| |
| |
| |
Zofia Klimaszewska
Grójec 15 oktober 1949 - Warschau 26 januari 2007
Op 26 januari 2007 overleed op 57-jarige leeftijd prof. Zofia Klimaszewska, eminente Poolse neerlandica van de Universiteit Warschau, buitenlands lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
Dat was bijna dertien jaar geleden. Nu, in 2019, komt een zeer gepast moment om het neerlandistieke werk van prof. Klimaszewska te herdenken. Want in de Poolse academische traditie beëindigt een hoogleraar zijn of haar universitaire carrière op de leeftijd van 70 jaar. Dan begint het emeritaat. Prof. Klimaszewska zou dus in 2019 met emeritaat zijn gaan; hoogstwaarschijnlijk met een rijk geredigeerde feestbundel van collega's en vakgenoten. Als een van die collega's wil ik haar hier herdenken.
Zofia Klimaszewska werd in 1949 in de stad Grójec, niet ver van Warschau, geboren. Na haar middelbare school besloot ze om germanistiek te gaan studeren aan de Uniwersytet Warszawski. Germanistiek betekende en betekent in Polen nog steeds: Duits. Maar al snel verdiepte ze zich in een andere taal, het Nederlands. Tijdens haar studie kreeg ze namelijk een beurs aan de Karl-Marx-Universität, zoals de toenmalige naam van de Universität Leipzig in de toenmalige ddr luidde. Daar behoorde ze tot de stu- | |
| |
dentenkring van de bekende neerlandicus prof. Gerhardt Worgt (1925-1992), opvolger van de beroemde linguïst, hoogleraar Duitse en Nederlandse filologie Theodor Frings (1886-1968). Prof. Worgt speelde vanuit Leipzig een inspirerende rol bij het ontstaan van veel centra voor neerlandistiek in Midden-Europa. Hij was bovendien de peetvader van de neerlandistiek in Warschau.
Toen Zofia Klimaszewska uit Leipzig naar Polen terugkwam en in 1973 aan haar alma mater bij de taalkundige Jan Czochralski (1924-2004) een aanstelling als assistent kreeg, werd ze door haar leermeester aangemoedigd om in diens afdeling voor taalkunde binnen het Instituut voor Germanistiek (Zakład Językoznawstwa, Instytut Germanistyki) onderzoek naar de Nederlandse taal op te zetten. Ook zou ze daar een nieuwe studiespecialisatie gaan organiseren, de neerlandistiek. Dit plan nam al snel concrete vormen aan. Eerst werd een lectoraat Nederlands ingesteld, bedoeld voor onderwijs aan studenten germanistiek. Zes jaar later, in 1979, promoveerde Klimaszewska bij prof. Czochralski op een comparatieve studie van Nederlandse, Duitse en Poolse diminutieven en augmentatieven. De Duitstalige handelseditie daarvan verscheen in 1983 onder de titel Diminutive und augmentative Ausdrucksmöglichkeiten des Niederländischen, Deutschen und Polnischen.
In 1992 verscheen haar Habilitationsschrift (een tweede proefschrift, dat een voorwaarde is voor een hoogleraarsbenoeming in Polen, Duitsland en andere landen) over Verbale Phraseologie des Niederländischen. De habilitatie opende voor haar de weg naar het professoraat. Klimaszewska had intussen, ondersteund door haar leermeester prof. Czochralski, de leiding van een nieuwgevormde Afdeling voor neerlandistiek (Zakład Niderlandystyki) op zich genomen. Die afdeling kwam in 1994, toen haar chef met emeritaat ging, voort uit de vroegere Afdeling voor taalkunde. Daarnaast had zij bijdragen over de Nederlandse taal en letteren gepubliceerd. Haar eerste in de Lage Landen daarover gepubliceerde tekst was reeds in 1977 in Ons Erfdeel verschenen. En in 1983 was ze een van de medeauteurs (naast neerlandici uit Wrocław en Toruń) van het academisch leerboek Szkice z literatury niderlandzkiej (Schetsen uit de Nederlandse literatuur), uitgegeven door de Universiteit Wrocław, onder redactie van prof. Marian Szyrocki, hoofd van het Instituut voor Germanistiek, waartoe de Wrocławse vakgroep Nederlands behoorde. In dat boek nam ze de naoorlogse literatuur uit Nederland en Vlaanderen voor haar rekening. Dit was niet het enige bewijs van haar actieve samenwerking
| |
| |
met andere centra van de Poolse neerlandistiek. Al eerder, in de jaren '70 van de twintigste eeuw, en ook later, in de jaren '90 en aan het begin van de eenentwintigste eeuw, werkte ze samen met collega's binnen de steeds intensiever groeiende Poolse vakgroepen Nederlands.
