot733
Twijffel der beloften
een hellen sanck
int vertellen, cranck als versouten suijvel!Ga naar voetnoot734
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||
735[regelnummer]
Hoe salse baerenGa naar voetnoot735
Temtatie des geloofs
als eenen verwaten duijvel,
want een gestoort wijff is - hoor hoe ickt schatte -Ga naar voetnoot736
gelijck een rasende, verwoede catte.Ga naar voetnoot737
Hoe dick sal hijt noch moeten ongecaut eeten,Ga naar voetnoot738
Twijffel der beloften
en eeuwichlijck metten sout eeten,Ga naar voetnoot739
740[regelnummer]
want vrouwen sijn ongeschickt om swijgen.Ga naar voetnoot740
Temtatie des geloofs
Nemmermeer en sal hij paijs gecrijgen,
want de doot van IJsack sal haer seer beswaeren.Ga naar voetnoot742
Twijffel der beloften
Hoe salse snorpen!Ga naar voetnoot743
Temtatie des geloofs
Hoe salse gebaeren!
Een mach vervaeren die daer compt ontrent.Ga naar voetnoot744
Twijffel der beloften
745[regelnummer]
‘O, mijn lieve IJsack!
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Eijlacij, mijn lieve kint,
hebdij so onnoselijck gelaten u leven?Ga naar voetnoot746
Twijffel der beloften
Is dit de belofte
Temtatie des geloofs
die ons was gegeven?
Twijffel der beloften
Heb ick hierom een soon in mijn ouderdom gebaert,
Temtatie des geloofs
om dus te scheijen eer hij was voljaert?’Ga naar voetnoot749
750[regelnummer]
Dit blijft ongespaert eeuwelijck haer clachte.Ga naar voetnoot750
Twijffel der beloften
Ga naar margenoot+En selver sal hij leven als den onsachte,Ga naar voetnoot751
bij dagen, bij nachte met druck en verdriet.
Temtatie des geloofs
Noch seg ick: de belofte compt tot niet.
Ons en was geschiet noijt beter avontuer.Ga naar voetnoot754
Twijffel der beloften
755[regelnummer]
Ga naar margenoot+Holla, roept niet luijde, hij gaet hierveur!Ga naar voetnoot755
Twaer noot dat wij ons elckx quansuijs veijsden.Ga naar voetnoot756
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Tis huijden den derden dach dat hij van huijs reijsde.Ga naar voetnoot757
Ick hoope tsalder nu gedijen saen.Ga naar voetnoot758
Twijffel der beloften
Tsa, laet ons een weijnich besijen staen,
760[regelnummer]
so mogen wij mercken dit wonderlijck feijt.Ga naar voetnoot760
Abraham
Hoe naerder de plaetse, hoe meerder droeffheijt!
Och, ick heb den berch van verre gekeecken.Ga naar voetnoot762
Dus de tranen over mijn wangen leeckenGa naar voetnoot763
als vloeijende beecken, o bitterheijt swaer!
Abraham neempt thout vanden eesel en gevet Isack op den hals, ende Abraham draecht tmes met tvier, ende spreeckt:
765[regelnummer]
Ontbeijt, mijn cnapen, blijft ghij daer!Ga naar voetnoot765-767Ga naar voetnoot765
Ick ende mijn soon sullender gaen alleen
om te aenbeden den Heere reijn.Ga naar voetnoot767
Dan sullen wij gemeijn weder tot u comen.Ga naar voetnoot768
Dus wacht met patientie sonder schromen.
Pausa
Dene knecht
770[regelnummer]
Beijt, best soeck ick een plaetse tot mijnder vromen,Ga naar voetnoot770
en neme een sluijmken hier achter dit haechgen!Ga naar voetnoot771
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||||||||||||
Dander knecht
Wie sal tbeest bewaeren?Ga naar voetnoot772
Dander knecht
En ick de jongste, maer wel de stoutste!Ga naar voetnoot774
775[regelnummer]
Slaept off en wilt, ick gheeff u een teecken.Ga naar voetnoot775
Dene knecht
Nu, om vrede te houden, ginder staen groote eecken;Ga naar voetnoot776
bindt hem daeraen, so mogen wij wadt dromen.
