Afrikaans en Hollands
Korte samenvatting
Zoals bekend is ons moderne abn het resultaat van een gevecht tussen de teksttraditie (Vlaams-Brabants) aan de ene kant, en de mengtaal van Oudamsterdams en Antwerps die in het begin van de zeventiende eeuw in Amsterdam ontstaan is. Wel heeft het Hollands in Zuid-Afrika in kontakt met niet-Europese talen daar, een paar grondige morfologische vereenvoudigingen en syntaktische veranderingen ondergaan, maar leksikaal heeft zich daar een soortgelijke strijd tussen tekst en Hollands afgespeeld als in Holland zelf. Het verschil is dat het tempo er lager lag: er waren minder schoolmeesters en Holland was heel ver weg, zodat het kontakt met Nederlandse teksten er aanzienlijk minder intensief was. Door dat lagere tempo van het gevecht zijn er ook aanzienlijk meer Hollandse relikten aanwezig als in Holland zelf (afgezien van een reliktdialekt als het Katwijks).
Het Afrikaans is zeker niet uit één Nederlandse dialektgroep ontstaan, maar zijn woordenschat is overwegend Hollands gekleurd; daarin heeft Kloeke ongetwijfeld gelijk. Maar in zijn keus voor het zuidelijke Zuidhollands zou hij zich wel eens kunnen vergissen; er zijn sterke aanwijzingen dat talen en dialekten binnen Amsterdam op zijn minst een belangrijke rol gespeeld hebben bij het ontstaan van de Afrikaanse woordenschat (bijvoorbeeld Afrikaans ‘hij het’, dat volgens Kloeke zelf per se geen Zuidmaar Noordhollands is), zoals ze het ook gedaan hebben bij het ontstaan van het abn.
Ten onrechte heeft de Nederlandse taalkunde (en met name de dialectkunde) de studie van de Afrikaanse woordenschat de laatste tientallen jaren verwaarloosd; de kultuurtaal-problematiek is voor het Afrikaans en het abn in de grond precies dezelfde. De vergelijkende studie van de twee talen is evenwel zo'n veelomvattende zaak dat een groot samenwerkingsverband tussen Afrikaanse en Nederlandse taalkundigen dringend nodig is. Onze Maatschappij die een afdeling in Zuid-Afrika heeft, lijkt de aangewezen instantie om zo'n verband tot stand te brengen.