Henriëtte de Beaufort-prijs 2016
Dankwoord, uitgesproken door Elisabeth Lockhorn bij de overhandiging van de Henriëtte de Beaufort-prijs op 17 september 2016 te Leiden
Volgens Richard Holmes, een gerenommeerd Brits biograaf, moeten biografieën uitsluitend gaan over mensen die zich buiten de gebaande paden hebben begeven. Ik denk dat Andreas Burnier moeiteloos aan die categorie voldoet. Ik beschouw haar als een van de meest markante, eigenzinnige vrouwen van de tweede helft van de afgelopen eeuw, en ik bewonder haar moed om als intellectueel een publieke rol te spelen ondanks al haar persoonlijke angsten en kwetsuren als onderduikkind.
Dat haar biografie Metselaar van de wereld vandaag in Leiden bekroond wordt met een prijs zou haar deugd gedaan hebben. Leiden, de stad waar zij opnieuw begon te studeren op haar dertigste, waar ze cum laude afstudeerde en cum laude promoveerde.
Mijn verhaal staat in het programma te boek als ‘Dankwoord’ en het is dan met groot plezier dat ik allereerst de jury bedank, bestaande uit: Rick Honings, Manu van der Aa, Elsbeth Etty, Jaap Goedegebuure, en Kris Humbeeck. Ik moet zeggen: naast de prijs vormde het uitvoerige, liefdevol geschreven juryrapport voor mij een extra cadeau.
Mijn dank ook gaat uit naar het Fonds voor de Letteren, het Harten Fonds en het Fonds Bijzondere Journalistieke projecten, die dit project de moeite waard vonden om te ondersteunen.
Het schrijven van een biografie heeft iets van een queeste. Een queeste is, zoals u weet, een zoektocht of een onmogelijke opdracht. Tijdens deze zoektocht moeten er in de regel vele hindernissen overwonnen worden en het is niet altijd zeker of de opdracht wel gehaald gaat worden. Maar vaak wordt er redding geboden in de vorm van een reisgezelschap dat de held terzijde staat. Ook mij is dat geluk ten deel gevallen.
Kees Schuyt was de eerste die mij wees op de noodzaak van het verschijnen van een biografie over Andreas Burnier. Hij stond niet alleen aan de wieg van dit boek, maar bleef ook meedenken. Dorien Pessers en Hugues Boekraad steunden mij vanaf het eerste begin, en het was Hugues die zich spontaan ook opwierp als meelezer. De biografie heeft zeker