Literair niveau
De auteur doet in zijn boek geen enkele sociaal bewogen uitspraak. Maar de sociale bewogenheid toont zich - om met Wittgenstein te spreken - in zijn tekst. Zozeer, dat zij ook menige lezer bevangt.
Hieruit blijkt een meesterschap dat nodig is voor de vervulling van die tweede voorwaarde: ‘uitmunten door literair niveau’. Het onuitgesprokene heeft de krachtigste uitwerking. En dat niet alleen. Het boek leest als een roman en toch staat er geen woord fictie in. Evenmin wordt de romanstatus voorgewend. Geert Mak doet verslag van concrete feiten in een proza van hoog literair gehalte en zonder enig modieus accent. In het volgende citaat komen Peet en Folkert, bejaarde dorpelingen, aan het woord.
‘ ‘We hebben een rare tijd meegemaakt, maar het was wel mooi’, zeiden ze en dan begonnen ze te vertellen over de uitvoeringen van het dorpstoneel die altijd volle zalen trokken. [...] Of over de keer dat de toren ingestort was en dat Folkert met zijn accordeon van dorp naar dorp was getrokken en zo wel driehonderd gulden voor een nieuwe toren bij elkaar had gescharreld - de dominee had het eerst niet willen aannemen. Of over het verschil tussen gier en stront. De gier waar pis doorheen zat, en nageboortes en andere verrottenis, en die stonk naar brand en zuur. En de stront, de stront van vroeger, vettig en droog, vol stro. En over de vogels en de stront, de vogels die om de stront heen fladderden als de mest werd uitgereden, alle soorten, en over de geluiden, wegebbend over het platteland zonder echo.
Maar nu lag Peet zelf in de boerenkool, dood, voorover in zijn tuin, half in een greppel, en daarna luidden de klokken de voorgeschreven slagen. Folkert had hem gevonden. ‘Hij had nog prei willen plukken, de emmer