Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1992
(1992)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermd1. Verslag van de jaarvergadering van de MaatschappijDe jaarvergadering is op zaterdag 23 mei gehouden in het Academiegebouw te Leiden. Er zijn ongeveer dertig leden aanwezig. Na zijn welkomstwoord houdt de voorzitter een rede, die elders in dit Jaarboek staat afgedrukt. Vervolgens herdenkt hij de leden die het afgelopen maatschappelijk jaar zijn overleden: J.J.M. Bayer, mw. Margaretha Ferguson, dr. O. Jager, dr. T.S. Jansma, dr. G. Kazemier, dr. P.J. van Leeuwen, dr. H.F.A. van der Lubbe, dr. K. Meeuwesse, dr. J. Offerhaus, dr. D. Pont, dr. B.W. Schaper, C.J.F. Slootmans, dr. E.R. Smits, dr. K. Sneyders de Vogel, dr. C.F.P. Stutterheim, dr. L.C. Suttorp, dr. Th. Weevers, mw. E. de Willigen-Vuyk. Het verslag van de secretaris, vermeldende de staat der Maatschappij (2), geeft aanleiding tot twee aanvullende opmerkingen. De lezing van J. Brodsky, Profile of Clio, is inmiddels bij Bert Bakker in boekvorm verschenen. Het samenwerkingsverband van de T.S. Eliot Society, De Burcht en de Maatschappij zal volgend jaar worden voortgezet. De verslagen van de Noordelijke Afdeling (3), de Zuidelijke Afdeling (4), van de vertegenwoordiger in Zuid-Afrika (5) en van de bibliothecaris (6) worden zonder opmerkingen goedgekeurd. | |
[pagina 199]
| |
De penningmeester geeft rekening en verantwoording van het beheer der gelden (bijlage i). Vervolgens wordt het verslag van de kascommissie voorgelezen (7). De Penningmeester constateert dat over het jaar 1991 een hogere renteopbrengst genoteerd kon worden. De kosten van vergaderingen waren hoger, omdat het afgelopen jaar twee Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijzen zijn geboekt. De vergadering dechargeert het bestuur van rekening en verantwoording over het boekjaar 1991. De penningmeester stelt vervolgens voor de contributie het komend maatschappelijk jaar te handhaven op vijfenvijftig gulden. De vergadering gaat daarmee akkoord. Het verslag van de Commissie voor geschied- en oudheidkunde (8) geeft geen aanleiding tot opmerkingen. Het verslag van de Commissie voor taal- en letterkunde (9) wordt aangevuld met de titel van de wetenschappelijke mededeling op 20 mei 1992 van dr. F. Willaert: ‘Registraliteit en intertextualiteit in Hadewijchs Strofische gedichten’. De vergadering van 29 april was geheel gewijd aan zaken van het Tijdschrift. De verslagen van de Werkgroep zeventiende eeuw (10), van de Werkgroep negentiende eeuw (11), van de Werkgroep Indisch-Nederlandse letterkunde (12) en van de Commissie voor opdrachten op het gebied van de geschiedenis van de Nederlandse letterkunde (13) worden voor kennisgeving aangenomen. Het voorstel van de Commissie voor schone letteren de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 1992 toe te kennen aan Marie Kessels voor haar roman Boa, wordt met algemene stemmen aangenomen. De voorzitter deelt mee dat het bestuur besloten heeft de Henriëtte de Beaufort-prijs 1992 toe te kennen aan Helene Nolthenius voor Een man uit het dal van Spoleto. Franciscus tussen zijn tijdgenoten (1988), dit overeenkomstig de voordracht van een Commissie bestaande uit Wam de Moor (voorzitter), Nop Maas, Aad Meinderts en Harry G.M. Prick. Mevr. J. Kruyskamp-Salomé heeft de Maatschappij een schenking gedaan ter grootte van ƒ 75.000,-. Dit bedrag is bestemd voor een te vormen ‘Kruyskamp-fonds’, waaruit eens in de drie jaren een prijs kan worden uitgekeerd, genoemd naar dr. C. Kruyskamp. Op grond van artikel 19 lid 6 van de Wet vraagt het bestuur de jaarvergadering machtiging om deze gelegenheid tot het instellen van een nieuwe prijs te aanvaarden. De vergadering gaat daarmee van harte akkoord en aanvaardt onderstaand reglement voor de Kruyskamp-prijs. | |
[pagina 200]
| |
1. Eens in de drie jaren, te beginnen met 1994, kan er worden beschikt over een prijs voor een in druk verschenen specialistisch, dan wel voor een breder publiek bestemd werk op het gebied van de Nederlandse lexicografie, de Nederlandse lexicologie of de editie en annotatie van oude Nederlandse teksten. De hoogte van de prijs wordt eens in de drie jaren vastgesteld door het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, gevestigd te Leiden, op grond van het door schenking verkregen ‘Kruyskamp-fonds’ en bedraagt zo mogelijk ten minste vijfduizend gulden. 2. De toekenning geschiedt door het bestuur der Maatschappij op voordracht van een Commissie van voordracht, door het bestuur der Maatschappij te benoemen, met dien verstande dat ten minste één lid van de Commissie tevens lid moet zijn van het bestuur der Maatschappij. In de Commissie hebben bij voorkeur zitting een specialist op het gebied van de filologie, een specialist op het gebied van de lexicografie en lexicologie en een wetenschapsjournalist of andere kenner van de relatie tussen wetenschap en samenleving. 3. Het te bekronen werk moet voor het eerst in druk verschenen zijn in boek of tijdschrift in de zes jaren voorafgaande aan het jaar waarin de prijs wordt verleend. 4. Het verdient aanbeveling dat de schrijvers of uitgevers van in aanmerking komende boeken of tijdschriftartikelen deze aan de Commissie van voordracht ter beoordeling toezenden, ofschoon de Commissie uit de aard der zaak ook niet ingezonden werken voor bekroning kan voordragen. 5. Kan het bestuur der Maatschappij zich niet met de voordracht der Commissie verenigen, of komt naar het oordeel der Commissie generlei werk voor bekroning in aanmerking, dan wordt de prijs niet toegekend en komt hij dat jaar te vervallen. 6. Het bestuur is niet bevoegd de prijs te splitsen en te verdelen over meer werken of inzendingen. 7. De Commissie moet haar voordracht bij het bestuur indienen vóór de eerste december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de bekroning kan geschieden. De voordracht gaat vergezeld van een schriftelijke motivering. 8. Vóór de eerste april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de bekroning kan geschieden, wordt de Commissie van voordracht be- | |
[pagina 201]
| |
noemd. De Commissie treedt in haar geheel af na de bestuursvergadering waarin de prijs is toegekend of toegekend had kunnen worden.
