Jaarboek De Fonteine. Jaargang 1975. Deel I
(1977)– [tijdschrift] Jaarboek De Fonteine– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 149]
| ||||||||||||||||||||||||||
Een taeffel spel van twee personagienGa naar margenoot+
Een man stadelijck gecleet ende Een wachterGa naar voetnoot+
De man eerst
1[regelnummer]
Die Noach. inde Arcke sont benendidinghe,Ga naar voetnoot1
Die Niniue dreijchde met Castidinghe,Ga naar voetnoot2
Die in Sodoma Solphur heeft gesonden,Ga naar voetnoot3
Die Abraham gaff die eerste besnijdinghe,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Die Loth wtsont hemelsche tijdinghe,Ga naar voetnoot5
Die Moijses gaff die thien geboden,Ga naar voetnoot6
Die door Heester, ontfermhartich was der JoodenGa naar voetnoot7
Duer die oetmoedige heerschappije,Ga naar voetnoot8
Die Balthazer sloech met syn affgoderijeGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Verleentv de Enghelsche melodije.Ga naar voetnoot10
Die wachter
Drie heeft die Clock geslaghen, drie.Ga naar voetnoot11
Die Man
Waer om drie?Ga naar voetnoot12
Wachter
Om dat tghetal van drijen altijt perfect is.Ga naar voetnoot13
Die Man
Vwe clap en dient niet in dese Singuerije.
Wachter
Drie heeft de Clock geslaegen, drie.
De Man
15[regelnummer]
Schaemdi v niet voor dese Compangije
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| ||||||||||||||||||||||||||
Aldus te roepen / tschijnt dat ghegeckt is.
Wachter
Drie heeft de Clock geslaegen, drie.
De Man
Waerom drie?
Wachter
Tghetal van drijen altijt perfect is.
De man
Elck voghel singt soe hij gebect is.Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Tis goet te hooren / aen v gheclanck.Ga naar voetnoot20
Wachter
De koeckoeck verblyt hem in synen sanck
Soewel als die nachtegael doet.
De Man
Sulck hart is wreet / al schynt die tael soet.Ga naar voetnoot23
Nochtans tvat gheeft wt dattet in heeft.Ga naar voetnoot24
Wachter
25[regelnummer]
Soe meenich hooft soe meenighe sin leeft.Ga naar voetnoot25
Vaert wech verdriet / Godt gheeft v lachter!Ga naar voetnoot26
De Man
Wat man sydij?
De man
Maer sijdij oeck ryck?
Wachter
Neen, maer al tachter.
De man
Wat ambacht condij?
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| ||||||||||||||||||||||||||
Wachter
30[regelnummer]
Ick ben een wachter.
De man
Vertrect en thoont v hielen van achter!Ga naar voetnoot31
Wachter
Neen vrint ghij syt al qualijck bedeghen.Ga naar voetnoot32
De man
Maer wat roept ghy hier dan?Ga naar voetnoot33
Die wachter
Ten gaet v niet teghen.Ga naar voetnoot34
De man
Maer coemdij dan hier ijemant wachten?
Mij dunct wel jaeghij,
35[regelnummer]
Ten schijnt niet duechdelick.Ga naar voetnoot35
Wachter
Hoe sprect ghij soe?Ga naar voetnoot36
De man
Want noeyt wachter, en wasser duechdelick,Ga naar voetnoot37
Maer loghenachtich, sulckx doende een quel.Ga naar voetnoot38
De wachter
Ghij hebt ongelyck, ghij en sprect niet wel.
Wachters vintmen meenigerhanden
40[regelnummer]
Voor water / voor vier / voor schaede, voor schanden,Ga naar voetnoot40
Ter poorten, ter Tinnen, in elcke Stede,
Waer goede wach is, daer is vrede.Ga naar voetnoot42
Aldus die wachter vloect / doet als een kint.Ga naar voetnoot43
De man
Nog segge ick tis schant datmen wachter vint,
45[regelnummer]
Want waren alle quade harten goet,Ga naar margenoot+
huijsen / Steden te wachten en waer niet noet,Ga naar voetnoot46
Die quaet dounders souden wesen fijn.Ga naar voetnoot47
Wachter
Nochtans moet elck een wachter syn.
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| ||||||||||||||||||||||||||
De man
Waer off?