Dander knecht
Daer sal ickt aen ghaen thomen,Ga naar voetnoot778
want Abrahams gebedt is gemenlijck lanck:Ga naar voetnoot779
780[regelnummer]
hij heeft veel noten in sijnen sanck.Ga naar voetnoot780
Isack
Hoort toch, Abraham, mijn lieve vaere!Ga naar voetnoot781-790
Abraham
Isack, mijn soon, wadt wilt ghij openbaeren?Ga naar voetnoot782
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||||||||||||
Isack
Een wonderlijcke zaeck wilt mijn verclaeren.Ga naar voetnoot783
Ghij hebt vier ende mes - hoort wadt ick gewaege -,
785[regelnummer]
en ick het hout op mijn schouderen draege,
maer ick verneem hier nergens omtrintGa naar voetnoot786
Ga naar margenoot+datmen tot den brantoffer is gewentGa naar voetnoot787
te offeren nae doude zeden!
Abraham
Gaet voort, mijn soon, en weest tevreden.Ga naar voetnoot789
790[regelnummer]
Verstaet wel mijn reden, hoort wat ick mien:Ga naar voetnoot790
sorcht voor geen offrande, Godt salt versien.Ga naar voetnoot791
Tsal so geschien, tverstant weest smaeckende.Ga naar voetnoot792
O Isack, Isack, wadt is u naeckende!Ga naar voetnoot793
Wij sijn ontrent den berch, so ick beschouwe.Ga naar voetnoot794
795[regelnummer]
O Moria, o Moria, o wreede landouwe,Ga naar voetnoot795
o ongenadighe plaetse, o wreede contreijen,
sal ick op u van mijn kint moeten scheijen?
Och, ick mach wel schreijen, tis meer dan tijt!
Mijn soone, dat is de plaetse daer Godt gebenendijtGa naar voetnoot799-800
800[regelnummer]
wil gelooft sijn met ootmoedighe offerhande.Ga naar voetnoot800
Dus sal ick hier na mijnen verstandeGa naar voetnoot801
Ga naar margenoot+een altaer gaen maecken, Gode ter eeren.
Mijn sone, dit is den wille des Heeren,
dat Hij u tot dese offerhande heeft uuijtvercoren.
Abraham neempt sijn soon ende oncleet hem en bint hem en leijt hem op den altaer.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||
Isack spreeckt
805[regelnummer]
O mijn lieve vader, ben ick hiertoe geboren?
Mijn ogen versmoren van tranen nadt nu.Ga naar voetnoot806
Twijfel, op deen eynde met thooft buijten de gardijnen, Temptatie, op dander hoeck, oock also.
Siet uuijt, Temptatij!Ga naar voetnoot807
Twijffel der beloften
Siet, siet, nu sal hij hem op den altaer leggen.
810[regelnummer]
O Isack, Isack!
Temtatie des geloofs
Eij eij, daer compt den slach!
Twijffel der beloften
Hij sal hem eer vernemen dan den dach!Ga naar voetnoot811
Noijt mensche en sach noijt stilder gevecht!Ga naar voetnoot812
Den engel met sijn hant uuijt het gardijn, en hout het swaert, seggende:
Abraham, steeckt u hant niet aen uwen knechtGa naar voetnoot813-818Ga naar voetnoot813
om hem te dooden, aenhoort mijn wel.Ga naar voetnoot814
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||
815[regelnummer]
Godt weet dat ghij vreest sijn bevelGa naar voetnoot815
ende is u gehoorsaemheijt me bekinnende,Ga naar voetnoot816
midts dat ghij uwen soon, die ghij sijt beminnende,Ga naar voetnoot817
om sijnent wille niet en hebt gespaert.Ga naar voetnoot818
Abraham knielende
Ga naar margenoot+O onbegrijpelijcke Godt, die U openbaert!
820[regelnummer]
mij, ellendige; hoe sal ick U ten vollen loven
mij bewijsende uwen goedertieren aert?Ga naar voetnoot821
O onbegrijpelijcke Godt, die U openbaert!