Meer dan drie decennia lang zette Zofia Klimaszewska zich in voor de ontwikkeling van de neerlandistiek aan haar eigen universiteit. Ze had veel leerlingen die later eveneens de Nederlandse taal en de Nederlandse en Vlaamse cultuur zouden propageren - als onderzoekers, als literair vertalers, zelfs als diplomaten of als ondernemers. Haar onderzoek was vooral op de taalkunde gericht, aanvankelijk met name morfologie en fraseologie. Zo had ze onder andere haar bijdrage ‘Fraseologie en het onderwijs Nederlands als Vreemde Taal’ tijdens het 11de Colloquium Neerlandicum van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek in 1991 in Utrecht gepresenteerd. In 2000 publiceerde zij ‘Nederlandse idiomatiek in intercultureel perspectief: Het probleem van de motivering in de fraseologie’ in het tijdschrift Acta Comenii. Amos III van de Vereniging voor Neerlandici in Midden-Europa (Bratislava 2000). Zofia Klimaszewska specialiseerde zich uiteindelijk in de vertaalkunde. Ze schreef met name over ‘cultural transfer’ in het vertalen van Nederlandse versus Poolse literatuur; de titel van haar bijdrage aan het 16de Colloquium Neerlandicum van de ivn in 2006 in Gent luidde ‘Interculturele verschillen als factor bij het vertalen’. Daarnaast verrichtte zij onderzoek op het gebied van moderne Nederlandse letterkunde. Zij was zowel academisch onderzoeker als gerenommeerd literair vertaler.
Geregeld nam zij, als gastonderzoeker in Nederland en Vlaanderen, deel aan onder andere internationale congressen en academische projecten. Zo maakte haar vakgroep van 1995 tot 1998 deel uit van het Nederlands-Vlaams-Poolse tempus-project (Trans-European Mobility Programme for University Studies) van de Europese Unie, dat een brede samenwerking tussen neerlandici van de universiteiten van Antwerpen, Utrecht, Wrocław en Warszawa mogelijk maakte. De vroegere zogenaamde ‘buitenlandse’, extramurale neerlandistiek werd op die manier neerlandistiek ‘zonder adjectieven’: dé Neerlandistiek. Onder de concrete resultaten van dit project kan, naast de ontwikkeling van structurele organisatiemodellen en het invoeren van het ects-systeem (European Credit Transfer System) aan Europese universiteiten, ook de publicatie van een reeks academische leerboeken voor studenten Nederlands genoemd worden. Het eerste deel uit die reeks, waarvan Zofia Klimaszewska mederedactuer
| |
| |
was, heette Zoek het maar uit... Oefeningen Nederlands (Utrecht 1996). Later volgden, bij de prestigieuze Poolse uitgeverij Polskie Wydawnictwo Naukowe (Poolse Wetenschappelijke Uitgeverij), meer delen uit deze serie: op zoek. Zoek het maar uit. Oefeningen Nederlands voor beginners en op zoek. Wie zoekt die vindt (beide uitgegeven in 2000).
Zofia Klimaszewska was een van de deelnemers aan het Pools-Vlaams lexicografisch project (BIL-97/68, Vlaamse Gemeenschap - Pools Comité voor Wetenschappelijk Onderzoek; Komitet Badań Naukowych), dat liep tussen 1997 en 2000. Coördinator was prof. Jos Wilmots van het Limburgs Universitair Centrum (luc, thans Universiteit Hasselt); andere partners waren de Universitaire Instellingen Antwerpen (uia, thans Universiteit Antwerpen), Universiteit Gent, en de Poolse Uniwersytet Warszawski en Uniwersytet Wrocławski. Klimaszewska leverde binnen dit verband nog een belangrijke bijdrage als medeauteur van het tweedelige Beknopt Woordenboek Nederlands-Pools voor de zakenwereld dat in 2001 in Diepenbeek verscheen.
Het Vlaams-Poolse project ‘Woordenschat van het Nederlands. Onderzoek naar betekenisvelden en taalregisters/Vocabulary of Dutch. Research of the semantic fields and pragmatic and stylistic registers’ (2001-2004) sloot hierop aan. Jos Wilmots was hiervan eveneens coördinator; partners waren behalve luc ook de Katholieke Universiteit Leuven, Uniwersytet Warszawski en Uniwersytet Wrocławski.
Tastbare resultaten van dit tweede project waren drie in 2005 uitgegeven woordenboeken Nederlands-Pools-Nederlands ‘voor de zakenwereld’ - ‘dla świata biznesu’, zoals de titel ervan luidde. Wilmots trad hier als hoofdredacteur op en Zofia Klimaszewska was een van de mederedacteurs.
