| |
| |
| |
Dichtwedstrijden in Vlaanderen in de negentiende eeuw
II
(1825-1888)
door J. Huyghebaert
Het eerste deel van deze bijdrage verscheen in het Jaarboek 1980 - 1981, deel I, XXXI (tweede reeks: nr. 23) van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica De Fonteine, p. 57-86.
Het moge hier worden herhaald dat onze opsomming beperkt blijft tot dichtwedstrijden. Van de talrijke wedstrijden in voordrachtkunst, soms ingericht ter omlijsting van een poëzieprijskamp, maken we geen gewag (De Potter geeft een overzicht van zulke voordrachtwedstrijden in zijn zeldzaam werk Oud en Nieuw, verschenen te Gent vanaf 1865 en grotendeels gesteund op de jaarlijkse overzichten van het Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje).
We trachten zoveel mogelijk te verwijzen naar bronnen uit de eerste hand. De lijst van De Potter (in zijn Verhandeling... van 1859) halen we alleen aan in gevallen waar zulke direkte bronnen ons niet ter beschikking stonden. We vermelden anderzijds geen handschriftelijke bronnen (archiefstukken van rederijkerskamers, brieven van Prudens van Duyse, Jan Frans Willems e.a.), noch dichtbundels van auteurs die bij de wedstrijden betrokken waren (zoals o.a. van de genoemde Van Duyse, K.L. Ledeganck, F.J. Blieck, P.J. Renier, J. Poupaert, A. d'Huygelaere of A.C. Meynne-Van de Casteele).
| |
Lijst van werken die veel worden aangehaald:
E. van den Berghe - Loontjens, Schets eener geschiedenis der Rederijkerskamer Ste Barbara, gezeid Zeegbare Herten, te Rousselaere, Ieper, 1887. |
F.J. Blieck, De laatste rederijkers. Uit een nagetaten handschrijt van F.J. Blieck, in: Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, 1887, p. 363-385. |
| |
| |
Th. Coopman en J. Broeckaert, Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd, Gent, 1904 e.v. |
J. van Hoorde, J.B.J. Hofman van Kortrijk, zijn leven en zijne werken, Gent, 1876. |
F. de Potter, Verhandeling over de Vlaemsche letterkunde in België sedert het begin der XIXde eeuw, Roeselare, 1859. |
P. Rogghé, Rederijkers te Eeklo, in: Appeltjes van het Meetjesland, XXIII, 1972, p. 143-200. |
E. van der Straeten, Le théâtre villageois en Flandre, 2de uitg., 2 dln., Brussel, 1881. |
A. de Vlaminck, Jaerboeken der aloude Kamer van Rhetorika, het Roosjen, onder kenspreuk: Ghebloeyt int Wilde, te Thielt, Gent, 1862. |
V. de Vos, De rederijkkamer Het Kersouwken te Leuven. Oorkondige bijdragen tot hare geschiedenis, 2 dln., Leuven, 1908-1910. |
| |
Afkorting:
Ned. Lett. Jaerboekje (Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje).
| |
101. Ieper 1825. Getrouwe van Herten.
Lof van Maria Theresia. 1. Jan Baptist J. Hofman (Kortrijk). - J. van Hoorde, p. 127, 133.
| |
102. Brugge 3 december 1825. Koninklijke Maatsch. Eendragt en Vaderlandsliefde.
De Menschlievendheyd. Geen eerste prijs. Acc.: C.A. Oudemans (in garnizoen te Ieper) en Frans de Vos (Ninove). - Bundel, uitgegev. door de Koninklijke Maatsch. voor het jaar 1825-1826, p. 28.
| |
103. Oostende 9 juni 1826. Koninkl. Maatsch. Wat Ryp, wat groen, komt wysheyd voên.
De Ysselykheyd eens Burgerkrygs. 1. Pieter Jan Renier (Deerlijk). 2. David de Simpel (Staden). Eervolle vermelding voor Pieter Albert Priem (Brugge).
De gekheden der menschen. 1. David de Simpel. 2. Lodewijk de Vlaminck (Tielt). Eervolle verm. voor Jan Baptist de Backer (Oudenaarde).
De overdrevene nieuwsgierigheyd (kamervraag). 1. Pieter Albert Priem. 2. Felix Priem (zoon van eerstgenoemde).
| |
| |
* Bekroonde en andere werken van den Dicht- en Kunst-strijd, voorgesteld... door de Koninklyke Maatschappij van Vaderlandsche Taal en Dichtkunde... te Oostende... op den 9den van hooimaand 1826, Oostende, Th. Vermeirsch, 1826.
| |
104. Ieper zondag 6 augustus 1826. Getrouwe van Herten.
Opkomst, groei en bloei der Dichtkunst. Maria Doolaeghe (Diksmuide) zou de eerste prijs gekregen hebben indien ze aanwezig was geweest bij de proclamatie. David de Simpel kreeg die prijs in haar plaats, maar hij heeft haar de medaille achteraf bezorgd. J.B.J. Hofman werd tweede. - Journal de Gand, 27 aug. 1826; De Argus, 13 sept. 1826; J. van Hoorde, p. 133.
| |
105. Ieper maandag 7 augustus 1826. Alpha et Omega.
Het medelijden. 1. Pieter Jan Renier. 2. J.B.J. Hofman. De lof der hedendaegsche Nederlandsche schilders. 1. P.J. Renier. 2. J.B.J. Hofman.
Kamervraag. 1. J.B.J. Hofman.
Geheel buiten de traditie om stond ook een vertaling van verzen van Racine op het programma. 1. Fernand Renier (zoon). 2. C.B. de Bruyne (Watou). - Gazette van Gend, 24 aug. 1826; J. van Hoorde, p. 133-136.
| |
106. Gent 24 augustus 1826. De Fonteine.
De dood van Byron. Enige prijs voor Christiaan Petrus Eliza Robidé van der Aa (Leeuwarden). Andere programmapunten waren een lofrede in proza en het lezen van oud schrift. - Gazette van Gend, 24 aug. 1826; De Argus, 24 mei 1826.
| |
107. Menen 22 oktober 1826. Beminders van Herte.
De lof van den generael Van der Meersch. 1. David de Simpel. - P. van Duyse in Ned. Lett. Jaerboekje voor 1852, p. 155.
| |
108. Gent 1826. Koninkl. Maatsch. van Nederlandsche Taal en Letterkunde Regat Prudentia Vires.
| |
| |
De koophandel beschouwd als een voornaam middel van volksbeschaving. - De Belgische Muzen-Almanak, 1826, p. 200.
| |
109. Brugge 1826. Koninkl. Maatsch. Eendragt en Vaderlandsliefde.
Lofdicht op de Nederlandsche Nijverheid, zoodanig als deze van oud, zoo wel in het Noordelijk als Zuidelijk gedeelte van ons Rijk, heeft bestaen.
1. W. Kraan (Waddingsveen, Zuid-Holland). - Bundel uitgeg. door de Koninkl. Maatsch. voor het jaar 1825-1826, p. 51-74.
| |
110. Roeselare 8 juli 1827. Zeegbare Herten.
De vreedheyd van Nero. 1. Hendrik de Muynck (Menen). Uit Diksmuide werd tegen deze bekroning geprotesteerd wegens plagiaat uit H.H. Klijn, De Verlichting.
* Verzaemeling der voornaemste Dicht-werken, op de Vreedheyd van Nero..., Roeselare, David van Hee, 1827, 31 p.; Journal de Gand, 7 aug. 1827.
| |
111. Deinze 15 juli 1827. Geen Konst zonder Nijd.
Heil en onheil der tooneeloefening. 1. Karel Lodewijk Ledeganck (Eeklo). 2. Frans Rens (Geraardsbergen, verblijvend in Beveren-Waas).
De Broedermin. Prudens van Duyse uit Dendermonde verbeurde door afwezigheid zijn eerste prijs. Deze werd dan verdeeld tussen K.L. Ledeganck en Augustijn d'Huygelaere. Jan Jacob Lambin (Ieper) kreeg de 2de prijs.