Wachter
Van sijnder siele,
Hem wachten van dootlycke sonden,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Want wie int bouck des Leuens niet wort bevonden,Ga naar voetnoot50
Sal trijck Godts niet besitten eeuwelyck.Ga naar voetnoot51
De man
Waeij, vallen en op staen, is menschelyck.Ga naar voetnoot52
Warachtich berouw, ende penitencieGa naar voetnoot53
Stelt ons wer in dexcellentie.Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Wee hem / die in wanhopen sweten.Ga naar voetnoot55
Wachter
Noch moet ick een wachter heten.Ga naar voetnoot56
De man
Waer off?Ga naar voetnoot57
Wachter
Jeghens die doot.Ga naar voetnoot58
Die man
Jeghens die doot segt ghy?Ga naar voetnoot59-61
Wachter
Jae voorwaer,
Want die doot gaet ons al omme naer
Gelijck eenen dieff ter midder nacht,
60[regelnummer]
Want alsmen daer alderminst op wacht
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| ||||||||||||||||||||||||||
Hij en laet ons vre / noch tijt verweruen.Ga naar voetnoot61
De man
Waeij / wie wel leeft / die sal wel steruen.Ga naar voetnoot62
Elck maect syn bedde soe hy slaepe wille.Ga naar voetnoot63
Wachter sequitur
Onse heere was oick een wachter luijde en stille,Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Dan en segt vande wachters geen oneere /.Ga naar voetnoot65
De man
Onse heere een wachter?
Wachter
Jae, onse heere.Ga naar voetnoot67
Want dat hij ons met claer bevroenGa naar voetnoot68
Niet bet en wachten dan wij ons selue doen,Ga naar voetnoot69
Wij souden dickwils qualijck varen.
De man
70[regelnummer]
Tis waer, ick kent nv / ick wil v sparenGa naar voetnoot70
En niet meer begecken, v woort is prijselijck.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot71
Ghij sprect wel duechdelick en wyselyck,Ga naar voetnoot72
Maer segt mij: wat doet ghy hier ontrent?
De wachter
Ick brenghe dese heeren excellent
75[regelnummer]
Een rechtueerdich, perfect / jent presentGa naar voetnoot75
Hem door de geude bekent,Ga naar voetnoot76
Om dat elck hart / soude veriolysere.Ga naar voetnoot77
De man
Maer wat present ist om te vermere?Ga naar voetnoot78
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| ||||||||||||||||||||||||||
De wachter
Tis een rechtveerdige wysere!Ga naar voetnoot79
De man
80[regelnummer]
Segdij dan een rechtueerdighe wijsere?
Wachter
Jae, verstaet wel de saecke.
De man
Hoe dat / een Canne biers can oick wel smakeGa naar voetnoot82
alle vre / wysende net en ardich siet / om tellen en winne /.Ga naar voetnoot83
Wachter
Maer hij is rechtueerdich in syn beginne,Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Want hoemen vren / oft minuten telt,Ga naar voetnoot85
Dese wyser en wert nimmermeer verstelt,Ga naar voetnoot86
Noeyt missende, verstaet de sinne.Ga naar voetnoot87
De man
Ick hoor wel gy gaet met de sonne om en inne.Ga naar voetnoot88
Die syn rechtveerdich eer de sonne verdwynt.
Wachter
90[regelnummer]
Waer de sonne schynt / of niet en schynt,
Desen wijser hout altyt maet.
Wachter
Een sloetel segdij ja /?
De man
Ho. ba. jae / die de sangers wijst / vt. re. mi. fa. sol / la.
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| ||||||||||||||||||||||||||
Wachter
Halff off, seg ick.Ga naar voetnoot94
De man
95[regelnummer]
Ho / ha / !Ga naar voetnoot95
Wachter
Dat sprack de wageman,Ga naar voetnoot96
Nochtans en sanck hij fa. sol. noch re.Ga naar voetnoot97
De man
Ist dan nemae / oft EnomeGa naar voetnoot98
Wijsende den sanck hoemen die inthooneren sal,Ga naar voetnoot99
Hoemen climmen oft descenderen sal,
100[regelnummer]
Off ist / et reliqua / gaet sitten heere?Ga naar voetnoot100
De wachter
In desen wyser leyt alsulcken eere
Datick hem den rechtuaerdige gewaege.Ga naar voetnoot102
De man
Met oirloff, wachter, wat ick v sal vrage,Ga naar voetnoot103
Ist een santloeper / oft een compas,
Dat wyst oick?
De wachter
105[regelnummer]
Ick seg v ten wasGa naar voetnoot105
Noeijt wijser rechtueerdiger van beschee.Ga naar voetnoot106
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| ||||||||||||||||||||||||||
De man
Ist dan een baecke gestelt in zee,
Int ondiep / daer de schepen naer seijlen?Ga naar voetnoot107
Wachter
Neent in trouwe.Ga naar voetnoot108
De man
Soe en weet icxs niet te deijlenGa naar voetnoot109
110[regelnummer]
Dat mij sake mach staen om het te winne.Ga naar voetnoot110
Ist een hant oft een momminneGa naar voetnoot111
Wijsende den wech waer de lieden gaen sullen?
