VI. Financieel verslag
Op 15 juni 1960 hebben de ondergetekenden, prof. mr. H.F.W.D. Fischer lid, en de heer J.N. van Wessem, lid van het bestuur, daartoe aangezocht door het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, een onderzoek ingesteld naar het beheer van de penningmeester over de gelden van de Maatschappij over het jaar 1959. Wij hebben bevonden, dat de in het kasboek in ontvangst en uitgaaf geboekte gelden door de nodige verantwoordingsstukken zijn gedekt en dat het saldo per 1 januari 1960, zijnde f. 10945,33, juist is en overeenkomt met het saldo der rekening en verantwoording over het jaar 1959, welke verantwoording in het daartoe bestemde register is ingeschreven. Ook de verantwoording van de gelden van het Vaste Fonds het Van der Hoogtfonds, het Wijnaendts-Franckenfonds, het fonds Kosten Eigen Uitgaven der Maatschappij werden in orde bevonden, evenals de rekeningen van het Verwervingsfonds der bibliotheek en van de Prijs voor Meesterschap.