* Verzameling der voornaamste Dichtstukken, die naar prijs gedongen hebben, in den drievoudigen letterstrijd van Dicht-, Tooneel- en Schrijfkunst... Deynze, op den vyftienden julij 1827, Tielt, L.F. Michiels, 39 p.; Gazette van Gend, 22 juli 1827; H. van den Abeele, Geschiedenis der Rederijkerskamer... Deinze 1789-1858, in: Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze, XII, 1945, p. 66-68.
| |
112. Menen 21 oktober 1827. Beminders van Herte.
De Volksbeschaving. 1. Beequaert-Walwein (Ieper). - F. de Potter, p. 35; Gazette van Gend, 4 nov. 1827.
| |
| |
| |
113. Izegem 1827.
Lof der Heilige Kerk. 1. David de Simpel. - P. van Duyse in Ned. Lett. Jaerboekje voor 1852, p. 155; A. Vandromme, Geschiedenis van de Izegemse rederijkerskamers, in: Ten Mandere, XIV, 1974, april, p. 31.
| |
114. Brugge 1827. Koninkl. Maatsch. Eendragt en Vaderlandsliefde.
De roem der stad Brugge. Geen eerste prijs. Aanmoedigingsprijs J.W. van Alphen ('s-Gravenhage). - Bundel, uitgeg. door de Koninkl. Maatsch. voor het jaar 1827-1828, p. 28.
| |
115. Brussel 2 december 1827. Koninkl. Maatsch. Concordia.
Lofdicht op de voortreffelijkheid der Nederlandsche taal. Enige prijs: Prudens van Duyse. - J. Micheels, p. 27; Ada Deprez, Brieven van, aan en over Jan Frans Willems, Aantekeningen, II, 1825-1829 (Brugge, 1965), p. 171.
| |
116. Brugge 16 juni 1828. Koninkl. Maatsch. van Rhetorika (d.i. de vroegere Heilig-Kruiskamer).
Lof der Schilderkunst. 1. K.L. Ledeganck. 2. P.J. Renier. 3. A. d'Huygelaere.
Het vermogen der toonkunde. 1. J.B.J. Hofman. 2. A. d'Huygelaere. 3. K.L. Ledeganck.
Gazette van de Provincie West-Vlaenderen en der Stad Brugge, 18 juli 1828; J. van Hoorde, p. 134.
| |
117. Ieper 3 augustus 1828.
Lofzang op Homerus. Maria Doolaeghe die als eerste werd gerangschikt en J.B.J. Hofman die tweede werd, waren beiden op de prijsuitreiking afwezig. De bekroning viel dan toe aan Pieter Wyllie, zoon (Diksmuide). - Gazette van de Provincie West-Vlaenderen en der Stad Brugge, 15 aug. 1828.
| |
| |
| |
118. Eeklo 2 september 1828.
Strengheid van Liederik de Buck jegens Joseram. 1. Frans Rens. 2. P. van Duyse.
Hiernaast ook een wedstrijd voor vertaling in Franse verzen van de episode Dood van Beyling uit De Hollandsche Natie van J.F. Helmers (1812), alsook een wedstrijd transcriptie van oud schrift (vergelijk met nr 106). Aan deze Eeklose wedstrijd mochten alleen Zuidnederlandse dichters deelnemen.
* Bundel van Dichtstukken bekroond door de Maatschappij van Rhetorica te Eecloo..., Gent, A.I. van der Schelden, 1829, 45 p.; P. Rogghé p. 151-152.
| |
119. Roeselare 1828. Zeegbare Herten.
Rouwklacht voor Pieter Caytan (overleden hoofdman van de Kamer). 1. K.L. Ledeganck. - Handschrift in Stadsbibl. Kortrijk, Verzameling L. Slosse, Roeselare, IV; E. van den Berghe-Loontjens, p. 107.
| |
120. Tielt 1828.
J.B.J. Hofman won een eerste prijs dichtkunde. - J. van Hoorde, p. 134. Niet in A. de Vlaminck.
| |
121. Gent 1828. Koninkl. Maatsch. Regat Prudentia Vires.
Lofdicht op Maria Theresia. J.B.J. Hofman neemt deel, maar wint geen prijs. - J. van Hoorde, p. 127.
| |
122. Brugge 1828. Koninkl. Maatsch. Eendragt en Vaderlandsliefde.
Lofdicht op de hereniging der Zuidelijke en Noordelijke Provinciën der Nederlanden onder Willem I. De enige prijs werd niet toegekend, en de wedstrijd werd verschoven tot 1829. In laatstgenoemd jaar zou de organiserende maatschappij echter ophouden te bestaan. - Bundel. uitgeg. door de Koninkl. Maatsch. voor het jaar 1827-1828, p. 34-35.
| |
| |
| |
123. Drongen 28 juni 1829.
Het lyden van Pius VII gedurende zijn banning in Frankrijk. Kategorie steden: 1. P. van Duyse. 2. J. van Dam Thz (Utrecht). Kategorie dorpen: 1. Van den Braembussche (Nevele). 2. Emeric Conrard Crabeels (Aarsele). - Journal de Gand, 5 juli 1829.
| |
124. Menen 19 juli 1829. Beminders van Herte.
De ysselykheid van den zelfmoord. 1. Lodewijk de Vlaminck (Tielt). 2. Ferdinand Renier (Deerlijk).
Voor- en nadeel van het tooneel. 1. Aug. d'Huygelaere (Oudenaarde). 2. J.J. Lambin (Ieper). - Gazette van Gend, 26 en 29 juli, 6 en 24 sept. 1829.
| |
125. Kortrijk 17 augustus 1829. Kruisbroeders.
De Ware Vaderlander. 1. L. de Vlaminck. 2. P.J. Renier. 3. Aug. d'Huygelaere.
Jubelzang voor J.B.J. Hofman (vijftig jaar lid van de kamer der Kruisbroeders). 1. P.J. Renier. 2. P. van Duyse.
* Bekroonde dichtstukken in den Letterstrijd te Kortrijk..., Kortrijk, wed. De Muynck, 1829, 20 p.; Gazette van Gend, 20 aug. 1829; Le Catholique des Pays-Bas, 20 aug. 1829; A. de Vlaminck, p. 203-205.
| |
126. Tielt 31 mei 1830. Ghebloeyt int Wilde.
De zelfopoffering uit menschenliefde. 1. Raymond Calmeyn (Roeselare), 2. K.L. Ledeganck.
Linnenmakerij beschouwd als Vlaanderens welvaren. 1. K.L. Ledeganck. 2. Cypriaan Minnens (Koolskamp). - A. de Vlaminck, p. 205; E. van den Berghe-Loontjens, p. 110-111.
| |
127. Roeselare 25 juni 1830. Zeegbare Herten.
Het nut van den Katholijken Godsdienst op de samenleving. 1. Frans Jozef Blieck (Wervik). 2. Jozef Poupaert (Brugge). -Standaerd van Vlaenderen, 3 aug. 1830; F. de Potter, Schets eener geschiedenis van de stad Roesselare, Roeselare, 1875, p. 137, J.F. Blieck, p. 366-168; E. van den Berghe-Loontjens, p. 109-111.
| |
| |
| |
128. Tielt 9 april 1834. Ghebloeyt int Wilde.
Het nut eener maetschappy in betrekking met de burgerlyke samenleving (naar keuze in proza of in verzen). Winnaren onbekend. - A. de Vlaminck, p. 211.
| |
129. Roeselare 3 augustus 1834. Zeegbare Herten.
Belgica herboren. 1. Edward Pierret (Brugge). - F. de Potter, Schets eener geschiedenis van de stad Rousselare, 1875, p. 137; A. de Vlaminck, p. 212-213; E. van den Berghe-Loontjens, p. 114.
| |
130. Brussel september 1834. Wedstrijd ingericht door de regering. Twee taalkategorieën.
De zegeprael van 's lands onafhankelykheyd en de lotsbestemming des Vaderlands. 1. K.L. Ledeganck. 2. F.J. Blieck. (Franse taal: 1. P. van Esschen, Brussel. 2. Raymond Mahaudon, Edingen). - Gazette van Gend, 17 sept. 1834; J.F. Blieck, p. 372-376; Th. Coopman en J. Broeckaert, I, nr. 281, 282, 289.
| |
131. Brugge 3 augustus 1835. Yver en Broedermin.
De Belgen beminnaers van kunsten en wetenschappen. 1. F.J. Blieck (verblijvend te Brussel). 2. Frans Rens (Gent). In de wedstrijdbundel zijn ook de inzendingen van Maria Doolaeghe en Prudens van Duyse opgenomen.
