(tegen 591 in 1959), waarvan 563 afzonderlijke werken (464 in 1959), 148 vervolgdelen (123 in 1959), 65 overdrukken (2 in 1959). Van de 563 afzonderlijke werken (464 in 1959) werden 332 (in 1959 198) verkregen door aankoop, 231 (tegen 266 in 1959) door schenking van uitgevers en particulieren.
Het aantal tijdschriften, door ruil of abonnement verkregen, steeg tot 221 (211 in 1959), waarvan 107 (101 in 1959) uit Nederland, 114 (110 in 1959) uit het buitenland.
Er is een begin gemaakt met een verzameling grammofoonplaten met voordrachten van schrijvers uit eigen werk. Van de uitgeverij Em. Querido te Amsterdam werden een zestal platen ten geschenke ontvangen, die het begin der collectie vormen.
Het gewone bibliotheekcrediet werd als volgt besteed:
| 1960 | 1959 |
Boekhandelaren | ƒ 1.647,24 | ƒ 1.291,83 |
Diverse aankopen, lidmaatschappen contributies | ƒ 534,78 | ƒ 622,17 |
Antiquarische aankopen | ƒ 790,- | ƒ 239,06 |
Bindwerk | ƒ 852,40 | ƒ 982,- |
| ------------- | ------------- |
Totaal | ƒ 3.824,42 | ƒ 3.035,06 |
Uit het Verwervingsfonds werd f. 4.550,- geput voor de aankoop van twee in Nederland gedrukte incunabelen. Bij het overschouwen der cijfers zal opvallen, dat meer antiquarisch werd gekocht, doch minder aan uitgevers ten geschenke werd gevraagd, hetgeen in overeenstemming lijkt met de ruimere subsidiemiddelen. Zeer zorgwekkend daarentegen is de post bindwerk, die jaar in jaar uit daalt: f. 852,40 in 1960, f. 982,- in 1959, f. 1.037,65 in 1958.
De oorzaak ligt grotendeels, maar niet geheel, in het tekort aan geschoolde binders en aan capaciteit der binderijen; zij is voor een deel ook te zoeken in het gebrekkig functionneren van het internationale ruilverkeer, waardoor teveel tijdschriftjaargangen incompleet blijven.
De liefde voor het oude, schone boek is na enige jaren van inperking weer eens aan haar trekken kunnen komen door de verwerving van twee incunabels en een zeldzaam Cats-drukje: