Ik zal hier weinig zeggen over de narratieve structuur van het academisch artikel. Die heeft wel enige overeenkomst met literaire vertellingen, zelfs kinderverhalen. Je begint met een korte enscenering in tijd en omgeving. Dan komt een ‘probleemstelling’, die wel wat lijkt op de ‘uitdaging’ waarvoor de hoofdpersoon in een verhaal zich gesteld ziet. En uiteraard wordt niet meteen de afloop verklapt, de spanning blijft erin tot op ongeveer twee derde van het betoog het hoge woord eruit komt, dat achterstandskinderen niet naar de vpro kijken, of het herpesvirus effectief blijkt tegen huidkanker, of rondom een zwart gat een ring van licht laait. Waarop de verteller zich nog enige tijd onder het hoofd ‘discussion’ of ‘conclusion’ over de moraal van het verhaal buigt. Tenslotte wordt een vervolgvertelling aangekondigd onder de kop ‘implications for further research’.
Uiteraard, elk wetenschappelijk vertoog heeft een narratieve structuur. Maar je kunt dat niet omkeren. Een ‘verhaal’ is op zich nog geen wetenschappelijk betoog, want het hoeft niet waar te zijn. Daar gaat het om. ‘Verhalende wetenschap’ dient met het grootst mogelijk wantrouwen benaderd te worden. Let wel, ‘het verhaal’ kan een ‘feit’ zijn, in de zin dat het inderdaad door een arme spoorwegarbeider of een kampslachtoffer of een zakenbankier, of een therapiepatiënt zo is uitgesproken. En dan moet het dus nauwkeurig, en ‘waarheidsgetrouw’ worden opgetekend. Daarmee is het een ‘feit’, maar de inhoud van dat verhaal, de mededelingen die erin gedaan zijn, kunnen heel wel onwaar zijn, en zelfs waar.
Antropologen, psychiaters, psychologen, historici, sociologen, letterkundigen verzamelen zulke ‘verhalen’, als feiten voor verdere wetenschappelijke analyse, Dat is nog geen verhalende wetenschap, maar een wetenschap die verhalen gebruikt (analyseert, interpreteert, in onderling verband brengt, soms ook inhoudelijk toetst op waarheidsgehalte). Des te erger als deze onderzoekers aankomen dragen met verhalen die helemaal niet zo zijn verteld, of door iemand anders, of in een andere context, want daarmee verdraaien ze de feiten.
Omgekeerd pretenderen beeldende kunstenaars of componisten tegenwoordig graag dat zij onderzoek verrichten, naar beeld en kleur, of naar klank en ritme. Zij hopen uiteraard dat het wat genereuzere subsidiebeleid voor onderzoekers in de wetenschappen ook zal worden toegepast op deze zoekers in de kunsten. Maar een kunstwerk is een ding of een daad, iets wat er is, niet iets dat waar is of onwaar, zoals het resultaat van een onderzoek. Dat is het verschil, overeenkomst is er ook.