O salighe bootschap, in mij verclaertGa naar voetnoot823
vanden alderhoochsten tot mij, arme, verschoven.Ga naar voetnoot824
825[regelnummer]
O onbegrijpelijcke Godt, die U openbaert!
mij, ellendighe; hoe sal ick mij ten vollen loven:Ga naar voetnoot826
alle swaericheijt ben ick nu te boven!Ga naar voetnoot827
Mijn beminde soon, wilt prijsen nuGa naar voetnoot828
ende laet ons inden Heer verjolijsen nu,Ga naar voetnoot829
830[regelnummer]
sijn goetheijt prijsen nu met vierige gebeden.
Isack
Mijn vader, ick wil altijt al mijn ledenGa naar voetnoot831
tot Goods loff besteden sonder respijt.Ga naar voetnoot832
Abraham
Siet, soon, wadt Godt gebenendijt
ons nu verthoont: meer wonders noijt ogen aensagen!
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||
835[regelnummer]
Hier hangt een bock, verwart inde hagenGa naar voetnoot835
aen sijn hoornen, des wij wel mogen verblijt sijn,Ga naar voetnoot836
want dit sal dofferhande op desen tijt sijn,
en voor u den doot sterven; dus hem aenvaert, siet,Ga naar voetnoot838
en gheeft hem mij, dat ick hem met mijn swaert, siet,Ga naar voetnoot839
840[regelnummer]
mach dooden, ende offeren den Heer der Heeren.
Isack neempt den bock
Neempt, vader, en doet na u begeeren
om Gods eer te vermeren. Wilt beginnen snel,
en laet ons Godt loven met bliden sinnen wel.
Abraham nempt den bock ende doot hem, leggende op den altaer, knielende, ende seijt:
O Godt uuijtgelesen, int hoochste gepresen,Ga naar voetnoot844
845[regelnummer]
gebenendijt midts desen, die mijn druck hebt genesen,
wie en sou niet vresen uwe groote cracht,Ga naar voetnoot846
die meeste van macht?Ga naar voetnoot847
Isack
U goetheijt overvloedich, die mij is behoedich,Ga naar voetnoot848
blijckt nu seer spoedich; dies wij ootmoedichGa naar voetnoot849
850[regelnummer]
dees offerhandt bloedich als die welbedachtenGa naar voetnoot850
offeren sonder clachten.Ga naar voetnoot851
Abraham
Wie sou van u wijcken off door svijants practijckenGa naar voetnoot852
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||
U mogen beswijcken, want u Trou laet Ghij blijckenGa naar voetnoot853
aen arm en rijcken; dit sien wij waerachtich,
855[regelnummer]
o Heer almachtich.
Den engel
Abraham, hoort andermael Goods woorden crachtich!
Weest niet meer clachtich, wilt vreucht orboren.Ga naar voetnoot857
Godt seijt: ‘Ick heb in mijn gramschap gesworen:Ga naar voetnoot858-873
omdat ghij sonder verstoren off eenich geschilGa naar voetnoot859
860[regelnummer]
dit hebt gedaen, en om mijnnen wil
Ga naar margenoot+u enigen soon, Isack, niet hebt gespaert,
so sal Ick u gebenendijen - twerdt u verclaert -,Ga naar voetnoot862
en u maecken vermaert aen allen sijen.
U zaet sal ick vermeren tot allen tijen
865[regelnummer]
als de sterren des hemels - tsij u geseijt -
en als tsant aen de zee. Dus wilt u verblijenGa naar voetnoot866
en hooren wadt u noch sal worden verbreijt:Ga naar voetnoot867
u zaet sal besitten met goedt bescheijtGa naar voetnoot868
die poorten van u vijanden, sonder falen,Ga naar voetnoot869
870[regelnummer]
ende in uwen saet - hoort nae mijn verhaelen -Ga naar voetnoot870
sullen gebenendijt worden en groot van faemGa naar voetnoot871
alle geslachten der aerden met soeter taelen,Ga naar voetnoot872
omdat ghij mijn stemme geweest hebt gehoorsaem.
