Ik sprak over Fix als dichter. Soms vervatte hij zijn brochures in een taal die zo wel in hemd als rok de poëzie nadert. Ik wijs nu op zijn manifest senatus populusque zwollensis! (1835), gericht aan het Zwolse stadsbestuur: ‘Heren Magistraten SSTT, vannacht ter stede een/ brandhaard waargenomen, d.d. 23 juni (volle maan)/ in 't eerste kwartier na middernacht. Aangetekend!/ De waker op de torentrans moet geslapen hebben,/ hij maakte van de toren door de klok of anderszins/ niets ruchtbaar, terwijl de rode haan toch zeer ontstoken/ uit en ging te kraaien, en er werk te over was voor/ brandmeesters, alsmede spuitgasten, fakkeldragers/ en een genoegzaam getal van andere personen,/ laatkomers inbegrepen. Er was licht genoeg, alles/ kon gesnoten: reppen van de volle maan dat deed ik al.// Maar lekken dat de vlammen wilden, heren S.P.Q.Z!/ En of ze uitslaan wou tussenbeens. Er was brandgrond/ (meer dan voldoende) om een aantal schippers, leidekkers,/ metselaars, alsmede stratenmakers, wijn - en bier- en/zakkendragers, turf- en zaadmeters met alle daartoe/ behulpzame en dienstige hulpmiddelen naar de plek des/ onheils te geleiden, en angstvallige maatregelen te nemen/ - onmiddellijk - om vrouwen en onnoozle kinderen van de/ vuurzee weg te houden.// Dit geeft inzicht in aard en hoedanigheid van het bluswerk/ door dichter dezes verricht, ter redding van uw stad en de/ mijne, werk voor méér dan 1 regiment, verricht door een/ enkel manspersoon. Ik heb mij in de brand gewaagd, die/ woedde in de nauwe steeg ter stede, ongewaand, door/ niemand opgemerkt, en geblust, volgens alle regelen der/ handelswijze in deel ii der vernieuwde en vermeerderde/ ordonnantie op 't stuk van brand.// In een stad is overal open vuur, de kans op catastrofen/ mag nooit te nimmer worden onderschat. Aantekenen!/ De situatie (volle maan noteren!) is kritiek, aangezien/ mijn bluswerk ook haar grenzen kent. Ter
bestrijding/ en voorkoming tevens, mijn Heren S.P.Q.Z., is mij door/ de Hoogste Authoriteit (God) ingegeven, ten principale,/ ten dringendste, ter voorkoming van algemene schade/ tot plaatsing over te gaan, van/ spuiten door de hele stad verspreid.’
Ook zijn Uren van rust, ter gelegenheid van de cholera te Zwolle: met bijvoegselen (1833) en Des Heilands dood, plegtig gevierd op den Besten Vrijdag te Zwolle (1833) vertonen in taal en uitdrukkingswijzen een hoogst bevlogen karakter.
Over het leven van Henry II Fix is mij weinig tot niets bekend. Zijn bezoek aan Leiden is mij toevallig ter ore gekomen, uit dezelfde bron vernam ik dat