werp. Naar aanleiding van een aantal in de afgelopen jaren verschenen publicaties waarin verschillen van mening zichtbaar werden over de definiering/afbakening van het begrip Indische/Indisch-Nederlandse literatuur, werd hierover door een zestal deskundigen gesproken. Aan het woord kwamen: Jacqueline Bel, Siegfried Huigen, Bert Paasman, Olf Praamstra, Gerard Termorshuizen en Peter van Zonneveld. De bijeenkomst werd besloten met een forumdiscussie onder leiding van Reggie Baay.
Op zondag 26 september 1999 vond te Bronbeek weer het jaarlijkse symposium van de Werkgroep plaats. Ditmaal was het thema van het drukbezochte symposium: Humor in de Indische letteren. De lezingen bestreken een periode van circa 1850 tot heden, waarin allerlei soorten humor aan de orde kwamen: van oubolligheid tot harde satire. Gerard Termorshuizen informeerde ons over De Indische Humorist, een ‘spectatoriaal geschrift’ uit 1864, en de eerste periodiek in dit genre in de kolonie. Bert Paasman belichtte de humor in F.C. Wilsens Humoristische reis door Insulinde gedaan door Willem bij 't Handje, opgedragen aan zijn Tantje, in 19 gezangen, uit 1876. Vervolgens sprak Reggie Baay over de verschillende vormen van satire in de Indische toneelliteratuur, en wees Joop van den Berg ons op de specifieke vorm van humor in de Indische kampliteratuur. Na de lunch sprak Coen van 't Veer over de humor in Herman Salomonsons Zoutwaterliefde, toonde Huub de Jonge ons de droge humor in het werk van A. Alberts, en liet Liesbeth Dolk ons glimlachen bij de humor in het werk van F. Springer. Tot slot van het symposium besteedde Edy Seriese aandacht aan de humor in het werk van Tjalie Robinson.
Op 5 november 1999 organiseerde de Werkgroep weer een lezingenmiddag. Ellen Boschman nam ons mee op een zoektocht in de literatuur naar de betekenis en de verbeelding van het mysterieuze begrip ‘Goenagoena’. Joop van den Berg belichtte het Indische toneelwerk van Jan Fabricius. En Daan Vree besprak het werk van Jill Stolk in het licht van de naoorlogse dekolonisatie.
Van het kwartaaltijdschrift Indische Letteren verschenen in 1999 vier afleveringen.