Maar ik wil niet beweren dat een biograaf in bijna alles moet samenvallen met zijn gekozen figuur. Geen volslagen identificatie alstublieft. Laat ik eens iets noemen. Gelijkheid van seksuele geaardheid lijkt me niet persé noodzakelijk, ik spreek uit ervaring. Daarom juist heb ik lange gesprekken gevoerd en gecorrespondeerd met mensen die tot de vriendenkring van De Mérode behoorden en zelf homofiel waren. Vooral deze altijd vriendelijke en bijna altijd openhartige informanten èn De Mérodes poëzie hebben me geleerd me in deze zijde van de mens Willem Keuning in te leven. Deze zijde is natuurlijk onverbrekelijk verbonden met de totale mens, maar ik zou u toch willen behoeden voor een misverstand. De biografie over De Mérode is geen biografie over een homofiel, maar over een dichter die een belangwekkend leven heeft geleid, mede doordat hij homofiel was in een maatschappelijke structuur waarin dit onbespreekbaar was.
Met een belangrijk deel van zijn werk wilde De Mérode bewust behoren tot de christelijke literatuur. Ik vind het persoonlijk belangrijk dat er nu eens een officiële literaire prijs valt op een terrein waarvan het bestaan wel eens ontkend wordt, de christelijke literatuur namelijk, verwant met, zoals de jury het uitdrukt, de ‘eigen kring’ van De Mérode. Ook ik beschouw me als een representant van die ‘eigen kring.’ Maar ik stel aan de literatuur uit die kring de eis dat ze zich nooit binnen die kring mag opsluiten. Ik hoop dat de toekenning van deze prijs onder meer daarvoor een stimulans is, en dat de christelijke literatuur daarvoor ook de kans gegeven wordt. De Mérode zelf zou ongetwijfeld met deze middag in zijn nopjes geweest zijn, zoals het voor hem een enorme voldoening was dat zijn calvinistische Avondmaalsgedichten voor het eerst in druk verschenen in een algemeen tijdschrift, De Stem van Dirk Coster, waarin men dus nu overbekende regels kon lezen als: ‘En 't bonzend hart dat ze in zich vonden/Was vlekkeloos en zonder zonden.’ Literatuur is nu eenmaal literatuur, christelijk of niet.
De Mérode schreef ongeveer 2300 gedichten. Ik schat dat een kwart daarvan expliciet christelijk is. Liefdesgedichten zijn er veel meer en er zijn er vele onder van grote intensiteit, schoonheid en treurigheid, zoals het bekende ‘Ik ben geen vader en ik heb geen zoon.’
Aan het begin van deze Slauerhoffmiddag wil ik ook even wijzen op De Mérodes Chinese gedichten, een genre dat hem zeer lag, ‘wellicht meer dan Slauerhoff,’ schreef Vestdijk, ‘met prachtige voorbeelden van geraffineerd dichterschap,’ schreef Ter Braak.
Er bestaat overigens een opvallend verschil tussen de Chinese poëzie