afgerond, elk hoofdstuk bestudeert iets sociaal-objectiefs, een bijzonder in tijd en plaats geïncarneerd leven, einmalig en vergelijkbaar met andere. Het ís er echt geweest op deze wereld en toch is het, zoals alles, een droom geweest en geworden.
Tijd en plaats waren uitbreidbaar; reisnotities (niet het geleerde, dat staat in de reisgidsen, maar het zelfgeziene en -gehoorde, dat staat nergens) - vormen een genre dat het beoefenen waard is: die echo's en snapshots moeten verrassend en pakkend zijn, kort en juist-getroffen.
Briefstijlen variëren in tijd en plaats en naargelang de auteur van de brief, een vreemd mengsel van tijdsstijl en persoonlijke stijl. De verzameling van 68-jaar-lange aan één persoon gerichte correspondentie is een veelvormig en veelkleurig speurdersverhaal, spannend en intrigerend: wie is de ontvanger?
Stadsmens: er zijn zoveel steden als er bewoners zijn. Ik vermoed, dat elke stad een stijl is, de stijl van de architectuur, de geschiedenis, en de mensen.
Het partiële levensverhaal van de auteur: de queeste naar de levensroeping en de partner: Amsterdam. Edinburgh één volgehouden en problematische beschrijving (het geliefde en onmogelijke genre). En waarom staat het Begin het laatst? Ik weet het niet. Daar, in die eerste stad, probeer ik prozastijlen uit: de parabel, het portret, literaire kritiek, pastiche, melodrama... dingen die ik niet zal doen en achter mij laat.
Het volwassen leven moet begonnen worden: de strijd van de persoon met personen, vlees en bloed in strijd met zichzelf. Bij de uitgever gaat de kopij in een uitgeverijrevolutie verloren. Tot een heilig-geïnspireerde vrouw ze onderin een vergeten lade terugvindt en... uitgeeft. Zo is er dan een huwelijksroman gekomen.
Voor deze auteur is de plastische kunst een levenslange zoektocht. Velerlei gedachtelijnen kruisen elkaar in deze tekst, lopen verder en knopen aan bij andere lijnen: een labyrint met menig betoog, samen een belijdenis van een niet-professionele dus lekenbeleving. Het deel waarover ik mij het meeste schaam: een sprekende leek heeft nooit mijn sympathie gehad: table-talk, Tischreden.
Gesprokkelde citaten (in alle toonaarden), met enig commentaar en vaak vertaald (Erasmus' Adagia) zijn begeleiders (helpers). Het leven als gedachtedagboek is vooralsnog het laatstverschenen deel.
Waar zie je de dichter in zijn laboratorium? Er zijn nog veel meer facetten, aspecten, te schetsen. En zal het boek ooit af zijn? Neen toch, het