supérieur des études françaises’ met de kwalificatie ‘très bien’. In 2009-2010 volgde een masterstudie vertalen aan de Universiteit Utrecht, die ze na een jaar verruilde voor een opleiding aan de Vertalersvakschool in Amsterdam. Zij sloot deze in 2012 af met een diploma literair vertalen Frans-Nederlands. Nadien vertaalde zij, veelal samen met Lia Tuijtelaars, negen boeken, die vaak tot stand kwamen in Arles, in het Collège International des Traducteurs Littéraires (citl) van de ‘Association pour la promotion de la traduction littéraire’. Voor reis en verblijf ontving zij beurzen.
Geertrui Marks had een grote belangstelling voor andere mensen. Ze was attent, informeerde betrokken naar het wel en wee van dierbaren in haar omgeving en vergat nooit een verjaardag. Haar interesse voor andere mensen vertaalde zich in de ‘levensschetsen’ die ze maakte van familieleden en vrienden, maar ook van ‘vreemden’, in opdracht. Op basis van intensieve gesprekken - het werden bij haar nooit interviews - schreef zij acht van deze portretten, mini-biografieën.
Een schrijfcarrière naast haar leraarschap heeft zij nooit geambieerd. Aan het bewerken van haar doctoraalscriptie over Elsschot tot een boekuitgave bewaarde zij geen warme herinneringen; het persklaar maken vond zij een onaantrekkelijke en zorgelijke bezigheid. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon en het schrijven bleef, zeker later, een wezenlijke activiteit. Naast de officiële vertalingen en de levensschetsen in eigen beheer schreef zij twee artikelen voor het Kritisch Literatuur Lexicon, over Tomas Lieske en Esther Gerritsen. Verder leverde zij bijdragen aan de Buurt Krant in de omgeving van haar huis aan een Leidse gracht, waar zij na terugkomst uit Straatsburg was gaan wonen. Zij schreef ook over Vierkant in Vierkant van Theo van Doesburg, de plastiek die in 2017 in Leiden geplaatst werd en waarvoor zij zich mede inzette.
Ook op de scholen waar zij werkte, was zij actief geweest op ‘taalgebied’: zowel op het Veurs College als op het Stedelijk Gymnasium schreef ze teksten voor bonte avonden en docentencabaret en trad zij met overgave op. Sterk bleek hier haar grote gevoel voor onderkoelde, ‘Engelse’, humor. Binnen de familiekring maakte ze graag geestige gedichten voor bruiloften en, natuurlijk, Sinterklaas. In 2012 won zij de vertaalwedstrijd van het Prins Bernhard Cultuurfonds in de categorie ‘straattaal’ met haar vertaling van het gedicht ‘Ik ween om bloemen in den knop gebroken’ van Willem Kloos.
Geertrui Marks had een brede culturele belangstelling. Ze las veel en