leven zo plat als een dubbeltje, zoals ik me dat voorstel van een marmot in een kooi, op de kamer van een meisje van dertien, op een zaterdagmiddag, als zij naar het hockeyen is.
Literatuur - in het algemeen de kunst - komt mij voor als een van de beste tegenmaatregelen die we hebben. Goede literatuur staat immers tegenover vereenvoudiging. Het gaat juist om complexiteit, om twijfel, ambiguïteit en nuance. Het gaat niet om grote lijnen, maar om detail en precisie. Vragen zijn belangrijk, antwoorden niet. De boeken die mij bijblijven, hebben altijd iets van een onderzoek, van zoeken en tasten, en zijn niet geïnteresseerd in een uitkomst of oplossing. Goede schrijvers zaaien verwarring, daar komt het op neer, hoe meer, hoe beter. Dat betekent overigens niet dat zij obscure boeken schrijven. Integendeel. De beste boeken zijn als een labyrint: een orde die dwingt tot dwalen. Op de lezer heeft zo'n dwaaltocht een reinigend effect: hij of zij ziet de wereld als met nieuwe ogen en is zo een echte ervaring rijker.
Verwarring zaaien, daar gaat het om. Oscar Wilde vatte die opvatting samen met het aforisme: ‘When the critics disagree, the artist is in accord with himself.’ Tot mijn verdriet heeft mijn boek veel lof gekregen, nauwelijks kritiek, en nu krijg ik er goddikkie ook nog een prijs voor. Het is dan een troost dat mijn werk, aldus de commissie in haar advies, een ‘verontrustende kijk op de werkelijkheid’ biedt en de lezer dwingt anders te kijken naar die werkelijkheid. Een zekere verwarring zaai ik dan wellicht toch.
Ik ben de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde heel erg dankbaar voor deze mooie, eerlijke prijs. Ik zal mij er zeker door laten aanmoedigen en mijn uiterste best doen nog heel wat verontrustende, verwarrende boeken te schrijven.
Ik dank u wel.
Sander Kollaard