* Pryskamp gegeven, in 1835, door de Maetschappy van Tooneel- en Letterkunde, voor kenspreuk hebbende: Yver en Broedermin, te Brugge. Brugge, wed. E.J. Terlinck en zoon, 1835; J.F. Blieck, p. 376-377.
| |
132. Eke (Frans Vlaanderen) september 1835. Verblyders in 't Kruys.
De lof van het Heylig Kruys. 1. Benoit van Rechem (Hazebroek). - Ph. B(lommaert) in Bydragen Gazette van Gend, 1, 1836, p. 77-79.
| |
| |
| |
133. Kortrijk 15 november 1835. Kruisbroeders.
Treurzang op het afsterven van den dichter J.B.J. Hofman. 1. Maria Doolaeghe (Diksmuide). 2. F.J. Blieck. Eerste eervolle vermelding Prudens van Duyse, tweede eervolle vermelding Frans Rens.
De Kortrijkse letterkundige Jan Baptist J. Hofman, tientallen keren laureaat in rederijkerswedstrijden zowel voor voordrachtkunst als dichtkunst, was op 24 april 1835 getroffen door een beroerte terwijl hij werkte aan zijn gedicht voor de Brugse wedstrijd (zie nr 131). Hij stierf op 2 augustus, 77 jaar oud.
* Bekroonde Dichtwerken op het afsterven van J.B.J. Hofman, dicht- en tooneelminnaer. Kortrijk, Jaspin broeders en zusters, 1836, III-III-51 p.; J.F. Blieck, p. 377-378; W. Simaey, F.A. Snellaert jurylid bij de dichtwedstrijd In Memoriam J.B. Hofman, in: De Leiegouw, XIV, 1972, 253-256.
| |
134. Gent december 1835. Koninkl. Maatsch. van Schone Kunsten en Letteren.
De lof des landbouws en der plantenbewerking in Vlaenderen. 1. Dumont (een Bruggeling, luitenant van de artillerie te Gent). Accessit Prudens van Duyse. Er waren maar drie inzendingen. - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1836, p. 116.
| |
135. Oostende 28 augustus 1836. Wat Ryp, wat Groen, komt wysheid voên. Wedstrijd in twee taalkategorieën.
De knagingen van een boos geweten. 1. J.F. Blieck (Wervik). 2. Prudens van Duyse. Laatstgenoemde kreeg zijn medaille niet omdat hij afwezig was. Ze werd dan gegeven aan Jozef Poupaert (Brugge).
De losse onbezonnenheid der jeugd. 1. Prudens van Duyse (afwezig). 2. F.J. Blieck (kreeg de 1ste prijs in plaats van Van Duyse). Jan van den Broucke (Brugge) kreeg de medaille verbonden aan de tweede plaats.
In de kategorie Franse taal werden o.a. Prudens van Duyse en H.M. Delacroix (Kortrijk) onderscheiden.
| |
| |
* Verzameling der byzonderste Dichtwerken van den Rederstryd, zoo in de vlaemsche als fransche tael, ... te Oostende, op Zondag 28 Augusty 1836. Oostende, Th. Vermeitsch, 1836, 32 p.; F.J. Blieck, p. 379-380.
| |
136. Moorsele 25 mei 1837. Door Christus vyf roo-wonden, Weest ligt gelaen van zonden.
Abraham's Offer. 1. Prudens van Duyse. 2. Pieter Jan Renier, zoon, (Harelbeke). Accessit: Johan de Smet (Kachtem).
De organisatie was het werk van de van Brugge afkomstige P.A. van Caster. Hij zou later wedstrijden inrichten te Gullegem in 1844 (zie nr 156), te Marke (zie nr 160) en te Watou in 1850 (zie nr 168). - Ned. Lett. Jaarboekje voor 1838, p. 134; p. 134; Den Vaderlander, 2 mei 1837.
| |
137. Brugge 6 augustus 1837. Rhetorica (de voormalige H. Kruiskamer).
Het nut der volksbeschaving. 1. Pieter Jan Renier (vader). 2. Pr. van Duyse.
De lieflykheyd der maend Mey. 1. Aug. d'Huygelaere. 2. P.J. Renier.
Wat verdient de hater der Moedertael? (kamervraag). 1. Pr. van Duyse. 2. P.J. Renier. - Den Vaderlander (Gent), 10 aug. 1837; Ned. Lett. Jaerboekje voor 1838, p. 130-131.
| |
138. Kortrijk 28 augustus 1837. Eendragt en Vrede.
Het heil eener goede opvoeding. 1. Johan de Smet (Kachtem). 2. J.W. (of P.F.?) de Vos (Heule). Ned. Lett. Jaerboekje voor 1838, p. 131-132.
| |
139. Assenede 24 juni 1838.
Een tafereel uit de Belgische geschiedenis (naar keuze). 1. F.J. Blieck (met De heilige Dymphna). 2. Prudens van Duyse (met De Monnik van Sint Just). Beiden waren gelijk gerangschikt, maar het lot besliste in Bliecks voordeel. Het was laatstgenoemdes laatste deelname aan een wedstrijd. - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1839, p. 138-139; F.J. Blieck, p. 384.
| |
| |
| |
140. Zottegem 13 augustus 1838. De Zuigelingen van Polus.
De dood van graef Egmont. 1. Pr. van Duyse. 2. Maria van Ackere-Doolaeghe. Vererende vermelding: Jozef Poupaert (Brugge).
* Prijsverzen op de Dood van Egmont, bekroond door het Rhetorijk van Sotteghem. Gent, D.J. Vanderhaeghe-Hubin, 1839, (VI-) 40 p.; Ned. Lett. Jaerboekje voor 1839, p. 141.
| |
141. Geraardsbergen 28 augustus 1838. De Motionisten.
Wat de schouwburg vermag op de beschaving der volkeren. 1. Pr. van Duyse. 2. Thomas van Loo (Brugge). Vererende vermelding: Jozef Poupaert (Brugge) en Jan Karel Martens (Ronsele).
* Prys-gedichten, ter beantwoording der vraeg... voorgesteld door de Maetschappy gezegd Motionisten, te Geraardsbergen, by gelegenheyd van het openen der nieuwopgerichte Schouwburg aldaer, den 28 van oogstmaend 1838. Geraardsbergen, J.A. Stocquart, 1838, 31 p.
| |
142. Brugge 24 september 1839. Westvlaemsche Maetschappy ter bevoordering der Vlaemsche Tael- en Letterkunde.
De yzeren wegen van Belgien. Enige prijs: Pr. van Duyse. Er waren maar twee deelnemers. Deze tweede deelnemer was Theodoor van Rijswijck (Antwerpen).
* Bundel der Westvlaendersche Maetschappy..., Brugge, Felix de Pachtere, 1839, 64 p.
| |
143. Kortrijk 17 november 1839. Kruisbroeders.
Opoffering van Jephta's dochter. Enige prijs Pr. van Duyse.
Lof der Rhetorijkers (kamervraag, met name 16 à 24 verzen in max. 3 uren). Enige prijs Pr. van Duyse. - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1840, p. 146-147.
| |
144. Antwerpen 15 augustus 1840. De Olijftak.
Antwerpen, verheerlykt door de groote mannen die het heeft voortgebracht. Enige prijs Petronella Moens (Utrecht).
* Bekroonde stukken door de Antwerpsche Rederykkamer De Olyftak. Ter gelegenheid van de plegtige inhuldiging van het standbeeld van
| |
| |
P.P. Rubens, den 15 Augustus 1840. Antwerpen, J.M. Jacobs zoon, 1840, VIII - 60 p.
| |
145. Nieuwpoort 27 september 1840. Van Vroeschepe dinne.
Boudewyn met den Yzeren Arm. 2. Adriaan Meynne-Vande Casteele (Mannekensvere). Er was keus tussen poëzie en proza. De winnaars van de 1ste en 3de prijs (respectievelijk Steyaert uit Gent en Pierret uit Brugge) hadden proza ingestuurd. - Kunst- en Letterblad, I, 1840, p. 84.
| |
146. Brugge 1840. Westvlaemsche Maetschappy ter bevoordering der Vlaemsche Tael- en Letterkunde.
Den rampvollen nagt van den 4 tot den 5 juny 1839, tusschen Brussel en Vilvoorde. Geen prijzen toegekend (te weinig deelnemers). - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1840, p. 144-145.
| |
147. Rumbeke 10 juni 1841. Minnende Roozen.
Zegeprael en dood van den graef Frederic de Merode. 1. Lodewijk Renier (Deerlijk), 2. Frans de Jaegher (Nieuwpoort). Eerste eervolle vermelding Pieter Constantijn Comeyne (Veurne). Tweede eervolle vermelding Johan de Smet (Kachtem).