Intussen, in juni 2004, had prof. Klimaszewska aan haar eigen universiteit een groot internationaal congres van Midden-Europese neerlandistiek georganiseerd: Język, Literatura i Kultura Niderlandów - Taal, Literatuur en Cultuur. Culturele Identiteit in het Nieuwe Europa. Al een jaar later volgde een door haar geredigeerde congresbundel met dezelfde titel, die verwees naar het feit dat in 2004 veel Midden-Europese landen tot de Europese Unie toetraden. De twee congressen, 2004 in Polen en 2006 in België, waren de laatste waar collega's neerlandici uit binnen- en buitenland prof. Klimaszewska zouden hebben kunnen ontmoeten.
In 2009, twee jaar na de dood van Zofia Klimaszewska, verscheen nog een academisch werk waarin zij een belangrijk aandeel had: twee grote,
| |
| |
elk meer dan duizend bladzijden tellend, woordenboeken Nederlands-Pools en Pools-Nederlands. Deze kwamen tot stand na jarenlange voorbereiding en redactiewerk bij de Amsterdamse uitgeverij Pegasus, met medewerking van Van Dale Woordenboeken. Klimaszewska was hoofdredacteur, samen met prof. Norbert Morciniec en dr. René Genis van de Universiteit van Amsterdam. De redactie werd versterkt door teams slavisten en neerlandici uit Nederland en Polen. Deze woordenboeken kunnen gezien worden als een posthume bekroning van haar lexicografische werkzaamheden.
Naast haar werk als academisch onderzoeker was Zofia Klimaszewska buitengewoon actief als vertaler van Nederlandse en Vlaamse literatuur in Polen. Ze heeft op die manier in meer dan een kwarteeuw talrijke werken van Nederlandstalige auteurs voor de Poolse lezers toegankelijk gemaakt. Een belangrijke rol speelde bij deze vertaalarbeid onder andere het feit dat ze ook door gezinsbanden met de Lage Landen verbonden was. Haar echtgenoot was slavist Axel Holvoet, afkomstig uit Vlaanderen, die na zijn Gentse promotie over de Poolse taal (1982) als lector Nederlands in Warschau ging werken en zich hier in 1993 habiliteerde, eveneens op een onderwerp over de Poolse taal. Later groeide zijn interesse voor de Baltische talen en werd hij hoogleraar in het Litouwse Vilnius.
Tot de door Zofia Klimaszewska vertaalde auteurs behoren (in alfabetische volgorde) Louis Paul Boon, Hugo Claus, Johan Daisne, Marcellus Emants, Jef Geeraerdts, Hella Haasse, Kristien Hemmerechts, Willem Frederik Hermans, Lieve Joris, Cees Nooteboom, Jona Oberski, Hugo Raes, Maria Rosseels, Ward Ruyslinck, Jos Vandeloo. Haar debuutvertaling was de debuut-roman van Hugo Claus, Polowanie na kaczki, in 1981. De Nederlandstalige titel van deze roman is De Metsiers (1950), maar de vertaalster gebruikte de titel die Claus oorspronkelijk had bedacht, Eendenjacht. In 1983 verscheen bij uitgeverij Państwowy Instytut Wydawniczy (Staatsinstituut voor Publiceren) een tweedelige bloemlezing van Belgische verhalen, Uit het land aan Schelde en Maas / Du pays sur l'Escaut et la Meuse. Het was inderdaad een tweeluik: Znad Skaldy i Mozy. Antologia opowiadań belgijskich (zoals de Poolse titel luidde) presenteerde zowel oorspronkelijk Franstalige als Nederlandstalige verhalen. Zofia Klimaszewska redigeerde het Nederlandstalige deel, en vertaalde tevens een reeks van Vlaamse werken: Johan Daisne, Pawana (Pavane); Jos Vandeloo, Człowiek z Polski (Een mannetje uit Polen); Ward Ruyslinck, Prasta-
| |
| |
ry staw (De oeroude vijver; Jef Geeraerts, Woda (Water); Hugo Claus, Na plaży (Aan het strand); Hugo Raes, Beneluks - Wysoka koniunktura (Benelux - hoogconjunctuur). Later vertaalde ze ook de roman Kinderjaren (Poolse titel: Lata dzieciństwa) van Jona Oberski, verhalen van Kristien Hemmerechts, Jaren geleden (Przed laty), Willem Frederik Hermans,
Wandelaar zonder smet (Wędrownik bez skazy), Cees Nooteboom (Het volgende verhaal, Następna historia) en Lieve Joris (Zangeres op Zanzibar, Śpiewaczka na Zanzibarze). In 1997 verscheen in haar vertaling Urug (Oeroeg) van Hella Haasse, en twee jaar later Następna historia. Rytuały (Het volgende verhaal / Rituelen) van Cees Nooteboom (medevertaler: Elżbieta Osuch-Stańczuk). De kroon op Zofia Klimaszewska's literaire vertaalarbeid is Hugo Claus' meesterwerk Het verdriet van België, dat ze, samen met haar man Axel Holvoet, onder de titel Cały smutek Belgii in 1994 publiceerde. In hetzelfde jaar verscheen ook Claus' Omtrent Deedee, onder de Poolse titel Sakrament.
