Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1956
(1956)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermdNadat de voorzitter de bibliothecaris heeft bedankt voor zijn voortreffelijk beheer, geeft hij het woord aan Mej. Le Poole ter voorlezing van het verslag der commissie, krachtens art. 32,9 der Wet belast met het onderzoek naar het beheer van de penningmeester. | |
[pagina 163]
| |
penningmeester der aan de Maatschappij behorende gelden over het jaar 1955, en hebben wij bevonden: dat de in het kasboek in ontvangst en uitgaaf geboekte gelden door de nodige verantwoordingsstukken zijn gedekt; dat het aan het einde van het jaar 1955 berekende saldo ad ƒ7821.57 juist is en overeenkomt met het saldo der rekening en verantwoording over het jaar 1955, welke verantwoording in het daartoe bestemde register is ingeschreven. Ook de verantwoording der gelden van het Van der Hoogt-Fonds, het Wijnaendts Francken-Fonds, het Vaste Fonds en het Fonds van eigen uitgaven der Maatschappij werden in orde bevonden. In verband hiermede geeft de commissie de ledenvergadering in overweging, de penningmeester décharge te verlenen voor het door hem over het jaar 1955 gevoerde beleid. De commissie wenst hierbij het volgende op te merken: De financiële toestand van de Maatschappij blijft zorgen baren. Het saldo per 31 Dec. 1955 bedraagt ruim ƒ 600.- minder dan het jaar daarvoor. De vermeerdering der uitgaven is o.m. te wijten aan het gepresenteerd worden van zeer oude, in het verleden niet voldane, rekeningen. Hiertegenover staat echter dat de jaarlijkse reservering voor de Prijs van Meesterschap (ƒ 200.-) ditmaal achterwege is gebleven, waardoor het saldo is geflatteerd. De commissie heeft de penningmeester in overweging gegeven deze reservering voortaan, ondanks bezwaren van financieel-technische aard, weer te doen plaats vinden. Gezien de weinig rooskleurige toestand zal aan de jaarvergadering weer toestemming moeten worden gevraagd de overschrijving van 10% der inkomsten naar het Vaste Fonds niet te doen plaats vinden. Het is echter zeer de vraag of deze ongewenste noodmaatregel op den duur voldoende zal blijken te zijn en of tenslotte een zekere verhoging der contributie niet moet worden overwogen. De huidige inkomsten zijn slechts toereikend voor de bestrijding der zeer hoge kosten van administratie en drukwerken. De commissie heeft de penningmeester verzocht te willen bevorderen dat de leden der Maatschappij een vollediger inzicht kunnen verkrijgen in de financiële zaken, en wel door het publiceren van de begroting en een enkele balans naast de rekening en verantwoording. Nadat Mej. Kronenberg een geruststellend antwoord heeft gekregen op haar vraag, of thans alle oude rekeningen inderdaad zijn betaald, wordt de penningmeester, onder dankzegging van de commissie ge- | |
[pagina 164]
| |
déchargeerd. Hierna volgen de verslagen der Vaste Commissies, waarvan dat der Commissie voor Taal- en Letterkunde door de heer Lieftinck wordt voorgelezen, terwijl het andere, t.w. van de Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde met goedkeuring der vergadering ter visie wordt gelegd. |
|