Abraham rijst op met verwonderinge
Wonderlijck sijn u wercken en heijlich is uwen naem,Ga naar voetnoot874
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||
875[regelnummer]
o Godt, en verborgen sijn al u secreten!Ga naar voetnoot875
Wie sou U mogen volprijsen met woorden bequaem,Ga naar voetnoot876
off wie sou u loff terecht mogen uuijtmeten,Ga naar voetnoot877
off wie sou tegen U staen - laet mij dat weeten -,Ga naar voetnoot878
als Ghij u macht thoont en den mensch wilt crencken?
880[regelnummer]
Daerom, mijn soon, wilt al u dagen gedencken
dit goddelijck werck, aen u gebleecken.Ga naar voetnoot881
Laet u niet bedriegen door tsvijants wencken,Ga naar voetnoot882
noch niet verleijden door duijvels listege treecken.Ga naar voetnoot883
Isack
Ick hoop hierin nemmermeer te sijn in gebreecken,
885[regelnummer]
maer Gods loff uuijtspreecken dach ende nachtGa naar voetnoot885
naer mijn vermogen, off Hij mocht op mijn wreeckenGa naar voetnoot886
sijn goetheijt, die Hij aen mij heeft gewracht,
en sijn beloften, die Hij heeft volbracht
aen mij, arme dracht, nu sonderlinge.Ga naar voetnoot889
Abraham
890[regelnummer]
Nu, het is tijt dat wij ons haesten geringenGa naar voetnoot890
na huijs te reijsen, om alle dees dingen
u moeder te vertellen, die als den bangen leeft,Ga naar voetnoot892
want ick weet dat sij nae ons groot verlangen heeft.
Temtatie des geloofs
Hoe geneucht u dar?Ga naar voetnoot894
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
Hoe clincket in u oore?
895[regelnummer]
Van pijne mij tharte uuijt den lijve scheurt.
Temtatie des geloofs
Eij, povere prat!Ga naar voetnoot896
Twijffel der beloften
Eij, arme sloore!
Temtatie des geloofs
Hoe geneucht u dat?
Twijffel der beloften
Hoe clinckt u dat in u oore?
Temtatie des geloofs
Ga naar margenoot+Solang so meer ick mij op u verstoore.Ga naar voetnoot898
Twijffel der beloften
Noijt was ons meerder spijt gebeurt!Ga naar voetnoot899
Temtatie des geloofs
900[regelnummer]
Hoe geneucht u dat?
Twijffel der beloften
Hoe clinckt dat in u oore?
Van pijne mijn thart in stucken scheurt!
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Ist nu niet wel gelapt?Ga naar voetnoot902
Twijffel der beloften
Ist nu niet wel geleurt?
Ramp heb den boom en oock het zaet!Ga naar voetnoot903
Temtatie des geloofs
Mij dunckt ick ontsinne!Ga naar voetnoot904
Twijffel der beloften
En ick ben desperaet!
905[regelnummer]
Mach men ons aldus opt ijs leijen?Ga naar voetnoot905
Temtatie des geloofs
Tmach ons wel verdrieten!Ga naar voetnoot906
Twijffel der beloften
Dat wij sonder prijs scheijen
en inde rijs weijen, twort ons verweten!Ga naar voetnoot907
Temtatie des geloofs
Och, hoe salmen ons nu die rebben metenGa naar voetnoot908
dat wij hebben versleten onsen tijt voor niet!Ga naar voetnoot909
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
910[regelnummer]
Wie macht nu keeren, tis al geschiet.Ga naar voetnoot910
Al sou hem den moort steecken, den ouden grijser!Ga naar voetnoot911
Temtatie des geloofs
Ten baet gheen vloecken, uwe trompet slaet ijser.Ga naar voetnoot912
Dus steeckt uwen bijser, ghij hebt cleijne macht.Ga naar voetnoot913
Twijffel der beloften
Sijn sterck gelooff verwon onse cracht.
915[regelnummer]
Bij daege, bij nacht noijt dies gelijcken!