Op vertaalgebied bleef ze tot het einde actief. Begin januari 2007, kort voor haar plotse dood, had ze nog bij Państwowy Instytut Wydawniczy de vertaling van Willem Elsschots Tsjip / De Leeuwentemmer (onder de titel Ćwirek / Poskramiacz lwów) afgegeven.
Deze twee activiteiten: vertaalkunde en literair vertalen, bepaalden, zoals gezegd, het oeuvre van prof. Klimaszewska. Maar ze was ook op een andere manier aanwezig in de Poolse neerlandistiek: als beoordelaar van proefschriften en habilitaties van jongere neerlandici aan de Universiteit Wrocław. Sommigen van hen werden later, net als zijzelf, hoogleraar in de neerlandistiek. De thematiek van hun onderzoek strekte zich uit van Nederlandse romantiek via 20ste-eeuwse historische romans, moderne Nederlandse schrijvers met een migratieachtergrond, en Zuid-Afrikaanse literatuur, tot aan vergelijkende taalkunde.
Prof. Klimaszewska had aan haar eigen universiteit ook leerlingen, die na hun studie de academische weg zijn ingeslagen. Twee van hen zijn nu zelf hoogleraar, zij het niet aan de Universiteit Warschau. Want de vakgroep Nederlands aan deze universiteit werd na de dood van prof. Klimaszewska opgeheven en de studierichting geliquideerd. Dat is een trieste vaststelling. Maar het begin van de academische ontplooiing van twee van haar oud-leerlingen heeft zij nog kunnen stimuleren.
De eerste van hen is Marcin Polkowski, neerlandicus en anglist. Hij promoveerde in 2007 aan de Jagiellonenuniversiteit in Krakau op onderzoek naar de sonnetten van Pieter Corneliszoon Hooft en habiliteerde
| |
| |
zich in 2012 aan de Katholieke Universiteit Lublin op onderzoek naar de literaire en religieuze cultuur in Delft op het breukvlak van de Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd. Thans is hij hoogleraar Nederlandse letterkunde aan dezelfde universiteit. De tweede is Muriel Waterlot, een Vlaams slaviste die haar proefschrift over beleefdheidsstrategieën in Poolse, Nederlandse en Vlaamse direct mail nog bij prof. Klimaszewska schreef en in 2007 verdedigde. Later ging ook zij naar de ku Lublin, als docente taalkunde. Hier legde ze in 2018 haar Habilitationsschrift voor over functionele vertaaldidactiek in het universitaire vreemdetalenonderwijs. De procedure van haar habilitatie werd in juni 2019 officieel afgerond. Dit moment was veelzeggend: prof. Klimaszewska wordt ook door deze habilitatie van haar promota herdacht.
Op die manier leeft, in haar taalkundige publicaties, in haar vertalingen van Nederlandse en Vlaamse literatuur, en in de universitaire carriére van haar leerlingen, de geest van de activiteiten op het gebied van neerlandistiek van Zofia Klimaszewska voort.
stefan kiedron
| |
Voornaamste publicaties
Klimaszewska Zofia, Diminutive und augmentative Ausdrucksmöglichkeiten des Niederländischen, Deutschen und Polnischen, Warszawa: Uniwersytet Warszawski, 1983. |
Klimaszewska Zofia, Verbale Phraseologie des Niederländischen, Warszawa: Uniwersytet Warszawski, 1992. |
Klimaszewska Zofia, Norbert Morciniec, René Genis (red.), Woordenboek Nederlands-Pools, Słownik niderlandzko-polski, Amsterdam: Pegasus, 2009. |
Klimaszewska Zofia, René Genis (red.), Słownik polsko-niderlandzki, Woordenboek Pools-Nederlands, Amsterdam: Pegasus, 2009. |
| |
Vertalingen
Znad Skaldy i Mozy. Antologia opowiadań belgijskich. Warszawa 1983. |
Hugo Claus, Cały smutek Belgii (Het verdriet van België). Warszawa 1994. (met Axel Holvoet). |
Willem Elsschot, Ćwirek/Poskramiacz lwów (Tsjip/De Leeuwentemmer). Warszawa 2007. |
|
|