Doordat er tal van dwarsverbanden tussen de elf delen bestaan, vormen ze samen een twaalfde boek: Uitgespaard zelfportret. Het zelfportret wisselt van stijl, soms binnen één deel, en van toonaard. Zo vormt Het eeuwige leven het meest elegisch-filosofische boek, terwijl Het huwelijk het schrijnendste, Kalkmarkt 6 het rijkste aan levenservaring, Schreef in de aarde het ontroerendste, Een paal, een steen het meest literaire, Duizend-en-drie het meest didactische en Zwarte sneeuw het meest directe, aansprekende is.
Proza en poëzie liggen bij Christine D'haen in elkaars verlengde. Het proza verheldert de poëzie door commentaar en achtergrond die het levert, terwijl de elliptische en suggestieve stijl van het autobiografische proza vaak die van de poëzie benadert. Zoals de poëzie is het proza tegelijk argeloos en verheven, banaal en bizar, lyrisch en zakelijk, open en gesloten, hommage en afrekening, lofdicht en elegie. Voor haar poëtisch werk ontving D'haen in 1992 de Prijs der Nederlandse letteren. In 1989 ontving de schrijfster al de Henriëtte de Beaufort-prijs voor haar biografie van Guido Gezelle, De wonde in 't hert (1988). Dat zij nu voor de tweede maal de Henriëtte de Beaufort-prijs krijgt voor haar proza, dit keer voor een autobiografie, getuigt andermaal van de uitzonderlijke kwaliteit van heel haar oeuvre.
Luc Devoldere (voorzitter) |
Annette Portegies |
Hans Vandevoorde |
Het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde heeft besloten, overeenkomstig het advies van de Commissie van voordracht, de Henriëtte de Beaufort-prijs 2007 toe te kennen aan Christine D'haen voor haar autobiografie Uitgespaard zelfportret.