bij tot een bibliografische reeks (translatio. Bibliography, Lexicography, History, Reviews).
Het aantal verenigingen waar Haeseryn actief lid of bestuurslid van was, is groot. De Vereniging Algemeen Nederlands (van) was er een van, want hij was voorstander van een verzorgde standaardtaal. Zijn Oost-Vlaamse afdeling van de van gaf een apart onooglijk blaadje uit onder de titel Algemeen Nederlands en Onderwijs; een tijdschriftje waarvoor hij ijverig maar vaak tevergeefs abonnees placht te werven. Uiterlijk stelde het blaadje niet veel voor, maar wie ooit een proefnummer in de hand gedrukt kreeg, moet getuigen dat het inhoudelijk zeker op peil was. René was ook oud-voorzitter van het Davidsfonds in zijn Gentse deelgemeente Sint-Amandsberg. Daarmee bekende hij zich tot de katholieke zuil, in een tijd toen de verzuiling in Vlaanderen nog een grotere impact had dan nu. Verder was hij vele jaren bestuurslid van de Bond van Gentse Germanisten, de oud-studentenvereniging van de richting Germaanse Filologie van de Gentse Universiteit (nu opgegaan in de ruimere studierichting Taal- en Letterkunde). Ook in die vereniging nam hij lange tijd de redactie waar van het tijdschrift Spieghel Historiael, ondertussen omgevormd tot een Jaarboek. Tijdens de bestuursvergaderingen, met name die waar reünies van bepaalde afstudeerjaren werden voorbereid, bleek altijd weer hoe ruim zijn kennissenkring was. Er was ook een andere taak waarvoor jaarlijks zijn hulp werd ingeroepen: de vertaling van het menu voor de jaarlijkse feestelijke bijeenkomst. Lange tijd werden restaurant-menus immers alleen in het Frans aangeboden. René wist ze dan vakkundig te vertalen, waarbij de indruk rees dat hij alle genoemde gerechten en bereidingen al eens had voorgeproefd - wellicht ter voorbereiding van zijn publicatie abn in hotel en restaurant, in 1975 uitgegeven bij Van In in Lier. Publiceren was namelijk een andere bedrijvigheid die René Haeseryn met de
regelmaat van een klok behartigde, met als thema's naamkunde, terminologie, algemeen Nederlands, volkskunde en de vertaalwereld.
Toen hij stierf, liet hij een huis vol boeken na. Alle kamers zaten werkelijk volgestouwd met taalkundige werken, woordenboeken, literatuur en andere die hij in zijn lange carrière had vergaard.
Wie René Haeseryn heeft gekend, onthoudt vooral hoe gedreven hij was, maar ook hoe geruisloos hij het allemaal deed. Hij stond niet op de barricades, verhief zijn stem nooit, klopte zich niet op de borst maar bleef hardnekkig doorwerken op vele terreinen tegelijk. Naar het einde van zijn leven toe nam hij in stilte de zorg voor zijn echtgenote op zich