1959 aan verbonden bleef. In dat jaar werd hij door zijn oude leermeester Zandvoort aangezocht om zich bij de groeiende staf van het Anglistisch Instituut (ai) te voegen. Na de grote belangstelling voor het Engels in de jaren vlak na de oorlog, was die interesse in de daarop volgende jaren ook weer aanzienlijk ingezakt. Dat gold trouwens ook voor de andere vakken van de faculteit. Om de noodlijdende faculteit uit de brand te helpen en om in het grote lerarentekort te voorzien kreeg Groningen toestemming om een MO-dagopleiding te beginnen. Deze ging in 1958 van start. Posthumus werd belast met de ‘theoretische en practische taalbeheersing van de Engelse taal’, zoals het heette in zijn taakomschrijving. Daarin is hij tot aan zijn vroegtijdige uittreding in 1987 werkzaam gebleven.
Posthumus was een bedachtzame, serieuze en kritische man, iemand die je geen knollen voor citroenen kunt verkopen, een gedegen wetenschapper ook, die niet over één nacht ijs ging. Hij had grote belangstelling voor de formatie van de spraakklanken, de articulatorische fonetiek, belangrijk voor het aanleren van een goede uitspraak van een vreemde taal - een deel van zijn taak bij de opleiding Engels. Hij was aan het begin van de jaren '70 vooral bezig een antwoord te zoeken op de vraag hoe je de uitspraak van een student enigszins objectief kunt beoordelen. Daartoe had hij een Analysis Chart ontworpen, gebaseerd op de toenmalige gangbare, betrouwbare beschrijvingen van het Southern British of Received Pronunciation (rp), aan de hand waarvan het beoordelen van iemands uitspraak een redelijk uniforme basis kreeg.
Al snel bleek dat Posthumus op dit terrein over goede contacten beschikte, in zowel hier te lande als in het Verenigd Koninkrijk, met name bij Peter MacCarthy (University of Leeds), A.C. Gimson (University College, Londen) en diens opvolger J. Windsor Lewis. Zijn uit deze contacten opgedane kennis kwam hem uitstekend van pas bij de interuniversitaire samenwerking op het gebied van het uitspraakonderwijs Engels, waar hij, samen met W.J. Meys van de vu, de Intensieve Uitspraak Cursus ontwikkelde. Van Peter MacCarthy had Posthumus, voor het oefenen van de individuele klinkers, zogenaamde key sentences meegekregen, van het type ‘we need tea for three please, for Jean, Steve and me’. Als uitspraakdocent kon Jan Posthumus door de koptelefoon de prestaties van de student beluisteren en eventueel bijsturen. Het toen ontwikkelde materiaal is nog jarenlang in allerlei opleidingen in gebruik geweest.
Posthumus was vooral goed in de articulatorische fonetiek, en was al-