De Commissie voor stemopneming bestond dit jaar uit de heren dr. L.L. van Maris en P.A.W. van Zonneveld. De Commissie heeft in totaal 290 geldige stembiljetten ontvangen. De kiesdeler kwam daardoor op 58. Er blijken 54 nieuwe leden gekozen te zijn. Het zijn in alfabetische volgorde: Kandidaten binnenland: dr. J. Aalbers, P. Altena, dr. R.P.L. Arpots, dr. G. van Benthem van den Berg, G. van Berkel, dr. A. Th. Bouwman, dr. J.A. Brandenbarg, J.P.J. Brandhorst, dr. R.E. Bruin, dr. G. de Bruin, mw. M.A.H. Campfens, mw. Imme Dros, mw. dr. F.M. Egmond, dr. C. Ch. Goslinga, dr. F. Groot, dr. J.B. van der Have, K. van der Hoek, W. Hottentot, P. van Huisstede, mw. dr. M. de Keizer, dr. B. Knapen, dr. W.U.S. van Lessen Kloeke, mw. G. Maréchal, dr. T. Meder, mw. dr. T.L. ter Meer, mw. dr. M.J.H. Meijer, E. van Moerkerken, dr. K.A. Ottenheym, dr. A.F. van Oudvorst, mw. dr. D.E. van der Poel, dr. G. Raat, T. van Reen, mw. dr. A. van Santen, A. Agnes Sneller, mw. dr. I. Spijker, dr. A. van Strien, dr. W.R.E. Velema, mw. dr. B.M.A. de Vries, M. Zeeman, dr. R.M.T. Zemel. Kandidaten buitenland: H. Beelen, H.M. van den Brink, dr. D. de Geest, dr. H.E. Janse van Vuuren, dr. G. Kiesel, dr. T.H. Links, dr. J. de Maere, mw. M. Panajotova, A.J. Pomerans, mw. T. Ruysschaert, dr. D.J. van Schalkwyk, dr. H.W. Schmitz, dr. W.J. van Zyl. Uit de vóór de vergadering ingeleverde stembiljetten blijkt dat als nieuw bestuurslid is gekozen mw. dr. M.B. Smits-Veldt. De vergadering stemt bij acclamatie in met het bestuursvoorstel om voor het komend maatschappelijk jaar wederom dr. R.Th. van der Paardt tot voorzitter te kiezen. Uit de stembiljetten blijkt eveneens dat in de Commissie voor Zuid-Afrika is gekozen dr. H.L. Wesseling. De instelling van een Werkgroep Biografie heeft de instemming van de vergadering. Van de rondvraag wordt gebruik gemaakt door dr. V.A. February, die zijn vreugde uit over het feit dat dr. F.A. van Jaarsveld, uit Zuid-Afrika voor de eerste keer aanwezig is in Leiden op de jaarvergadering. De heer dr. A.L.I. Sivirsky drukt er zijn misnoegen over uit dat vele prominente leden van de Maatschappij, onder wie bestuursleden, het laten afweten op de jaarvergadering. Voorts zou hij graag de mensen naar wie de prijzen zijn vernoemd, onder de aandacht van de nieuwe leden willen brengen. | |
[pagina 202]
| |
De voorzitter zegt toe hiervoor wegen te zullen zoeken, bijvoorbeeld via het Nieuw Letterkundig Magazijn. De voorzitter sluit vervolgens het besloten gedeelte van de vergadering. Het openbare gedeelte van de jaarvergadering begint om 14.00 uur in het Groot Auditorium van de Rijksuniversiteit. De heren dr. H. Brems, dr. G. Raat en dr. G. Wildemeersch spreken over het werk van Hugo Claus. Na een korte pauze leest dr. Nop Maas het rapport voor van de Commissie van voordracht, waarin wordt voorgesteld de Henriëtte de Beaufort-prijs 1992 toe te kennen aan Helene Nolthenius voor haar boek Een man uit het dal van Spoleto. Franciscus tussen zijn tijdgenoten. De voorzitter reikt vervolgens de prijs uit, waarna de laureaat haar dank uitspreekt. Het dankwoord en de verschillende voordrachten zijn elders in dit Jaarboek afgedrukt. De middag wordt besloten met een receptie in het Academiegebouw. |
|