3. Verslag van de Noordelijke afdeling over het jaar 1968/69
Tijdens het verslagjaar werden op de maandelijkse vergaderingen de volgende voordrachten gehouden:
19 oktober 1968 | Jhr. Prof. Dr. P.J. van Winter: Opleiding van historici in een aantal Europese landen. |
13 november 1968 | Andreas Burnier: Uit en over eigen werk. |
14 december 1968 | L. Post-Beuckens: Uit en over eigen werk. |
18 januari 1969 | Prof. Dr. A.J. Visser: Johannes Damascenus als dichter. |
15 februari 1969 | Prof. Dr. H. Th. Oostendorp: Geestelijke achtergronden van de Don Quijote. |
15 maart 1969 | Dr. N.G. Addens: Hoofdlijnen der historische ontwikkeling van de landbouwwetenschap. |
Het bezoek aan de vergaderingen was over het geheel bevredigend. Naast een kern van vaste aanwezigen verscheen ook een kleiner of groter aantal introducé's. De lezing van Prof. Van Winter werd door vele studenten beluisterd, de buitengewone vergadering met Andreas Burnier trok helaas minder scholieren dan in andere jaren vanwege de omstandigheid dat er tegelijkertijd een t.v.-uitzending plaats vond van Ajax' prestaties. Behalve de te Leeuwarden gehouden december-vergadering hadden alle bijeenkomsten te Groningen plaats.
De Noordelijke Afdeling heeft het overlijden te betreuren van Dr. S.J. Fockema Andreae en Prof. Dr. Th. C. van Stockum, beiden sinds ongeveer veertig jaar lid van de Maatschappij. Door vertrek of bedanken verloor zij de leden J. Boelens, Mr. W.S. Gelinck, G.C. Helbers en Dr. O.J. de Jong.
Een groot aantal gekozenen of benoemden kwam de gelederen versterken: Dr. A.P. Braakhuis, Dr. L.J. Engels, Prof. Dr. H.G. Hubbeling, Dr. J. de Rooij, Prof. Dr. J.A.G. Tans, Mr. J.H. de Vey Mestdagh, Dr. K. de Vries, Drs. A. Westers en Dr. Y.N. Ypma. Het ledental bedraagt thans 78.
Op de jaarvergadering van 27 april 1968, waar Dr. L.S. Meihuizen aan de beurt van aftreden was, werd Mr. Dr. N.E. Algra in zijn plaats als penningmeester gekozen. De voorzitter, Prof. Dr. E.H. Kossmann, hervatte bij deze gelegenheid zijn tijdelijk onderbroken werkzaamheid.