Wachter
Ick hoep dese deseGa naar voetnoot* heeren wel verstaen sullen
Wat wyser dathetis, als ick hem die toeghe.Ga naar voetnoot114
De man
115[regelnummer]
Noch eens wachter by gedoege,Ga naar voetnoot115
Ist een pael die staet / wijsende opt lant
Rechtueerdelyck elck een syn pant,Ga naar voetnoot117
Off ist een draijent weerhaentgen / met alle wynden?
Wachter
Noch oick gheen vaentgen.Ga naar voetnoot119
120[regelnummer]
Desen wijser is beter in elck bestier frisGa naar voetnoot120
En oick rechtueerdich.Ga naar voetnoot121
De man
Ist dan een bier wis,Ga naar voetnoot122
Oft een teecken van bastaert oft andere wijn
Wijsende wat inde kelder mach syn?
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| ||||||||||||||||||||||||||
Wachter
Ghij hebt int stuck seer cleijn gevoelenGa naar voetnoot124
De man
125[regelnummer]
Ist dan een wijser inden doelenGa naar voetnoot125
Schutterlick wysende / elck schoet den pijlGa naar voetnoot126Ga naar voetnoot126-127
Hoe hij geschoeten is?Ga naar voetnoot127
Wachter
Ghij sijt seecker subtijlGa naar voetnoot128
In veel vragen om daer bij te coemen.Ga naar voetnoot129Ga naar voetnoot129-30
De man
Ist dan een figuer / der vierigher Calommen
130[regelnummer]
Wijsende de kynderen van ysrael ouer troode meer?
Wachter
Nu raedij wel / maer noch en radijs niet te dech.Ga naar voetnoot131
De man
Ist dan de hantschrijuer aende wechGa naar voetnoot132Ga naar voetnoot132-34
Daer Balthaser in syn Triumphe satGa naar voetnoot133
In dronckenschap versmoort?Ga naar voetnoot134Ga naar voetnoot134
De wachter
Dat gelyct oeck wat!
135[regelnummer]
Bedt geraect danner eenich quam!Ga naar voetnoot135
De man
Ist dan de hand van Cam,Ga naar voetnoot136Ga naar voetnoot136-39
Die syn vader bespottende daer hy lachGa naar voetnoot137
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| ||||||||||||||||||||||||||
Onschamelyck slaepnde dat hij sach.Ga naar voetnoot138
Waer door hy van Noach worden vervaten?Ga naar voetnoot139
Wachter
140[regelnummer]
Dese wijser is oueral / want hy noeyt en miste.
De man
Ist dan de vinger van Sinct Jan BaptisteGa naar voetnoot141Ga naar voetnoot141-43
Christus wysende metter spoet:Ga naar voetnoot142
Siet tlam godts, dat de werelts sonden wech doet.Ga naar voetnoot143
Desen is rechtueerdich geboeren,
145[regelnummer]
Want al wat die propheten tevoeren
Propheteerden door Godts ingeuen gepresen,
Dat heeft hij mitten vinger gewesen.
Daer om is hij de meeste onder de propheten.
Wachter
Ghij hebt v int vragen eerlijck gequeten.Ga naar voetnoot149
150[regelnummer]
Nochtans woude ick dat ickGa naar voetnoot* mijnen wille hadde / ende dat ghijt wiste.Ga naar voetnoot150
De man
Ist dan de hant vande SibilleGa naar voetnoot151
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| ||||||||||||||||||||||||||
Wijsende den keijser OctauiaenGa naar voetnoot152
Een maget met een kindeken staenGa naar voetnoot153
Int Cierkel der Sonne hooch aenden throon,Ga naar voetnoot154
155[regelnummer]
Int huijs des eewicheyts / lustich en schoon,Ga naar voetnoot155
Alle jaer needer viel in dit saijsoenGa naar voetnoot156
Op den karsnacht?Ga naar voetnoot157
Wachter
Ghy en sult niet doen / al doedij int vragen groote cracht.
