‘joodse onderneming’ waren aanleiding voor lange discussies binnen de redactie. Er kwam in het boek bij gevolg een stevige theoretische inleiding over continuïteit, discontinuïteit en typologieën; er was nadrukkelijk belangstelling voor heterogeniteit. Er waren niet zozeer joodse ondernemers, zo luidde een conclusie, maar er was wel een beeldvorming rondom joods ondernemerschap. Bij het boek hoorde een tentoonstelling over Joods ondernemerschap in het Joods Historisch museum, die vervolgens onderdeel ging vormen van de vaste collectie.
In 1994 schreef Thera Wijsenbeek bovendien mee aan het boek Koffie in Nederland: vier eeuwen cultuurgeschiedenis (samen met Pim Reinders en anderen). In dit boek werden consumptiegeschiedenis, bedrijfsgeschiedenis (Albert Heijn, Van Nelle, Douwe Egberts), koloniale geschiedenis (de rol van de voc in het ontstaan van de koffiecultuur) en reclamegeschiedenis gecombineerd. Koffie was, na aardolie, het belangrijkste handelsproduct ter wereld, schreven Reinders en Wijsenbeek in de inleiding. Het boek was heel nadrukkelijk een interdisciplinaire studie, en koffie leende zich bij uitstek voor een dergelijke benadering. Ook bij dit boek hoorde een schitterende tentoonstelling.
In 1998 volgde Het Lange Voorhout: monumenten, mensen en macht. In dit boek over de voorname Haagse laan bij het Binnenhof, werd onder redactie van Thera Wijsenbeek de geschiedenis van het land beschreven aan de hand van de geschiedenis van een straat. Het is een insteek die later door Wim Willems (hoogleraar Sociale geschiedenis, Leiden) werd overgenomen. Het boek was onderdeel van een groter project op initiatief van de Geschiedkundige Vereniging Die Haghe, ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Den Haag. Het werd gecombineerd met een tentoonstelling in het Haags Historisch Museum over architectuur en bekende bewoners van het Voorhout, waaronder Johan van Oldebarnevelt en Constantijn Huygens. Het Lange Voorhout was een straat met een grote dynamiek en een zeer mobiele bevolking. Behalve voor de bekende bewoners was er in het boek aandacht voor de bewoners die minder opvielen: de grote schare aan dienstpersoneel.
In 2005 verscheen onder haar redactie Den Haag. Geschiedenis van de stad. De tijd van de Republiek. In dit meer dan 300 pagina's tellende boek werden alle aspecten van Den Haag in de tijd van de Republiek beschreven waaronder economie, architectuur, politiek, justitie, buurten en gilden, geloof, sociaal leven en beeldende kunst. In de lijn van Thera's eerdere werk was er ook in dit boek opnieuw uitgebreide aandacht voor ver-