* Verzaemeling der bezonderste Dichtwerken op de dood van graef Frederic de Merode..., Roeselare, David van Hee, 1841, 32 p. Standaert van Vlaenderen, 15 juni 1841; Ned. Lett. Jaerboekje voor 1842, p. 170.
| |
148. Veurne 26 september 1841. Arm in de borze, en van zinnen jong.
Beschryving eener schipbreuk. 1. Jan d'Hondt (Diksmuide). 2. Frans de Jaegher (Nieuwpoort).
Lof van Maria Theresia. I. Johanna Desideria Courtmans-Berchmans (Gent). 2. F. de Jaegher. 3. Aug. d'Huygelaere (Oudenaarde). - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1842, p. 167; Kunst- en Letterblad, II, 1841, p. 84.
| |
| |
| |
149. Leuven 1841. Met Tyd en Vlyt.
Op 23 oktober 1842, verjaarfeest van Met Tyd en Vlyt, ontvangt Prudens van Duyse de medaille voor zijn bekroonde Reinier en Albrade van 't jaar tevoren. - Kunst- en Letterblad, III, 1842, p. 92.
| |
150. Eeklo 5 juni 1842. Eikels worden boomen.
Pieter de Coninck te Brugge (jaer 1302). 1. Johanna Desideria Courtmans-Berchmans (Gent). 2. Eugeen Stroobant (Brussel). - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1843, p. 165; P. Rogghé, p. 153-154.
| |
151. Diksmuide 14 augustus 1842. Gezamenlijke onderneming van de twee kamers: Heilig Kruis scherp duere & Nu, morgen niet.
Philippine van Vlaenderen, dochter van graef Guy, in de gevangenis te Parys (1302). 1. Johanna Desideria Courtmans-Berchmans. De tweede prijs werd niet toegekend.
Van Poucke, beeldhouwer van Dixmude. 1. Johanna Desideria Courtmans-Berchmans. 2. Jaak van de Velde (Dendermonde).
* Bundel der bekoonde Dicht- en Prozastukken in den drievoudigen Pryskamp uitgeschreven door de beide maetschappyen van Rhetorica, te Dixmude..., Diksmuide, Van Cuyck-Gyole, 1842, 104 p.; Kunst- en Letterblad, III, 1842, p. 23, 68.
| |
152. Belle (Frans Vlaanderen) 14 augustus 1842.
Wedstrijd dichtkunde en voordrachtkunst. Noch opgave noch laureaten bekend. - Kunst- en Letterblad, III, 1842, p. 72.
| |
153. Oostende 4-5 september 1842. Wat Ryp, wat Groen, komt Wysheid voên.
De ongelukkige gevolgen van het vooroordeel. 1. Frans de Jaegher (Nieuwpoort). 2. Johanna Desideria Courtmans-Berchmans (Gent).
Het voordeel der naerstigheid. 1. Frans de Jaegher. 2. Pieter Constantijn Comeyne (Veurne).
De lof der eendragt (kamervraag). 1. Frans de Jaegher. 2. P.C.
| |
| |
Comeyne. - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1843, p. 161-162; F. van den Weghe, Schets eener Geschiedenis der Oostendsche Kamer van Rhetorica, Roeselare, 1914, 25-35.
| |
154. Veurne, begin van april 1843. Arm in de borze en van zinnen jong.
Wat de dood zy, waermede de zelve kan vergeleken worden, en hoedanig men de zelve eygentlyk behoorde te noemen. 1. Prudens van Duyse.
* Verzameling der negen Dicht-Werken die mede gedongen hebben op de Prysvraeg, voorgestelt aen alle Dichters van Belgenland, door den heer Chamon, prins der Koninglyke Maetschappy van Rhetorica..., Veurne, P. Ryckeboer, ongepagineerd (40 p.).
| |
155. Hazebroek (Frans Vlaanderen) vóór 6 juli 1844.
Dichtwedstrijd ter gelegenheid van het inwijden van een openbare fontein of waterput. 1. Louis Leconte (Belle). Ook Benoit van Rechem (Hazebroek) nam deel. - Annales du Comité flamand de France, I, 1853, p. 38.
| |
156. Gullegem 14 juli 1844. Weest te vreden met uw lot.
De heilzame uitwerkselen van de Godsdienst op de samenleving. De auteur van het bekroonde gedicht was ter proklamatie afwezig. Het was, volgens eigen bewering, David de Simpel (Staden). Hij verbeurde zijn prijs. De uitslag: 1. Liborius Baert (Rumbeke). 2. A. de Mazière (Ieper). Deze Gullegemse wedstrijd was een initiatief van P.A. van Caster (zie nrs 136, 160 en 168). - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1845, p. 173-174.
| |
157. Kortrijk 8 augustus 1844. Vrienden van Schoone Kunsten.
Beschryving van een gedeelte van den slag der Gulden Spooren, te beginnen met den dood des Graven van Atrecht. 1. Lodewijk Renier (Harelbeke). 2. Edmond Ronse (Veurne). - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1845, p. 171; J. Huyghebaert, Een Groeningespel in de achttiende eeuw, in: De Leiegouw, XXIII, 1981, p. 91-110.
| |
| |
| |
158. Antwerpen 1845. Koninkl. Maatsch. ter aenmoediging van Schoone Kunsten.
Karel de Stoute, 5 January 1477. Hy droomt. Het verledene en zyne aenstaende dood kwellen den geest des hertogs. We kennen geen uitslag. - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1845, p. 170-171.
| |
159. Brugge 23 februari 1846. Yver en Broedermin.
Cantate op de stad Brugge (ter gelegenheid van de onthulling van het standbeeld van Simon Stevin). Enige prijs Prudens van Duyse.
| |
160. Marke 15 augustus 1846. Rhetorica.
De Moederliefde beschouwd in hare opofferingen. 1. Edmond Ronse (Veurne). 2. Frans de Jaegher (Nieuwpoort). Accessit Augustijn (?) Biebuyck (St.-Eloois-Vijve).
Een organisatie van P.A. van Caster (cfr. 136, 156 en 168). - De Eendragt, I, nr. 7, 30 aug. 1846, p. 28.
| |
161. Ieper 29 november 1846. De kunst is ons vermaek.
Lofdicht op Jan Jacob Lambin. 1. Lodewijk Renier (Harelbeke). 2. A. de Mazière (Ieper). - De Eendragt, I, nr 12, 8 nov. 1846, p. 48.
| |
162. Zomergem 12 september 1847. Oefening leert.
Onderwerp naar keuze uit de vaderlandse geschiedenis, geschikt voor deftige of boertige uitgalming (d.w.z. ernstige of humoristische deklamatie). 1. Willem Rogghé (Gent) met Philips van Artevelde. 2. Eugeen Stroobant (Brussel) met Agneessens in den kerker.
* Verzameling der voornaemste stukken van eigen vinding voor ernstige en boertige uitgalming, die in den pryskamp van Zomerghem van 12 september 1847, zyn ingezonden..., Gent, 1847, 140 p.; De Eendragt, II. nr 9. 26 sept. 1847. p. 33-34; W. Rogghé. Gedenkbladen, p. 59.
| |
| |
| |
163. Gent begin maart 1848. De Fonteine.
De sedert vier eeuwen bestaende, en thans koninglyke Maetschappy van Rhetorica der Fonteinisten, te Gent. Niemand bekroond. Er was ook een nevenwedstrijd voor toneelstukken. - De Eendragt, II, nr 21, 12 maart 1848, p. 82.
| |
164. Antwerpen juli 1848. Koninkl. Maetschappy ter Aenmoediging der Schoone Kunsten.
Tweetalige wedstrijd voor poëzie en proza, met een nevenwedstrijd voor toonkunde (een symfonie met groot orkest). De opgave in de kategorie Nederlandse taal: Een oud krygsmakker van Ambiorix, slaef te Rome, wordt door zynen overwinnaer, op een avondmael, tot zingen gedwongen. Enige prijs Prudens van Duyse (De zang des Germaenschen Slaefs). (Franse dichtkunst: Godefroid de Bouillon.) - De Eendragt, I, nr 15, 20 dec. 1846, p. 60; III, nr. 5, 30 juli 1848, p. 20.
| |
165. Sint niklaas 18, 19 februari 1849. De Goudbloem.
Een dichtwerk op een onderwerp naar keuze uit de vaderlandse geschiedenis. 1. August van Acker (Eeklo) met Breidel. 2. Jan Karel Martens (Zomergem), met Jan Borluut.
