[13.]
13. Na heropening van de vergadering reikte de heer Dr. K. Heeroma de Meesterschapsprijs uit aan Mevrouw Gysseling, die aanwezig was omdat haar echtgenoot na enkele oogoperaties nog in een ziekenhuis verbleef. Hij had er prijs op gesteld zelf te bedanken, zodat zijn vrouw de woorden voorlas die hij haar had gedicteerd:
Sinds 11 februari lig ik in een ziekenhuis te Gent, lijdend aan een oogkwaal. Tweemaal werd mijn oog geopereerd. Een lange angstige nacht van bijna vier maanden vol wanhopig rondcirkelen van gloeilampen, neonlampen en lichtdruppels. Een lichtpunt, ditmaal niet wanhopig makend doch dankbaar stemmend is de toekenning van deze prijs. Ik dank de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, en in het bijzonder haar Commissie voor taal- en letterkunde en haar bestuur, voor deze troost in de lange troosteloze nacht. Niettemin heb ik ook bitter geschreid omdat ik bij de huldiging niet in Leiden aanwezig ben, doch in een ziekenkamer lig te Gent.
Een feestbundel wordt bij zijn verschijnen vaak een rouwbundel, gewijd aan de nagedachtenis van de gevierde. Ik hoop dat deze huldiging niet het luiden van de doodsklok betekent over mijn wetenschappelijk werk, doch een spoorslag moge wezen om, hoewel met een verzwakt gezicht en in een trager tempo, voort te arbeiden ten bate van de Nederlandse taal- en letterkunde.