Mijn vrees is, dat als dit beleidsmanifest richtinggevend wordt in de subsidiewereld, er bepaalde schrijvers, vertalers, musici en andere kunstenaars buiten deze visie op inclusiviteit zullen vallen, namelijk diegenen die hun kunstenaarschap voeden vanuit een fascinatie met de levens- en denkwerelden van onze voorouders.
Nu sta ik hier niet als schrijver of als kunstenaar, maar als wetenschapper. Maar ik sta hier wel met een prijs voor wat welbeschouwd een poging is om het literaire en muzikale leven niet van vijftig maar van zeshonderd jaar geleden voor wie nu leeft toegankelijk, begrijpelijk, invoelbaar en genietbaar te maken. En volgens mij heeft die doelstelling in hoge mate te maken met het thema identiteit. Daarom kan ik moeilijk om de vraag heen: wat heeft zo'n poging voor zin, als wetenschap en cultuurpolitiek gescheiden wegen begaan? Als datgene wat de wetenschap nastreeft en met veel moeite tot stand brengt, door de cultuurpolitiek nadrukkelijk als benauwend wordt bestempeld? Ik kan die vraag nu niet beantwoorden, maar kan hem ook moeilijk los zien van nog bredere ontwikkelingen in de omgang met de Nederlandse identiteit. Voorbeelden daarvan lijken mij de implosie - eerst van het vak Historische Nederlandse letterkunde en nu ook van de hele studierichting Nederlands aan de universiteiten.
Wie een kritische editie maakt van een historische tekst of van muziek blijft niet ‘hangen in het verleden’, maar opent mijns inziens de deuren naar vaak onbekende gebieden waar we onze voorouders nog kunnen ontmoeten. Wie weet hebben zij ons nog iets te zeggen, weten zij dingen die wij inmiddels vergeten zijn, of kunnen zij ons ontroeren op een manier die ons verrast.
De recente toekenning van de Constantijn Huygensprijs aan Nelleke Noordervliet, onder meer omdat volgens de jury ‘uit haar werk [...] steeds de actualiteit van het verleden en de historiciteit van het heden [spreekt]’ is op dit punt dan weer bemoedigend. De toekenning van de Kruyskampprijs aan de makers van de Gruuthuse-editie beschouw ik in het verlengde daarvan daarom ook graag als een steun in de rug aan alle schrijvers, vertalers, musici, theatermakers of beeldend kustenaars die - wellicht tegen de stroom in - omzien naar wat ons bindt met het verleden, wat onze taalgemeenschap sterkt en naar al datgene wat vroeger kan betekenen