VII. Verslagen der vaste commissies
De Commissie voor Taal- en Letterkunde hield negen bijeenkomsten. Dr. K. Heeroma sprak over Lantsloot van der Haghedochte; Dr. C. Kruyskamp over Studentenhaver; Dr. G.I. Lieftinck over Een Cisterciënser regel uit IJsselstein; Dr. C.C. de Bruin over De ‘vertaler van 1360’; Dr. F. de Tollenaere over Nieuwe wegen in de lexicologie; Dr. A.A. Weijnen over De opzet van het Brabantse en Limburgse dialectwoordenboek; Dr. P. Minderaa over De Goliath van Victorinus; Dr. C.F.P. Stutterheim over De theorie der tweeklanken; Dr. G.A. van Es over De Eneas en Turnus van Rotgans. Van het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde verschenen van deel 78 afl. 1, 2, 3. Secretaris der redactie was Dr. C. Kruyskamp.
De Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde vergaderde vijf maal. Op de vergaderingen werden de volgende voordrachten gehouden:
27 oktober 1960. De heer Braat over Enige vormen van Vroeg-Middeleeuws aardewerk en de heer Milo over het Zeevaartkundig Congres te Lissabon.
24 november 1960. De heer Rueter over Een Onuitgegeven Verhandeling van Robert Fruin, de heer Pelinck over een Schilderij uit de Leidse School der vroege 16e eeuw en de heer Milo nogmaals over het Zeevaartkundig Congres te Lissabon.
26 januari 1961. De heer Bakhuizen van den Brink over Het Processieverbod, de heer Lieftinck over Een Paar 15e eeuwse Handschriften