als gastheer en gast, gehouden werd te Utrecht, in het universiteitsgebouw.
Als eerste nummer van de reeds vorig jaar in het vooruitzicht gestelde Leidse Bijdragen tot de Nederlandse Taal- en Letterkunde verscheen, met steun van Z.W.O.: Alfabetische of Ideologische Lexicografie? door F. De Tollenaere.
De Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde vergaderde vijf maal.
Op de vergaderingen werden de volgende voordrachten gehouden:
29 october 1959, de heer Juynboll over kunstvervalsing.
3 december 1959, de heer Enno van Gelder Sr. over de Engelse revolutie van 1642 en de heer Lieftinck over een handschrift uit de bibliotheek van Vossius.
27 januari 1960, de heer De Bruin over prognosticaties en de heer Lieftinck over een missaal uit het museum Meermanno Westrhenianum. 25 februari 1960, de heer Schaper over de politieke rol van het Franse leger in de 19e eeuw.
24 maart 1960, de heer Pelinck over brieven van en aan Mr. Johan Meerman, Directeur Generaal van Kunsten en Wetenschappen in de Napoleontische tijd en de heer Fockema Andreae over het graafschap Lingen.
viii. Namens de Commissie voor Stemopneming, bestaande uit de dames Bakker en Hulshof-Poll en de heren Huffnagel en Dr. Tollenaere, deelt Mej. Hulshof-Poll de uitslag mede van de stemming.
Tot gewoon lid zijn gekozen:
Dr. Anne A.J. Berendsen, C. Buddingh, Louis de Bourbon, Remco Campert, Dr. Mr. A.C. Crena de Iongh, Dr. C.J. Dippel, Dr. T. Eekman, Jhr F.J.E. van Lennep, Dr. W.F. Lichtenauer, Lucebert, W.G. van Maanen, Marga Minco, Wouter Paap, W. Ph. Pos, Josine Reuling, G.K. van het Reve, Nina van der Schaaf, Bep Vuyk, Helma Wolf-Catz. Buitenland: Dr. H.J. Friederici en mejuffrouw G.S.H. van Woudenberg.
Nadat de voorzitter de Commissie heeft bedankt en de vergadering op zijn voorstel Mevr. C.L. Thijssen-Schoute en de heer Willem Brandt heeft aangewezen als leden der stemcommissie ter voorziening in de