Helaas kon de maart-vergadering, waarop Prof. Dr. J. Presser een voordracht zou houden over het onderwerp ‘Joden en dagboeken’, door ziekte van de spreker niet doorgaan.
Alle vergaderingen hadden te Groningen plaats, met uitzondering van de december-bijeenkomst die ten huize van de Fryske Akademy te Leeuwarden werd gehouden. De belangstelling voor de lezingen was ook dit jaar bevredigend te noemen. De voordracht van Theun de Vries werd door zeker 250 introducé's (leerlingen van de hoogste klassen der scholen voor V.W.O.) bijgewoond.
Het ledental van de Noordelijke Afdeling handhaaft zich vrijwel constant op ongeveer 75. Door vertrek of bedanken verloren wij de leden Mr. Dr. N.E. Algra, Prof. Dr. H. Baudet, Prof. Dr. B. Delfgaauw, Prof. Dr. W.M.H. Hummelen, Prof. Mr. A. Kleyn en Dr. H. Smilde. Als nieuwe leden traden door verkiezing, benoeming of vestiging toe de heren Dr. A.C. Honders, Dr. H.P.H. Jansen, G. Krol en Tr. Riemersma.
In de functie van de naar Utrecht vertrokken penningmeester Mr. Algra werd op de oktober-vergadering Dr. L.J. Engels als opvolger gekozen. Tevens was het toen mogelijk de heer J. Romijn als vierde bestuurslid aan te wijzen in de plaats van de afgetreden heer D.A. Tamminga.
De samenstelling van het bestuur is nu als volgt: Prof. Dr. E.H. Kossmann, voorzitter; Dr. A.F. Mellink, secretaris; Dr. L.J. Engels, penningmeester; J. Romijn, assessor.