* Gedichten en uitgalmingen, bekroonde en onbekroonde lettervruchten... te St.Nicolaes met deelneming van 's Lands Bestier,.... Sint-Niklaas, E.J. Landrien-Fovel, XII - 207 p.; De Eendragt, III, nr 20, 25 febr. 1849, p. 80; W. Rogghé, Gedenkbladen, p. 42-43.
| |
166. Izegem 12 augustus 1849. Tael en Kunst.
Marteldood van den hoogwaerdigen heer Affre, aertsbisschop van Parys. 1. August van Acker (Eeklo). 2. Eugeen Stroobant (Brussel). Eerste eervolle vermelding Napoleon Destanberg (Gent). Tweede eervolle vermelding Hippoliet Rens (Gent).
Een slecht boek beschouwd als een verleider (kamervraag, met name 16 verzen in 2 uren). Enige prijs Pieter Legein (Roeselare). Accessit L. Haelewyck (Brugge).
* Verzameling der beste dichtwerken, opgesteld voor en ter gelegenheid van den pryskamp... Iseghem,... Gent, Gebroeders Michiels, 1849, 85 p.
| |
| |
| |
167. Deinze 10 februari 1850. Voor Moedertaal en Vaderland.
Een hekeldicht op hetgene ons land en onze eeuw gispenswaerdigs oplevert. Slechts drie inzendingen. Aanmoedigingsprijs August van Acker (Eeklo). - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1851, p. 173.
| |
168. Watou 5 mei 1850. Rhetorica Nuttig en Aengenaem (gesticht in 1848).
Het Nut van de Landbouw. 1. Hippoliet Rens (Gent). 2. Pieter Constantijn Comeyne (Veurne). P.A. van Caster, nu als douanebeambte te Watou gevestigd, was de inrichter. Cfr. nrs 136, 156 en 160.
* Zesvoudigen Kunstprijskamp, gehouden op 5en Mey 1850,..., Gent, Gebroeders De Busscher, 1851, VIII - 108 p.
| |
169. Tielt 20 mei 1850.
Lofdicht op Leo d'Hulster. 1. Eugeen Stroobant (Brussel).
* Verzameling der verdienstelykste Dicht- en Prozastukken die in den Tooneel- en Letterkundigen Pryskamp... ter mededinging zyn ingezonden, Tielt, Horta-De Laere, 1850, 66 p.; A. de Vlaminck, p. 221-223. Over de nevenwedstrijd voor proza, zie J. Huyghebaert, De ambachtsgilden in dispunt te Tielt, 1850, in: Biekorf, 1979, p. 274-278.
| |
170. Zomergem 9 september 1850. Oefening leert.
Een berijmde twee- of driespraak op een onderwerp uit de vaderlandse geschiedenis. 1. Pieter Geiregat (Gent) met De graven van Egmont en Hoorne in de gevangenis. 2. Lodewijk Billiet (Sint-Niklaas) met Het gesprek te Willebroek, 1567. - Ned. Lett. Jaerboekje voor 1851, p. 175.
| |
171. Brugge 29 september 1850. Yver en Broedermin.
De Landbouw. Enige prijs Eugeen Stroobant.
Wedstrijd ingericht n.a.v. ‘de opening der provinciële tentoonstelling der beide Vlaenderens landbouwvoortbrengselen’.
* Verzameling der bekroonde en der voornaemste Dicht- en Prozastukken..., Brugge, C. de Moor, 1853, XV + 112 p.
| |
| |
| |
172. Nieuwpoort 7 juli 1851.
Een boertig lied, geschikt voor uitgalming op het toneel. 1. Eugeen Stroobant (Brussel). 2. Felix van de Sande (Brussel). - Ned. Lett Jaerboekje voor 1852, p. 169.
| |
173. Poperinge 13 juli 1851. Langoirs Victorinen.
Jubelkrans... aen den heer Philippus Jacobus de Beir, voorzitter der maetschappy. 1. Lodewijk Billiet (Sint-Niklaas). 2. Napoleon Destanberg (Gent). 3. Johanna Desideria Courtmans-Berchmans (Lier). Accessit Emmanuel van Driessche (Brussel).
Treurzang op de dood der koningin. 1. Johanna Desideria Courtmans-Berchmans. 2. L. Billiet. 3. Hippoliet Rens (Gent). Accessit Hippoliet van Peene (Gent). - De Eendragt, VI, nr 5, 27 juli 1851, p. 20; Ned. Lett. Jaerboekje voor 1852, p. 170.
| |
174. Antwerpen juli 1851. Koninkl. Maetschappy ter aenmoediging der Schoone Kunsten. Derde driejaarlijkse wedstrijd (tweetalig).
De Weetal. Geen prijs toegekend (7 deelnemers). - L'Escaut (ook geen prijswinnaar, 6 deelnemers). - De Eendragt, VI, nr 5, 27 juli 1851, p. 20.
| |
175. Aalter 18 augustus 1851. Voor Taal en Vaderland.
Over de weldadigheid der arme weezen toegepast (lierzang). 1. E. Stroobant. 2. Emm. van Driessche. - De Eendragt, VI, nr 2, 15 juni 1851, p. 8; Ned. Lett. Jaerboekje voor 1852, p. 171-172.
| |
176. Knokke 6 juni 1852.
De acht matrozen van den reddingsboot van Knocke, snellen ter verlossing der reizigers en matroozen, van het drymastschip Antigone, schipbreuk lydende op de kusten van Knocke (Kerstdagavond 1839). Naar keuze in dicht of proza. 1. Lodewijk Billiet. Een alleenspraak in dicht of proza. 1. Eugeen Stroobant, met Frans Agneessens. - De Eendragt, VI, nr 22, 21 maart 1852, p. 88.
| |
| |
| |
177. Menen 4 juli 1852. Kunstbare Minnebroeders.
Een verhael op het leven van den generael Van der Meersch, te Meenen den 10 February 1734 geboren, en aldaer in het jaer 1792 overleden (in 100 - 150 heldenverzen). 1. Eugeen Stroobant. 2. Defurne (Izegem). - De Eendragt, VI, nr 27, 30 mei 1852, p. 108; VI, nr 3, 11 juli 1852, p. 12; F. de Potter, p. 45.
| |
178. Gullegem 8 augustus 1852. Rhetorica.
De langdurige ziekte voorgevallen in 1846, de zorg en aenmoediging onzer achtbare overheden. Hiernaast twee bijbelvragen van elk 12 alexandrijnen. Geen laureaten bekend. - De Eendragt, VII, nr 2, 27 juni 1852; E. van der Straeten, II, p. 112.
| |
179. Eeklo 5 september 1852. Eikels worden Boomen.
De kalmte van België, in 1848, in 't midden der stormen welke de meeste staten van Europa teisterden en de samenleving op den oever des afgronds sleepten. - De wysheid der natie en des Konings. Enige prijs Eugeen Stroobant. - De Eendragt, VI, nr 27, 30 mei 1852, p. 108; P. Rogghé, p. 154-155.
| |
180. Wevelgem 26 september 1852. Rhetorica.
Een bijbelvraagstuk, te beantwoorden in 12 verzen. De overwinning was voor de rederijkerskamer van Moorsele. - De Eendragt, VII, nr 7, 5 sept. 1852, p. 27-28; nr 10, 17 okt. 1852, p. 40.
