naar eigen zeggen - een openbaring. Het was ook Hunningher die Erenstein op het spoor van een wetenschappelijke carrière zette. Na de voltooiing van zijn doctoraal, in 1969, werd hij door Hunningher als wetenschappelijk medewerker toegevoegd aan de staf van het snelgroeiende Nederlands Theater Instituut voor Dramatische Kunst, zoals het toen nog heette.
In oktober van dat jaar barstte Aktie Tomaat los en begonnen de studenten, samen met leerlingen van de Amsterdamse toneelschool en linkse activisten, hun kruistocht tegen het bestaande toneelbestel en de conventionele, plichtmatige voorstellingen die daarvan het gevolg waren. De ‘tomatisten’ kwamen iedere maandagavond samen in het Instituut aan de Nieuwe Doelenstraat en Erenstein werd een van de woordvoerders. In een interview met Het Parool karakteriseerde hij zichzelf als een ‘tevreden Leienaar’, die zelf tot de gevestigde orde behoorde, maar die de grieven van de (iets jongere) actievoerders wel onderschreef. Het toneel was dringend aan vernieuwing toe en de kans om bijvoorbeeld met de leiding van de Nederlandse Comedie in discussie te gaan, moest met beide handen aangegrepen worden. Erenstein nam dan ook zitting in de analysecommissie, die het beleid van de Nederlandse Comedie kritisch tegen het licht zou houden. Voordat die analyse kon worden afgerond, bloedde de actie dood, maar intussen was er zoveel rumoer ontstaan dat de toenmalige minister van crm, Marga Klompé, een belangrijke aanzet gaf tot een stelselwijziging, waardoor het toneel in de jaren zeventig een drastische verandering zou ondergaan.
Dat gold ook voor het Instituut in de Nieuwe Doelenstraat, waar Erenstein zijn hele verdere werkzame leven aan verbonden zou blijven. De studentenaantallen en de staf bleven groeien, het vakgebied werd uitgebreid met film- en televisiewetenschap, en in 1983 veranderde de studie van een kopstudie in een volledige opleiding. Naast het verzorgen van hoorcolleges en werkgroepen, werkte Erenstein in die jaren aan zijn proefschrift, waarop hij in 1978 promoveerde. En was hij actief als redacteur-dramaturg voor de omroep. Zo schreef hij met Marianne Fennema, met wie hij van 1972 tot 1995 getrouwd was, het script voor de televisieserie De zesde klas (1980-1981). Ook droeg hij bij aan de serie Amsterdam 700 (1975). Van 1975 tot 1981 was hij tevens kroonlid van de Raad voor de Kunst.
De geschiedenis van het Instituut voor Theaterwetenschap is soms turbulent geweest, met name in de eerste helft van de jaren negentig. De