Temtatie des geloofs
Want alle onse list en groote practijckenGa naar voetnoot916
en heeft ons niet mogen helpen.
Noijt dus versuft!Ga naar voetnoot918
Twijffel der beloften
Wee mij, arme welpen:
ick weet niet off ick voor oft affter leveGa naar voetnoot919
920[regelnummer]
door dit bestieren!Ga naar voetnoot920
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||
Twijffel der beloften
Ja, al ons hoope
Temtatie des geloofs
is heel gevelt,
ons schiet gewelt: ten baet snorcken noch kijven.Ga naar voetnoot923
Twijffel der beloften
Wadt gaen wij maecken, wadt sullen wij bedrijven?
925[regelnummer]
Wij staen te comen in eenen soberen, poveren staet.Ga naar voetnoot925
Temtatie des geloofs
Ga naar margenoot+Tsa, grijpt een moet, ick weet ons raet.Ga naar voetnoot926
Men moet met schande off met schade leeren.Ga naar voetnoot927
Dus laet ons uuijt den landen keeren,Ga naar voetnoot928
want meerder gelooff was noijt ghebleecken.
Twijffel der beloften
930[regelnummer]
Dat dunckt mij best.Ga naar voetnoot930
Temtatie des geloofs
Ick weet noch treecken
die de menigen met smeecken noch bringt in smartenGa naar voetnoot931.
Twijffel der beloften
Ick, Twijffel der belofften, varriabel van harten,Ga naar voetnoot932
ick sal u bijblijven gelijck een clisse.Ga naar voetnoot933
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||
Temtatie des geloofs
Tsa, vertreckt, ghij hebt een misse,Ga naar voetnoot934
935[regelnummer]
ghij meucht gaen elders bedrijven u cuere.Ga naar voetnoot935
Ick sal de werrelt oock so berueren,Ga naar voetnoot936
geestelijck en waerlijck subtijlijck betraepen.Ga naar voetnoot937
Die thuijs verloren heeft, moet spijckers raepen.Ga naar voetnoot938
Pausa.
Abraham
Die den Heere vreest, wie sal hem crencken?Ga naar voetnoot939
940[regelnummer]
Mijn soone, wilt alle dagen gedencken
dit goddlijck werck, aen u gebleecken.Ga naar voetnoot941
Isack
Hoe sou mijn tonghe ten vollen uuijtspreecken
sijn loff, Die alleen moet sijn gepresen,Ga naar voetnoot943
Die mijn vader heeft vant verdriet genesen
945[regelnummer]
en mijn jonge weesen vander doot gespaert noch?Ga naar voetnoot945
Hier toontmen een bock, verwert in de haegen. Abraham spreeckt:
Siet wadt Godt hier openbaert nochGa naar voetnoot946-950
Dusdanighe misterie noijt ogen en saegen.
Hier hanght een bock, verwert inde haegen
aen sijn hoornen. Dies mijn thart verblijt.Ga naar voetnoot949
950[regelnummer]
Dit sal de offerhande sijn op desen tijt,
en voor u den doot sterven onsachtich.Ga naar voetnoot951
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||
Den engel
Abraham, hoort andermael Goods woorden crachtich!Ga naar voetnoot952-964
Godt heeft bij Hemselven geswooren:
Nu ghij uwen eenigen soon geboorenGa naar voetnoot954
955[regelnummer]
niet gespaert hebt, so sal Hij u gebenendijen
ende u zaet vermeren aen allen zijen
als de sterren des hemels - tsij u geseijt -
en ghelijck dat sant dat aen den oever leijt.
U saet sal besitten alle landen
960[regelnummer]
ende die poorten van haeren vijanden,
en door uwen zaet, hooge van waerden,
sal gebenendijt worden al dat volck der aerden.