| |
181. Leuven 12 december 1852. Het Kersouwken.
Lofdicht op een vaderlandsch groot man, die uitgeschenen heeft in het bestryden van uitheemschen invloed of dwang. 1. August van Acker met Zannekin. Nevenprijzen Eugeen Stroobant, J. Staes (Antwerpen), Jan de Vlaminck (Antwerpen; een pseudoniem?). - De Eendragt, VII, nr 14, 12 dec. 1852, p. 56; V. de Vos, II, p. 42-43.
| |
| |
| |
182. Kortrijk 1 mei 1853. De Leeuw van Vlaenderen.
Over de gelukkige gevolgen voor België door de Meerderjarigwording van zyne doorluchtige Hoogheid den Hertog van Braband. 1. Lodewijk Billiet. - De Eendragt, VII, nr 23, 17 april 1853, p. 92; nr 25, 15 mei 1853, p. 99.
| |
183. Harelbeke 25 juni 1854. Vrolyk overal.
Een gedicht van vier of vyf zangen, behelzende 1. De min van Boudewyn met den yzeren arm voor Judith, dochter van Karel den Kalen, koning van Frankryk; 2. Schaking van Judith. 3. Haer geheim verblyf met Boudewyn en Lodewyk, haer broeder, op het heerlyk slot van Harelbeke. 4. Hun huwelyk en eindelyk de verheffing van Boudewyn als eerste graef van Vlaenderen. 1. Emm. van Driessche. - De Eendragt, VIII, nr 17, 22 jan. 1854, p. 64; IX, nr 3, 9 juli 1854, p. 9-10.
| |
184. Heule 3 september 1854. De Fonteine.
Toont ons in heldentael, met wat geval van rampen, De vlaemsche werkman heeft sinds jaren moeten kampen, En hoe, in al zyn leed en overmaet van nood, Hy, nimmer moedeloos, blyft zwoegen om zyn brood; Wen hy de halmen ziet door 't rypend graen gebogen, 't Welk' hem een nad'rend oogst uit milde schooven b'looft.
1. Ed. Vanneste (Sint-Eloois Winkel). Deze wedstrijd werd ingericht ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Heulse rederijkerskamer. - E. van der Straeten, II, p. 112; Gazette van Thielt, 10 sept. 1854; A. Angillis, Kronyk der Rederykkamer De Zeebaer Herten, in: Rumbeeksche Avondstonden, 1856, p. 141.
| |
185. Kortrijk 16 september 1854. De Leeuw van Vlaenderen.
Moedertael, Vorstentrouw en Vaderlandsliefde. 1. Frans de Potter (Gent). 2. Lodewijk Billiet en Eugeen Stroobant - De Eendragt, I, nr 6, 20 aug. 1854, p. 24; nr 9, 1 okt. 1854, p. 36.
| |
| |
| |
186. Ieper 5 augustus 1855. De Kunst is ons Vermaek.
Eene nagedachtenis op wylen Claude de Clerck, geboren rymkunstenaer van Yperen. 1. Karel Versnaeyen (Gent). 2. Jules Lafaut (Ieper).
* Bundel der dicht- en prozawerken... opgesteld voor den Yperschen Pryskamp van den 5en Augustus 1855, ingezonden aen de Maetschappy van Rhetorika voerende voor kenspreuk De Kunst is ons Vermaek, Ieper, 1855; De Eendragt, X, nr 4, 22 juli 1855, p. 16; nr 6, 19 aug. 1855, p. 24.
| |
187. Antwerpen augustus 1855. De Olijftak.
Marnix van Sint-Aldegonde. Enige prijs Johanna Desideria Courtmans-Berchmans. - De Eendragt, X, nr 6, 19 aug. 1855, p. 24.
| |
188. Brugge 9 september 1855. Kunstliefde.
Maximiliaan van Oostenrijk gevangen in Cranenburg (1488). 1. J. van de Vyver (Eeklo). 2. Frans de Potter (Gent). - De Eendragt, X, nr 1, 10 juni 1855, p. 4; nr 8, 16 sep. 1855, p. 32.
| |
189. Brussel september 1855. Wedstrijd ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van de onafhankelijkheid. In twee taalkategorieën. Enige prijs Nederl. dichtkunst Julius de Geyter, Antwerpen. (Laureaat Franse dichtkunst L. Hymans, Brussel). - Th. Coopman en J. Broeckaert, III, nr 2177; M. de Vroede, De strubbelingen van Prudens van Duyse bij de Jubileumvieringen van 1855-1856, in: De Vlaamse Gids, XLIII, 1959, p. 24-30.
190. Nevele 12 mei 1856.
Een volksliedje. Enige prijs Frans de Potter. Nevenprijzen Aug. Loyens (Turnhout) en Frans de Cort (Antwerpen). - De Eendragt, X, nr 26, 25 mei 1856, p. 104.
| |
191. Brussel juli 1856. Wedstrijd t.g.v. de 25ste verjaring van de monarchie. Nederlandse taal: laureaten ex aequo Jan van Beers en Prudens van Duyse. - Th. Coopman en J. Broeckaert, III, nr 2233, 2256; M. de Vroede, a.w.
| |
| |
192. Nieuwpoort juni 1857. Van Vroeschepe dinne.
Over den invloed der 25-jarig regering van Koning Leopold I op de beschaving der Belgen. In rijm of proza. Winnaar Domien Sleeckx had proza geschreven. De Eendragt, XI, nr 2, 22 juni 1856, p. 8; XII, nr 2, 21 juni 1857, p. 8.
| |
193. Roeselare 11 april 1858. De Vriendschap.
Keuze tussen drie onderwerpen: Een uitmuntende Belg; De verwoesting van Sebastopol; Het pausdom, beschouwd in de verhevenheid zijner instelling. 1. Lodewijk Billiet (met het eerste onderwerp. 2. Johanna Desideria Courtmans-Berchmans (met het derde onderwerp).
* Verhandeling over de Vlaemsche Letterkunde in België sedert het begin der XIXde eeuw, door Frans de Potter, en Keus van Dichtwerken, te weten..., medegedongen hebbende in den Letterstryd der Rousselaersche Maetschappy De Vriendschap..., Roeselare, 1859.
| |
194. Poperinge 7 juli 1858. Roeysche Barbaristen.
België's voorspoed onder de regering van Leopold I. 1. August van Acker. 2. P.B. Baes (Antwerpen). - De Eendragt, XIII, nr 5 1 aug. 1858, p. 20.
| |
195. Ieper 8 augustus 1858. De Kunst is ons Vermaek.
Het bewerken der landtael strekt tot 's lands voordeel en roem, en verknocht het volk aen zynen vorst. 1. Jan Broeckaert (Wetteren). 2. Jules Lafaut (Ieper) en Frans Gerard (Gent).
* Bundel der bekroonde proza- en dichtwerken. Pryskamp van den 8en Augusti 1858, uitgegeven door de Maetschappy van Rhetorika De Kunst is ons Vermaek, te Yperen. Ieper, Simon Lafonteyne, VIII - 144 p.
| |
196. Waarschoot 11 augustus 1861. De Vereenigde Vrienden van Kunst en Moedertael.
Een bede tot God voor het behoud van onzen beminden Koning Leopold den Eersten, en van zyne nakomelingschap in het belang
| |
| |
des welzyns van Belgenland (100 - 150 verzen). Enige prijs: Karel Bogaerd (Eeklo). - De Eendragt, XV, nr 27, 30 juni 1861, p. 108; XVI, nr 3, 11 aug. 1862, p. 12.
| |
197. Eke (Frans Vlaanderen) 8 september 1861. Verblyders in 't Kruys.
Wat moet den mensch het meest betragten en wat moet hy het meest vlugten voor zyn tydlyk en eeuwig geluk? 1. Jules Lafaut (Ieper). 2. Louis Leconte (Belle). 3. Karel Bogaerd (Eeklo). Lafaut was bij de proklamatie afwezig. Zijn medaille werd toegekend aan Leconte. Ook Bogaerd was afwezig. De Eendragt, XVI, nr 3, 11 aug. 1861, p. 11; nr 6, 22 sept. 1861, p. 23-24; V. Derode, Un concours de rhétorique dans un village flamand de France en 1861, in: Bulletin du Comité flamand de France, II, 1860-61-62, p. 294-308.