Dese wyser is rechtveerdich.Ga naar voetnoot159-63
De man
Ist dan thaentgen Craijende ter middernacht,Ga naar margenoot+
160[regelnummer]
Dwelck petrus craijende heeft vercondicht
Dat hy driemael in Godt hadde gesondichtGa naar voetnoot161
Wijsende dat hem de heer almachtich
Sulcxs voorseyt hadde warachtich?Ga naar voetnoot163
Wachter
Sijt vrij voordachtich,
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| ||||||||||||||||||||||||||
Ten gelijct mij present niet en stroe,
Want hy is rechtueerdich.Ga naar voetnoot164
De man
165[regelnummer]
Thoont hem mij alsoe!Ga naar voetnoot165
Want al mocht ick Salomons wysheyt somme,Ga naar voetnoot166
Soe dunct mij en mocht ick niet naerder commeGa naar voetnoot167
Om daer off te syn een duechdelijck prijser.Ga naar voetnoot168
Wachter: Hier thoont hij den Vvijser
Siet hier den alder rechtueerdichste wijserGa naar voetnoot169
170[regelnummer]
Die tlaetste vonnis alst is, van noode wijsen salGa naar voetnoot170
Ouer leuende ende dooden,
Als een strenge rechter rechtveerdich gepresen,
Daer geen simulatie / by en sal wesenGa naar voetnoot173
Als hy sal seggen /: compt ghij gebenendijde hierGa naar voetnoot174
175[regelnummer]
Ende ghij vermaledijde int ewighe vier /.Ga naar voetnoot175
Dats contrarie van dat ghy hebt gesproken.Ga naar voetnoot176
Ghij segt ontfermherticheyt sal te niet wesenGa naar voetnoot177
Als die onrechtueerdigen int verdriet syn.
Ten oordel Godts blyft geen genade /.Ga naar voetnoot179
Wachter
180[regelnummer]
Ick seg v de waerheyt vroech / ende spaede /Ga naar voetnoot180
Is al voor by /. Sinnet sonder mijnGa naar voetnoot181
Christus armoede, verdriet en lyden fijn,Ga naar voetnoot182
Syn aerbeyt / slauernije / en oetmoedicheyt,
Syn honger / synen doorst / en bloet // soet /
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| ||||||||||||||||||||||||||
185[regelnummer]
Syn passie, syn cruys, syn ryck eruen in waerheyt,Ga naar voetnoot185
Ende den schandigen doot/ voor smenschen sonden goetGa naar voetnoot186
Gestoruen / als een lam gedoet / en als een leeu verresen,Ga naar voetnoot187
In wiens passie wy schepen te wesen /Ga naar voetnoot188
Ende al dat ons sielen nootlyck is,
190[regelnummer]
Daerom roep ick / - het proffijt dat grootelyck is -Ga naar voetnoot190
Drie heeft de Clock geslaegen, drie.
De man
Waerom drie?
Wachter
Tis nv drie / soe ick belyde,
Want wij leuen nv al ter derder vre.
Die natuerlycke wet / der SchriftuereGa naar voetnoot194Ga naar margenoot+
195[regelnummer]
Is al voor by / wel lange spacie.Ga naar voetnoot195
De man
Ende wat is nv?
Wachter
Die wet der Gracie.
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| ||||||||||||||||||||||||||
Daer om, die derde vre / machtmen niet swygen.
Hier in moeten wy genaden vercrygen
Om die strengicheyt des rechters te ontvlien,
200[regelnummer]
Die ten joncxsten dach sal geschien.Ga naar voetnoot200
Daer om eerwaerdige heere,
Elck ontfanck met alder eere
Desen rechtueerdige wijser/.
Ende wilt weduwen ende weesen ontfermen
205[regelnummer]
Ende helpt den heylighen Godts beschermen,
Stiijt voor die gerechticheyt, soe ghij best moecht,
Soe wort ghy naemaels mitten wysen verhoechtGa naar voetnoot207
Hierbouen daer niet dan heijlicheyt wort genoempt.Ga naar voetnoot208
De man
Hij is meer te vresen die verdompt / dan gedoempt wort.Ga naar voetnoot209
210[regelnummer]
Elck sie op hem selven, het is nv noot.
Wachter
Hoe wilt, hoe roekeloos elck een genaempt,Ga naar voetnoot211
Hij is meer te vreese die verdoemt / dan gedoemt wort.
De man
Godt en wil niet dat int stuck versuympt wort,Ga naar voetnoot213
Want een rechtueerdich kint en brack noeyt broet.Ga naar voetnoot214
Wachter
215[regelnummer]
Hij is meer te vresen die verdoemt / dan gedoemt wort.
Elck sie op hem seluen, tis nv noot.
Die man
Dese wyser wyst v in Abrahams schootGa naar voetnoot217
Inde leste vre/ de wet der gracie.Ga naar voetnoot218
Godt leytse altsamen ter hemelscher stacie.Ga naar voetnoot219
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| ||||||||||||||||||||||||||
Wachter
220[regelnummer]
Ende hout lieffde metten anderen, soe dat betaemt.Ga naar voetnoot220
| ||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| ||||||||||||||||||||||||||
Vaak geciteerde werken bij de tekstverklaring
|
|