Omdat ghij nu sonder faelenGa naar voetnoot963
mijn stemme gehoort hebt, so sal ick verhaelenGa naar voetnoot964
965[regelnummer]
de misterie van desen bock - hoort wel tbediet -,Ga naar voetnoot965
Ga naar margenoot+inden doren verwert, so ghij hier siet.Ga naar voetnoot966
Hij beteijckent de menscheijt Christij saechtmoedich,Ga naar voetnoot967
Die naemaels sou hangen aenden cruijce bloedichGa naar voetnoot968
met de dooren, wreet van aerde,Ga naar voetnoot969
970[regelnummer]
der goddloosen, die als de onvervaerdeGa naar voetnoot970
sijn goddlijck woort sullen wederstaen.
Die hoornen beteijckenen - hoort mijn vermaen -Ga naar voetnoot972
die cracht sijns woorts waerachtich en bloot;Ga naar voetnoot973
want so den bock met sijn hoornen stoot,
975[regelnummer]
so sal een waerachtich predicant tallen stondenGa naar voetnoot975
niemant vreesen door swerrelts vermonden,Ga naar voetnoot976
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||
stooten en straffen de wijse deser werrelt.Ga naar voetnoot977
Door desen hoornen sal blijven verkerltGa naar voetnoot978
die valsche Pharazeeusche generatie,Ga naar voetnoot979
980[regelnummer]
die Christum, den bock, telcken spatieGa naar voetnoot980
vervolgen sullen met loosse practijcken.Ga naar voetnoot981
Maer die Christum beminnen, sullen niet wijcken
vanden bock, maer sijn stooten goetwillich verdragen.
Abraham
O wonderlijcke Godt, wat hoor ick gewaegen?
985[regelnummer]
Sijn dit u groote, verborgen secreten?Ga naar voetnoot985
Den engel
En gelijck ghij den bock naer u vermetenGa naar voetnoot986
hier verwert siet in de doornen hangen,
die ghij sult offeren midts sdoots verstrangen,Ga naar voetnoot988
so sal Christus oock worden gevangen claer
990[regelnummer]
van den Sijnen openbaer.
Abraham
O Godt, sal dit noch worden waer?
Gheen menschen verstant mach dit gronderen!Ga naar voetnoot992
Hoe! en soude ick dan mijnen soon niet presenterenGa naar voetnoot993
als Ghijselve den doot noch sult moeten besueren!Ga naar voetnoot994
Den engel
995[regelnummer]
Ghelooft, Abraham, dit sal al gebueren;Ga naar voetnoot995
en gelijck ghij IJsack, uwen soon, hebt gebracht
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||
tot in sijn doot, en was oock doot geacht
van u ende van hemselven mede,
so sal Christus oock door sijn goethedeGa naar voetnoot999
1000[regelnummer]
totter doot gebracht worden voor allen menschen,
daer alle u zaet nae sal wenschen,
want sijn doot sal u dat leven bringen,Ga naar voetnoot1002
tserpent vertreden, den vijant bedwinghen.Ga naar voetnoot1003
Dit sal Godt ghehingen om smenschen verschonen.Ga naar voetnoot1004
1005[regelnummer]
Slaet op, ick sal u toonenGa naar voetnoot1005
fijguerlijck daer ick u aff hebbe verhaelt.Ga naar voetnoot1006
Hier thoontmen een aent cruijs
Siet, aldus sal die schuit worden betaelt
door de Missiam, mijn gesalffden en soone gepresen,Ga naar voetnoot1008
die toffer voor de sonden der werrelt sal wesen.Ga naar voetnoot1009
Abraham
1010[regelnummer]
Ga naar margenoot+O Godt uuijtgelesen, int hoochste gepresen,Ga naar voetnoot1010-1013
gebenendijt midts desen, die ons wil genesen,
wie soude U niet vresen, uwe groote cracht,
die meeste van macht.
Isack
Dies sijdij gebenendijt dach ende nacht
1015[regelnummer]
van elck geslacht in hemel en aerden,
Abraham
Die mij u belofte hebt ingebracht.Ga naar voetnoot1016
Dies sijdij gebenendijt dach ende nacht.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||
Isack
Loff, eeuwighe Godt, alderhoochste geacht
van elck geslacht in hemel en aerde.
