VI. Financieel verslag
Op woensdag 5 juli 1961 hebben de ondergetekenden Mr. A.J. Versprille en Dr. G.E. Huffnagel daartoe aangewezen respectievelijk door het Bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en de maandelijkse vergadering van 26 mei 1961 een onderzoek ingesteld naar het beheer van de penningmeester over de gelden van de Maatschappij over het jaar 1960.
Wij hebben bevonden, dat de in het kasboek in ontvangst en uitgaaf geboekte gelden door de nodige verantwoordingsstukken zijn gedekt en dat het saldo per 1 januari 1961, zijnde f. 9419,34 juist is en overeenkomt met het saldo der rekening en verantwoording over het jaar 1960,