haast onbegrijpelijk, voor mij is het waar.’ Vier dagen voor haar dood had ze nog humor: ‘Na drie stappen lig ik voor pampus (in mijn jonge jaren in Nederland altijd gedacht dat de uitdrukking “voor pampers liggen” was, maar ja, ik sprak nog niet zo goed Nederlands en zat destijds in de kleine kinderen.’) En een dag daarna klonk er berusting: ‘Straks belt de oncoloog. Mocht er medicinaal geen soelaas meer kunnen worden geboden, kortom mocht de kwaliteit van het leven niet meer opwegen tegen de last, dan gaan we een ander traject in. Ik weet het niet. We zullen zien.’ De kop van een recensie over dit boekje luidde: ‘Berkvens zou u wel eens op een kostbaar spoor kunnen zetten’.
Ondanks alle tegenslagen was Christiane Berkvens een bourgondische levensgenieter. Ze hield van de disgeneugten, een goed glas wijn (bij voorkeur prosecco) en een stevige whisky. Als je zondigt, moet je 't goed doen, was haar motto. Dat was ook haar opvatting over de liefde: ze was een overtuigd aanhanger van de polyamorie.
Ze reisde veel, met Jan en Joris, later ook met zoon Jan. In haar flat hing een prachtige foto van haar, achterop een brommertje, bestuurd door Jan jr., en route door de Aziatische jungle. De laatste jaren hadden cruises haar absolute voorkeur. Zij genoot van concerten, ook die van André Rieu, voor wie zij met vreugde afreisde naar het Vrijthof in Maastricht.
Aan haar sterfbed werden niet alleen een Onze Vader en een Weesgegroetje gebeden, maar ook het Sjema Jisraël (Hoor Israël, de HEER is onze God, de HEER is de enige). Het zijn de symbolen van de geloven die zij belichaamde. Naast haar lag een pluchen Boeddha.
Was deze vrouw, voor wie compassie met de medemens het leidend beginsel van haar leven was, die ervan overtuigd was dat alle mensen, gelovig of niet, geborgenheid zoeken, een ‘heilige’? Allerminst. Bij tijd en wijle kon ze behoorlijk narrig zijn, zonder dat ze aangaf wat er precies aan de hand was. Zo is er in onze bijna 50-jarige vriendschap een hiaat van twee jaar, zonder dat ik wist wat de ooraak daarvan was. Zij ook niet, trouwens. We zagen elkaar weer op een begrafenis. We spraken niet over het hiaat. En 't was goed zo.
hans heestermans
(met dank aan Trouw)