1020[regelnummer]
Hiermede uwen oorloff.Ga naar voetnoot1020
Den engel
Al isset simpel en cleijn van conste,
aenmerckt ons jonste en willech besueren,Ga naar voetnoot1023
hoewel twerck is van cleijnen labuerenGa naar voetnoot1024
1025[regelnummer]
tot deser uuren van ons bedreven.
Godc wil ons csaemen t'eeuwijge leven geven.Ga naar voetnoot1026
Het eijnde vant spel, lang 950. regulen. Volcht de conclusie vant spel.
Conclusie. Goet onderwijs eerst. Wel, Lust om weeten, hoe stont u dat spel aen?
Lust om weten
Voorwaer dat was een lustich vermaen.Ga naar voetnoot1028
Mijn hert is sonder waen inden geest verheucht.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||
Goet onderwijs
1030[regelnummer]
Uuijt dese historie raepen wij geneucht,Ga naar voetnoot1030
die uuijt goeder deucht ons nu is geopenbaert.Ga naar voetnoot1031
Lust om weten
Wij mogen wel segghen dat Godt ons heeft bewaert,
en door gelooff verclaert des vijants listen.Ga naar voetnoot1033
Goet onderwijs
Twijffel en Temptatij, die loose arthisten,Ga naar voetnoot1034
1035[regelnummer]
die hier weijnich op gisten, mosten wel swichten.Ga naar voetnoot1035
Lust om weten
Jae, twaeren twee quade neven en nichten;Ga naar voetnoot1036
hadden sij ijet connen uuijtrichten off brouwen,Ga naar voetnoot1037
Goet onderwijs
sij hadden Abraham gaern gebrocht int benouwen,
maer sijn sterck gelooff quam hem te baten.
Lust om weten
1040[regelnummer]
Doe mosten die twee ruijmen de straetenGa naar voetnoot1040
en Abraham verlaeten, want sij hadden geen troeff.Ga naar voetnoot1041
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||
Goet onderwijs
Ga naar margenoot+Deen was een hoer en dander een boeff;
dan men moet de Heer nemen voor sijn sterckheijt.Ga naar voetnoot1043
Lust om weten
Nu heeft Godt sijn loff door Abraham verbreijt.
1045[regelnummer]
Dies wij hem dancken van sijn goetheijt goedertieren.
Goet onderwijs
Op Hem moeten wij bouwen in alle manieren,
en eeuwichlijck metter harten dancken.Ga naar voetnoot1047
Lust om weten
Ick twijffele niet off als wijngaertranckenGa naar voetnoot1048
heeft Hij ons, crancken, tot sijn erffdeel vercoren.
Goet onderwijs
1050[regelnummer]
Nu, laet ons als Pellicaennisten niemant verstoren,Ga naar voetnoot1050
maer met behooren met eeren van hier wijcken.
Lust om weten
Tis recht, want ons Trou moet blijcken.Ga naar voetnoot1052
Des dancken wij gelijcken die hier sijn gecomen.
Goet onderwijs
Sijnder fauten gesien, wiltse u niet beromen,Ga naar voetnoot1054
1055[regelnummer]
wiltse sonder schromen in dasschen begraven.Ga naar voetnoot1055
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||
Lust om weten
Denckt, tsijn goe paerden die uuijt haerselven draven,Ga naar voetnoot1056
want tgeschiet uuijt jonst tot consten fier.Ga naar voetnoot1057
Goet onderwijs
Wij dancken ons mebroeders, den soeten Negelentier,Ga naar voetnoot1058
die, goet van manier, altijt is in Lieft bloeijende.Ga naar voetnoot1059
Lust om weten
1060[regelnummer]
En datse al blijven in Jeucht groeijende,Ga naar voetnoot1060
die van vert sijn gecomen, daer lieft is fondement.Ga naar voetnoot1061
Goet onderwijs
Tavent te seven uuren salmen spelen een esbatement,Ga naar voetnoot1062
alle borgers en vreemden tot een recreatie.Ga naar voetnoot1063
Hiermede bevolen Goods milde gratie.Ga naar voetnoot1064
Het spel met de prologe ende de conclusie is lang tsaemen 1150. regulen.
|
|