Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1974
(1974)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 180]
| |
gunstigers. Hiervan woonden er 698 in Nederland, 116 in België, 45 in Zuid-Afrika en 64 in andere landen van Europa en elders in de wereld. Door overlijden ontvielen ons 17 leden, terwijl er 9 voor het lidmaatschap bedankten. Van de 24 door de jaarvergadering op 16 juni 1973 gekozen leden hebben 18 hun benoeming aanvaard. De namen van de nieuwe leden zijn: dr. H. van den Bergh, dr. J. van Biezen, dr. H. de Liagre Böhl, dr. P.A.G. Dibon, dr. N. Cramer, R.A. Ebeling, mevr. dr. B. Ebels-Hoving, mr. W. van Elden, dr. M.F. Fresco, dr. J.P. Gumbert, dr. M.J.M. de Haan, dr. F.J. van Ingen, mr. K.L. Poll, dr. C.W. de Kruyter, dr. I. Lipschits, dr. C.A. Rutgers, L. Strengholt en dr. L. Wils. De door de jaarvergadering-1973 gekozen nieuwe leden in het bestuur en in de vaste commissies verklaarden zich bereid hun benoeming te aanvaarden. Door het bestuur werden in het afgelopen jaar tot lid benoemd: Fernand Auwera, R.G. Broersma, mevr. G. Th. M. van den Dool, mevr. J.H. van Goor-Duut, A. Groeneweg, mr. F.W.D.C.A. van Hattum en dr. A.J. Vis. Zij hebben hun benoeming aanvaard. Het bestuur vergaderde zes maal, vijf maal onder leiding van voorzitter dr. G. Borgers, een maal onder leiding van vice-voorzitter dr. B.C. Damsteegt. Bijna alle vergaderingen werden bijgewoond door de heer dr. H.P.H. Jansen als vertegenwoordiger van de Noordelijke Afdeling. Ook de heer dr. M. Galle, secretaris van de Contactcommissie voor België, heeft deelgenomen aan het bestuursberaad. Het schriftelijk contact met de ledenkring in Zuid-Afrika werd als vanouds op zorgvuldige wijze onderhouden door de heer dr. Jan Ploeger te Pretoria. De toestand van de financiën gaf reden tot bezorgdheid. Door de loonen prijsstijgingen viel het moeilijk de inkomsten en de uitgaven in evenwicht te houden. De hoge kosten van het Jaatboek 1971-1972 en de noodzakelijke aankopen van de Bibliotheek stelden het bestuur voor problemen. Met het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen is overleg gepleegd over de begroting 1975 en het wegwerken van een tekort over 1974. Op het Ministerie werd een willig gehoor gevonden voor de situatie waarin de Maatschappij verkeert. Met dank dient ook gewag te worden gemaakt van de steun, die de Maatschappij ontving van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit te Leiden. Bestuursleden en een beperkt aantal speciaal daarvoor uitgenodigde leden uit het gebied van de Randstad hebben op maandag 27 augustus 1973 | |
[pagina 181]
| |
deelgenomen aan de openingszitting van het 5e Colloquium Neerlandicum van de ivn, de Internationale Vereniging voor Nederlandistiek, op De Leeuwenhorst te Noordwijkerhout. De voorzitter sprak daar namens de Maatschappij een begroetingswoord tot de docenten uit het buitenland. De jaarlijkse Huizinga-voordracht, een eerbetoon aan de historicus en cultuurfilosoof Johan Huizinga, georganiseerd door nrc/Handelsblad, de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit te Leiden en de Maatschappij, werd gehouden op 7 december 1973 in het Gorlaeus-laboratorium te Leiden. De Amerikaanse schrijfster Mary McCarthy sprak op deze door bijna 700 mensen bezochte bijeenkomst over het onderwerp ‘Can there be a Gothic style in literature?’. De overige ledenvergaderingen werden gehouden op 19 oktober 1973, 16 november 1973, 18 januari 1974, 15 maart 1974 en 13 mei 1974. Op de laatstgenoemde maandvergadering werden voorbereidingen getroffen voor de jaarvergadering. De leiding berustte bij de voorzitter: alleen op 16 november werd hij vervangen door de vice-voorzitter. Het seizoen werd op 19 oktober 1973 geopend met een lezing van Fernand Auwera, die was getiteld ‘Engagement, geen daden maar woorden’. Op 16 november 1973 sprak voor ons de beeldhouwer en letterkundige L.P.J. Braat over ‘De relatie tussen literatuur en beeldende kunst’. De bijeenkomst had een feestelijk tintje in verband met het bereiken van de 65ste verjaardag van de spreker. Behalve leden van de Maatschappij bevonden zich in de zaal vele genodigden, vrienden van de auteur. Voor het ingaan van de koffie-pauze gaf vice-voorzitter dr. B.C. Damsteegt het woord aan de secretaris, die in een vijf-minutentoespraak in herinnering bracht wat Leo Braat, die in 1935 De Kroniek voor Kunst en Kultuur oprichtte betekent voor zijn vakgenoten en voor letterkundigen. De lezing van prof. dr. D. Bax, op 18 januari 1974 gehouden, handelde over het onderwerp ‘Aboenawàs-verhalen bij de Kaapse Maleiers’. ‘Opvattingen over het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog’ was de titel van de lezing, die dr. J. Verseput op 15 maart 1974 hield voor de Maatschappij. Al deze vergaderingen werden gehouden in de Dousakamer van de Universiteitsbibliotheek te Leiden. |
|