geldigheid van de laatste bewering wordt dus door het gedicht zelf ongedaan gemaakt.
Ironische hantering van traditionele motieven komt men in deze hecht gecomponeerde bundel meermalen tegen: zo geeft Menkveld aan de vooral uit de middeleeuwse poëzie bekende ‘locus amoenus’ - de plaats waar de natuur op zijn mooist is en de gelieven samenkomen - in een gelijknamig gedicht een geestige draai:
klatert bij mijn schoenen.
Ook het genre van het muziekgedicht (Menkveld wijdt gedichten aan Dufay, Janaček, Messiaen en Skrjabin) wordt door de dichter zodanig gehanteerd, dat het lichtelijk van gedaante verandert en de lezersverwachting daarmee doorbreekt. Daarop zinspeelt ook de titel van de bundel De karpersimulator (het woord stamt uit het gedicht ‘Een vreedzaam wolkje’): daarin vinden we het motief van de vermomming, maar ook van het jagen van de roofvis, een symbool voor de werkzaamheden van de dichter die het transformeren niet laten kan.
Het is vanwege het moeiteloos hanteren van deze en andere symboliek, zijn oorspronkelijke beelden en zijn geheel eigen, vaak ironische toon dat de Commissie Erik Menkveld voor zijn debuut wil voordragen voor de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 1999: zij hoopt en verwacht van Menkveld nog veel meer te kunnen lezen in de komende jaren.
De Commissie voor schone letteren,
Rudi van der Paardt (voorzitter)
Hugo Brems, Anna Enquist
Kester Freriks, Wiel Kusters