Henriëtte de Beaufort-prijs 2016
Advies van de commissie van voordracht
Complexe figuren vormen voor de biograaf een grote uitdaging. De niet zelden onverzoenlijke tegenstrijdigheden in hun persoonlijkheid, hun wisselende, onderling moeilijk te verenigen identiteiten, de spanningen die dat voor hen zelf en hun omgeving oplevert, het levert een overstelpende hoeveelheid stof op voor een levensverhaal vol dramatiek, climaxen en anticlimaxen, diepte- en hoogtepunten. Het vertellen van zo'n levensverhaal stelt zeer hoge eisen aan de biograaf. Die kan niet volstaan met het simpelweg noemen, benoemen en opsommen, maar moet verhelderen, nuanceren, een context scheppen waarin dit ene individuele leven met al zijn stroomversnellingen en draaikolken een ruimere bedding vindt.
De jury van de Henriëtte de Beaufort-prijs is van mening dat de biografie die Elisabeth Lockhorn heeft gewijd aan de schrijfster Andreas Burnier (1931-2002), alias de criminologe Catharina Irma Dessaur, alias het meisje Ronnie dat liever een jongen was, aan de genoemde uitdaging en de daarmee gepaard gaande risico's op bewonderenswaardige wijze het hoofd heeft geboden. In de meeslepend geschreven biografie Metselaar van de wereld ontvouwt Lockhorn een boeiend, rijk geschakeerd, uitstekend gedocumenteerd en vooral afgewogen en evenwichtig beeld van een complexe, niet altijd sympathieke, maar toch steeds fascinerende persoonlijkheid. Omdat de biograaf afstand weet te behouden tot haar onderwerp, wordt de lezer in staat gesteld een eigen beeld en oordeel te vormen.
De tegenwerking die Burnier vanwege haar geboorte in een vrouwelijk lichaam ondervond, riep als vanzelf een mannelijke identiteit in het leven. Ze signeerde haar eerste pennenvruchten met een mannelijke schuilnaam en poseerde zelfs met een aangeplakte baard en snor. Nadat ze tien jaar lang echtgenote en moeder was geweest, stapte ze uit haar huwelijk en voltooide een afgebroken studie filosofie. Ze promoveerde, begon een wetenschappelijke loopbaan, omarmde het feminisme maar liet dat los zodra ze er dogmatische en conformistische kanten in ontwaarde, en begon zich vervolgens meer en meer te storen aan de orthodoxie van de ‘Kerk van de Rede’ die na de aftocht van het christendom, fascisme en