| |
198. Brussei. 23 september 1861. De Veldbloem.
Een romance. Enige prijs Frans de Potter (Gent). Eervolle vermelding J.G.H. Wouters (Brussel) en Désiré Claes (Tienen). Drie volksliederen. 1. Frans de Potter. 2. J. Staes (Antwerpen). Eervolle vermelding H. Jacobs (Brussel), M. de Hert (Antwerpen), Herman Michiels (Brussel) en C. Verhulst (Kontich). - De Eendragt, XVI, nr 7, 6 okt. 1861, p. 27.
| |
199. Gullegem 29 juni 1862. Weest te vrede met uw lot.
Twee bijbelvragen en een kamervraag. - De Eendragt, XVI, nr. 24, 1 juni 1862, p. 96.
| |
200. Poperinge 13 juli 1862. Roeysche Barbaristen.
Drie volksliedjes (een vaderlands lied, een meiliedeken of minnelied, een boertig liedje). 1. J. Staes (Antwerpen). 2. Desiré Claes (Tienen). - De Eendragt, XVI, nr 21, 20 april 1862, p. 83-84; XVII, nr 2, 27 juli 1862, p. 8.
| |
| |
| |
201. Ieper 19 augustus 1863. De Kunst is ons Vermaek.
De oorsprong, de voortduring en de tegenwoordige toestand van het koninklyk gesticht van Meesen. - De Eendragt, XVII, nr 2, 26 juli 1863, p. 8.
| |
202. Deinze 6 en 7 september 1863. Kunst- en Letterkring.
Een boertige drie- of vierspraak voor mannen (120 - 150 verzen). - De Eendragt, XVII, nr 20, 5 april 1863, p. 80.
| |
203. Lokeren 14 augustus 1864. Vreugd in Deugd.
Een deftige en boertige alleenspraak in dicht of proza (naar keuze). 1. J.F. van den Branden (Antwerpen) met De jonge Kunstenaar. - De Eendragt, XVIII, nr 26, 26 juni 1864, p. 104; XIX, nr 4, 21 aug. 1864, p. 16.
| |
204. Deinze 11 juni en 2 juli 1865. Vlaemsch Gezelschap Voor Moedertael en Vaderland.
Een deftige alleenspraak in dicht of proza en een toneel- of kluchtlied. - De Eendragt, XIX, nr 22, 30 april 1865, p. 87.
| |
205. Moorsele 10 juni 1866. Rhetorica.
Vreugde van het Belgische volk bij de troonbeklimming van zijnen vorst Leopold II. Enige prijs J. Wylinck (Oostakker). - De Eendragt, XX, nr 26, 24 juni 1866, p. 104.
| |
206. Dendermonde augustus 1867. Nederduitsche Bond.
Een werkmanslied, een vredeslied en een vaderlands lied. Winnaren: J.N. van Hal (Utrecht) met de eerste opgave, Emiel Moyson (Gent) met de tweede opgave. Wap ('s Gravenhage) en Odilon Périer (student te Dendermonde), met de derde opgave.
* Nederduitsche Bond van Dendermonde. Liederen-Prijskamp. Dendermonde Emiel Ducaju, Zoon, 24 p; De Eendragt, XXII, nr 2, 21 juni 1867, p. 8; nr 5, 1 sept. 1867, p. 20; XXIII, nr 9, 25 okt. 1868, p. 33-35.
| |
| |
| |
207. Gent september 1867. Vlaamsch Verbond.
Werkmanslied. Enige prijs Emiel Moyson (Brussel). - De Eendragt, XXII, nr 7, 29 sept. 1867, p. 28.
| |
208. Roeselare 22 mei 1870. De Vriendschap.
Een roemwaardig man of eene roemwaardige daad uit de vaderlandsche geschiedenis. 1. Karel Bogaerd (Wondelgem) met De Slag van Beverhout. 2. A.J. Cosyn (Antwerpen) met Frans Ackerman. - De Eendragt, XXIII, nr 15, 17 jan. 1869, p. 59; XXIV, nr 23, 8 mei 1870, p. 92.
| |
209. Heule 14 augustus 1870. Moedertaal overal.
Lierzang aan de verdedigers der moedertaal. 1. August Bultynck (Knesselare). - De Eendragt, XXV, nr 2, 17 juli 1870, p. 7-8; nr 6, 11 sept. 1870, p. 24.
| |
210. Leuven 2 februari 1871. Het Kersouwken.
Een gedicht waarvan het onderwerp aan de geschiedenis der Nederlanden ontleend is. De prijsuitreiking, voorzien voor september 1870, werd uitgesteld ‘wegens de tijdsomstandigheden’ (de oorlog tussen Duitsland en Frankrijk). Op 2 febr. 1871 werd de volgende uitslag bekend gemaakt: 1. M. Smiets (Roermond) met Charlotte. 2. Desiré Claes (Hasselt) met Joost van Craesbeeck. 3. A.J. Cosyn (Gent) met De Slag der Gulden Sporen. - De Eendracht, XXV, nr 1, 3 juli 1870, p. 3; nr 6, 11 sept. 1870, p. 24; V. de Vos, II, p. 82.
| |
211. Eeklo april 1871. Eikels worden Boomen.
Lierzang op Karel Lodewijk Ledeganck. 1. F.J. Ooms (Rotterdam). 2. August Bultynck (Knesselare). - De Eendracht, XXV, nr 22, 23 april 1871, p. 88; P. Rogghé, p. 156.
| |
212. Nieuwpoort 29 juni 1871. Van Vroeschepe dinne.
De zeebaden (een Nederlandsch volkslied). 1. P.K. Drossaert (Vlaardingen). 2. J.A. Torfs (Leuven). - De Eendragt, XXV, in 25, 4 juni 1871, p. 99; XXVI, nr 8, 8 okt. 1871, p. 32.
| |
| |
| |
213. Brugge 18 februari 1879. Vlaamsche Broederbond.
Breydel en De Coninck. 1. Albrecht Rodenbach (Roeselare). 2. August van Acker (Eeklo).
* Bekroonde dichtstukken in de letterkundige kampstrijden uitgeschreven door den Vlaamschen Broederbond te Brugge in de jaren 1879, 1880 en 1883. Brugge, J. Fockenier en zoon, 1884.
| |
214. Izegem 1879. Voor Taal Vereenigd.
Leopold I herdacht (1830-1865). Enige prijs C. Willems (Brugge). - De Halletoren, IV, 1879, nr 3, maart, p. 21.
| |
215. Brugge 1880. Vlaamsche Broederbond.
België vijftig jaar onafhankelijk. 1. Hippoliet Ledeganck (Eeklo). 2. Th. Sevens (Lapscheure).
* Bekroonde dichtstukken (zie nr. 213).
| |
216. Brugge 1883. Vlaamsche Broederbond.
Lofdicht aan Hendrik Conscience. 1. Hippoliet Ledeganck (Brussel). 2. Th. Sevens (Kortrijk).
* Bekroonde dichtstukken (zie nr. 213).
| |
217. Roeselare 18 november 1888. De Vriendschap.
Opkomst, strijd, bloei en ondergang der gemeenten. De enige prijs werd niet toegekend. Aanmoedigingsprijzen Eugeen Toussaint, priester (Brugge), O. Vermeiren (Lier) en Hippoliet Ledeganck (Brussel). - Gazette van Brugge. 31 oktober 1888.
