aan het tobben over Boerenlente, het voorgenomen vervolg op Stiefmoeder aarde en Het rad der fortuin. Deze twee romans bepalen het schrijverschap van Theun de Vries in de jaren 1934-1938. Boerenlente wil echter niet vlotten en is helaas nooit geschreven. Theun de Vries is in een stapel aantekeningen blijven steken. Maar hij wil per se, zoals met Boerenlente de bedoeling was, een totaalbeeld geven van een maatschappij in ontwikkeling met een onafwendbare socialistische toekomst. Zo opgevat is Sla de wolven herder het alternatief voor Boerenlente geworden.
Bij Het motet voor de kardinaal heeft, naar aanleiding van een reis die de auteur in 1949 met Martinus Nijhoff naar Florence maakte, in de eerste plaats het idee een rol gespeeld ééns een roman over het Italië van de Renaissance te zullen schrijven. Daarnaast, ten tweede dus, is Theun de Vries in de jaren 1957-1958 als een gevolg van zijn levenservaringen, onder andere de verdrongen teleurstelling over de werkelijkheid in de Sowjet-Unie, geobsedeerd door het vraagstuk van de kunst. Centraal staat de vraag hoe de kunstenaar zijn kunst zuiver, dat wil zeggen economisch noch politiek corrupt, kan houden. Ten derde is er van een ‘wet van de innerlijke noodzaak’ in de persoonlijkheid van de auteur sprake. Reeds in zijn jeugdwerk Rembrandt bepleit hij het, nog uitsluitend individualistisch opgevatte, recht van de kunstenaar de eigen weg te volgen tegen de broodheren en de heersende zeden in. De ‘bliksemflits der inspiratie’ combineert deze drie in de auteur werkzame factoren. De hoofdpersoon in Het motet voor de kardinaal is de musicus Wolf, die van 1486 tot 1500 in Rome verblijft.
Na het concrete idee gaat Theun de Vries informatie verzamelen over het onderwerp, een raamwerk maken en bladzijden volschrijven met ideeën en invallen. Hij laat nooit een voorgenomen project enige tijd - uiterlijk niets doende - in zich doorsudderen, maar gaat zo concreet mogelijk aan de slag. In dit stadium is het echter nog lang niet zeker of de roman er ooit komt. Theun de Vries werkt altijd aan meerdere projecten tegelijkertijd en heeft er een aantal laten vallen. Hij heeft de neiging van alles en nog wat aan te pakken, de rusteloze ideeënrijkdom van de creatieve auteur.
Dan volgt de fase van het harde ploeteren. Theun de Vries verricht een ontzaglijke hoeveelheid documentatie-arbeid. Deze betreffen de historische context en maatschappijstructuur; de geografische omgeving waarin het verhaal speelt; zeden, gewoonten, geloof en tradities; de le-