Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1992

11. Verslag van de Werkgroep negentiende eeuw over het jaar 1991-1992

De Werkgroep negentiende eeuw had op 1 april 1992 482 leden.

Het bestuur bestond uit dr. W. van den Berg (voorzitter), mw. dr. A. Deprez, Henk Eijssens (penningmeester), G.J. Hooykaas, dr. E. van Uitert en Peter van Zonneveld (secretaris).

Op zaterdag 16 november 1991 werd 's morgens in het Rijksmuseum en 's middags in het Van Goghmuseum te Amsterdam het vijftiende symposium van de Werkgroep gehouden. Het thema was: ‘De uitvinding van de negentiende eeuw’. Een historicus, een neerlandicus en een kunsthistoricus spraken over de beeldvorming in hun vakgebied; drie co-referenten reageerden daarop. Dr. N.C.F. van Sas sprak over De mythe Nederland; dr. J. Th. M. Bank gaf een weerwoord. Tijdens het middagprogramma sprak dr. W. van den Berg over De uitvinding van de negentiende eeuw: beeldvorming rond de letterkunde; dr. M. Mathijsen reageerde onder de titel Tachtig als oogklep. Dr. E. van Uitert belichtte het beeld van de negentien-

[p. 214]

de-eeuwse schilderkunst in zijn bijdrage Het oog wil ook wat; R. de Leeuw gaf zijn opinie onder de titel Vreemde ogen dwingen. Het geheel werd gevolgd door een bijzonder levendige discussie. De lezingen zijn inmiddels gepubliceerd in de eerste aflevering van de zestiende jaargang van het documentatieblad (maart 1992).

Van het tijdschrift De Negentiende Eeuw verschenen vier afleveringen. De redactie bestond uit: Henk Eijssens, Jan Jaap Heij, Marja Keyser, Nop Maas, Marita Mathijsen (secretaris), Pieter Stokvis en Peter van Zonneveld.