Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1969
(1969)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 22]
| |
Uiteraard begin ik met de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te danken voor het mij toekennen van de Van der Hoogt-prijs 1969 voor ‘De lotgevallen’. Het is de eerste maal dat mij een literaire prijs wordt toegekend, en dan uitgerekend - het was een beetje te verwachten - in Nederland. Het is immers hier dat mijn werk wordt uitgegeven om diverse redenen, het is hier dat ik ontdekt werd en de eerste waardering vond, het is hier dat de overgrote meerderheid van mijn lezers wonen en veel van mijn beste vrienden en kennissen. Het is een prettig gevoel voor mij. Naar hen allen, en U die hier aanwezig zijt, gaan mijn gedachten uit. Niet in het minst naar de jury, waarvan het rapport voor mij een bijzonder grote voldoening betekende, omdat de motivering haarscherp eigenschappen herkent en kernen aanwijst, waarrond mij schrijverschap zich steeds bewogen heeft. En dat meer bepaald met betrekking tot ‘De lotgevallen’: vaak twijfelend, maar verbeten ook, omdat je ergens weet dat je het bij het goede eind hebt in het moeilijke creatieve proces dat schrijven is, althans wanneer men geen gebaande paden (vooral in deze tijd) bewandelen wil. Daarom druk ik mijn waardering uit voor de Commissie voor Schone Letteren en voor U allen. Ik dank u. |
|