| |
| |
Christiaan P.E. Robidé van der Aa, 106 |
August van Acker, 165, 167, 181, 194, 213 |
Maria van Ackere-Doolaeghe, 104, 117, 131, 133, 140 |
J.W. van Alphen, 114 |
|
Jan Baptist de Backer, 79, 87, 94, 103 |
Liborius Baert, 156 |
P.B. Baes, 194 |
Beequaert-Walwein, 112 |
Jan van Beers, 191 |
C. Beert, 54 |
Pierre Benau, 27 |
Johanna Desideria Berchmans, zie Courtmans-Berchmans |
Augustijn Biebuyck, 65, 71, 160 |
Catharina Wilhelmina Bilderdijk, 45 |
Lodewijk Billiet, 170, 173, 176, 182, 185, 193 |
Blanfart, 36 |
Frans Jozef Blieck, 127, 130, 131, 133, 135, 139 |
Karel Bogaerd 196, 197, 208 |
Jan de Booser, 47 |
Pieter Joost de Borchgrave, 3, 4, 6, 13, 24, 27, 29, 32, 36, 45, 48, 54, 63 |
Johannes Bosscha, 45 |
Lodewijk Eugeen van den Bossche, 48 |
Abraham Boxman, 71 |
Van den Braembussche, 123 |
J.F. van den Branden, 203 |
Pieter Adriaan de Brauwer, 3, 12 |
Jan Broeckaert, 195 |
Karel Broeckaert, 22, 25, 27 |
Jan van den Broucke, 135 |
C.B. de Bruyne, 105 |
August Bultynck, 209, 211 |
Lodewijk Burvenich, 80 |
Raymond Calmeyn, 126 |
P.A. van Caster, 81, 136, 156, 160, 168 |
Lodewijk Albert Caytan, 12 |
Desiré Claes, 198, 200, 210 |
Ivo Clinckemaille, 47, 62 |
Pieter Constantijn Comeyne 70, 76, 92, 99, 147, 153, 168 |
Frans de Cort, 190 |
A.J. Cosijn, 208, 210 |
Johanna Desideria Courtmans-Berchmans, 148, 150, 151, 153, 173, 187, 193 |
Emeric Conrard Crabeels, 123 |
Lodewijk Crombez, 3 |
|
Frans Donaat van Daele, 13, 26 |
J. van Dam Thz., 123 |
Eugeen van Damme, 36, 51, 55, 58, 62 |
Justin van Damme, 52 |
Defurne, 177 |
H.M. Delacroix 62, 135 |
Napoleon Destanberg, 165, 173 |
Maria Doolaeghe, zie Maria van Ackere-Doolaeghe |
Emmanuel van Driessche, 175, 183 |
P.K. Drossaert, 212 |
Dumont 134 |
Prudens van Duyse, 87, 93, 97, 111, 115, 118, 123, 125, 131, 133, 134, 135, 136, 137, 139, 140, 141, 142, 143, 149, 154, 159, 164, 191 |
|
Pieter Rutger Feith, 45 |
Karel Lodewijk Fournier, 2 |
Charles Froment, 74 |
|
Pieter Geiregat, 170 |
Frans Gerard, 195 |
Julius de Geyter, 189 |
Pieter Jan Gheysen, 95 |
J.B. Gobrecht, 25 |
| |
| |
L. Haelewyck, 166 |
J.N. van Hal, 206 |
J. van Harderwijk, 82, 88 |
Franc. Ludov. Norb. Henckel, 6, 12, 25, 32, 46 |
M. de Hert, 198 |
J.B. Hofland, 58, 72 |
Jan Bapt. Frans Hoffmans, 13, 22, 24, 27 |
Jan Bapt. Jozef Hofman, 3, 13, 31, 32, 33, 35, 37, 38, 40, 41, 47, 50, 51, 52, 55, 57, 60, 62, 63, 68, 72, 75, 77, 80, 82, 83, 86, 87, 89, 90, 91, 93, 95, 101, 104, 105, 116, 117, 120, 121, 125, 133 |
Jan Dhondt, 148 |
De Hoon, 36 |
Laurens d'Hossche, 1 |
L.J. van Huffel, 25 |
C.S. Hugo de Raveschoot, 45 |
Leo d'Hulster, 13, 169 |
Augustijn d'Huygelaere, 43, 46, 54, 87, 94, 96, 111, 116, 124, 125, 137, 148 |
Jan Bapt. Huys, 28 |
|
Frans Jacobs, 13 |
H. Jacobs, 198 |
Frans de Jaegher, 147, 148, 153, 160 |
|
W. Kraan, 109 |
|
Lacroix, zie Delacroix |
Jules Lafaut, 186, 195, 197 |
Jan Jacob Lambin, 8, 22, 26, 28, 29, 32, 36, 39, 42, 46, 49, 52, 58, 59, 81, 85, 93, 95, 111, 124, 161 |
Van Lancker, 32 |
Pierre Lebrocquy, 45 |
Louis Leconte, 155, 197 |
Hippoliet Ledeganck, 215, 216, 217 |
Karel Lod. Ledeganck, 111, 116, 119, 126, 130, 211 |
Pieter Legein, 166 |
Pieter Jan Leroy, 3, 47 |
Philippe Lesbroussart, 27, 45 |
Amaat Liebaert, 51 |
Thomas van Loo, 42, 43, 46, 47, 58, 141 |
Aug. Loyens, 190 |
Jacob Loys, 44, 81 |
Jan Bapt. Luyckx, 21, 45, 46, 87 |
|
Jan Karel Martens, 141, 165 |
Adr. Jacq. Jos. le Mayeur, 27 |
A. de Mazière 156, 161 |
Desiré Jos. van der Meersch, 63, 71 |
Adr. Corn. Meynne-Van de Casteele, 32, 44, 48, 49, 69, 85, 145 |
Herman Michiels, 198 |
Cypriaan Minnens, 126 |
Petronella Moens, 13, 45, 144 |
Emiel Moyson, 206, 207 |
|
J.C. Nierstrasz jr., 64, 74 |
Maarten Nuttens, 14, 15 |
|
F.J. Ooms, 211 |
C.A. Oudemans, 97, 102 |
|
P. Paquet, 48 |
Hippoliet van Peene, 173 |
Odilon Périer, 206 |
Edward Pierret, 129 |
Augustijn Eugeen van den Poel. 24, 25, 27, 43 |
Frans de Potter, 185, 188, 190, 198 |
Lodewijk de Potter, 48, 58 |
Jozef Poupaert, 127, 135, 140, 141 |
Felix Priem, 103 |
Jan Priem, 55, 81 |
Lieven Priem, 44 |
Pieter Albert Priem, 12, 24, 26, 28, 47, 79, 86, 87, 103 |
|
Benoit van Rechem, 132, 155 |
Ferdinand Renier, 105, 124 |
Lodewijk Renier, 147, 157, 161 |
Pieter Jan Renier jr. 136 |
Pieter Jan Renier sr., 55, 57, 60, 62, 63, 72, 78, 79, 80, 84, 89, 103, 105, 116, 125, 137 |
| |
| |
Frans Rens, 111, 118, 131, 133 |
Hippoliet Rens, 166, 168, 173 |
Pieter Johan Robyn, 27, 32, 36, 43, 63 |
Albrecht Rodenbach, 213 |
Willem Rogghé, 162 |
Rohaert, 43 |
Edmond Ronse, 157, 160 |
Marcellus van Rysingen, 71 |
Theodoor van Rijswijck, 142 |
|
Felix van de Sande, 172 |
August de Schryver, 43 |
Theodoor Sevens, 215, 216 |
David de Simpel, 1, 2, 6, 7, 11, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 23, 27, 27, 28, 34, 48, 51, 53, 56, 67, 72, 78, 79, 80, 85, 86, 91, 93, 96, 98, 103, 104, 107, 113, 156 |
Bernard de Smet, 68, 77 |
Emmanuel de Smet, 44, 48, 52, 58 |
Johan de Smet, 136, 138, 147 |
Pieter Jan de Smet, 87, 94 |
M. Smiets, 210 |
Jan Jozef Soenen, 13, 29 |
Placide Soenen, 1, 32 |
R.H. van Someren, 73, 74, 75, 82, 88 |
J.A. Staes, 181, 198, 200 |
Jozef Steylaerts, 24, 28, 44 |
Strack, 32 |
Eugeen Stroobant, 150, 162, 166, 169, 171, 172, 175, 176, 177, 179, 181, 185 |
|
Cesar Tinel, 36 |
J.A. Torfs, 212 |
Eugeen Toussaint, 217 |
|
Theodoor de Vallejo, 44 |
Ed. Vanneste, 184 |
Jaak van de Velde, 151, |
C. Verhulst, 198 |
Theodoor Vermandele, 48 |
O. Vermeiren, 217 |
Th. Vermeirsch, 52, 55 |
Karel Versnaeyen, 186 |
Jan de Vlaminck, 181 |
Lodewijk de Vlaminck, 103, 124, 125 |
Frans de Vos, 71, 102 |
J.W. (of P.F.) de Vos, 138 |
J. van de Vyver, 188 |
|
Wap, 214 |
C. Willems, 214 |
Jan Frans Willems, 36 |
Leopold de Wolff, 63 |
J.G.H. Wouters, 198 |
J. Wylinck, 205 |
Pieter Wyllie, 117 |
|
Antoon Ysenbrandt, 97 |
|
|