Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1952-1953
(1952-1953)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet verslag van de staat der bibliotheek wordt vervolgens door de bibliothecaris, de heer Kessen, uitgebracht. | |
V. Verslag van de bibliothecaris aant.V. Op de vorige jaarvergadering heeft Dr A.A. van Rijnbach zijn | |
[pagina 170]
| |
functie als bibliothecaris der Maatschappij neergelegd en is hem op grond van zijn bijzondere verdiensten voor de bibliotheek het erelidmaatschap verleend. Als zijn opvolger moge ik hier nog eens wijzen op de grote verdiensten, die hij zich verworven heeft door het bibliothecariaat niet minder dan 23 jaren op even nauwgezette als deskundige wijze waar te nemen. In 1928 tot bibliothecaris benoemd heeft Dr A.A. van Rijnbach de aankoop en verwerving van boeken en tijdschriften voor de vier verschillende gebieden van wetenschap en kunst, waarvan de beoefening door de Maatschappij wordt bevorderd, systematisch ter hand genomen. Als zodanig heeft hij ook het ruilverkeer met de meeste landen in Europa, vooral met België en Duitsland, middels de vanwege de Maatschappij uitgegeven publicaties, aanmerkelijk uitgebreid. De belangrijkste aanwinst tijdens zijn bibliothecariaat is wel de aankoop geweest in 1931 van de verzameling ‘Boekenoogen’. De uitbreiding van de handschriften- en brievencollecties is door hem op meer incidentele wijze kunnen worden bevorderd. Voor het vele, door Dr van Rijnbach voor de bibliotheek verricht, moge hem hierbij nog eens oprecht dank worden gebracht. Wat nu de stand der bibliotheek in het verslagjaar 1951/1952 betreft, kan worden medegedeeld, dat, voor zover verwerving door aankoop moest geschieden, deze betrekkelijk gering is geweest. De weinig gunstige financiële toestand der Maatschappij bracht mee, dat het bedrag ad ƒ 2100.-, dat dit jaar voor de bibliotheek ter beschikking kon worden gesteld, 25% minder bedraagt dan dat, hetwelk in de laatste jaren gemiddeld voor de bibliotheek gevoteerd is geworden. Zodoende is na aftrek van de kosten voor lopende abonnementen van tijdschriften, voor de vergoeding voor de 50 ruilexemplaren van het Tijdschrift voor Taal- en Letterkunde, contributies, bindwerk, porti e.d. thans slechts, ƒ 500,- voor de aankoop van boekwerken beschikbaar. Dit bedrag is ten enemale ontoereikend om de aankoop enigszins voldoende te doen zijn voor de gebieden van de Nederlandse geschiedenis en oudheidkunde en voor de taal- en letterkunde. Indien dit bedrag niet verhoogd kan worden, zal het overweging verdienen deze ƒ 500,- alleen te bestemmen voor de aankoop van boeken en tijdschriften voor slechts één of twee van de vier gebieden, waarvan tot nu toe de beoefening door de Maatschappij is ter hand genomen, met name de Nederlandse Taal- en Letterkunde. Een voorstel | |
[pagina 171]
| |
hieromtrent zal door mij t.z.t. worden gedaan, indien financiële verbetering uitblijft. Met de bibliotheekcommissie, die dit jaar met een lid werd uitgebreid en die thans bestaat uit de heren Dr W. Asselbergs, Dr F.W.N. Hugenholtz, Mr J. Slagter en Dr F. De Tollenaere, werd hieromtrent reeds overleg gepleegd. In totaal werden in het afgelopen verslagjaar 182 boekwerken verkregen, waarvan 67 door aankoop en 115 door schenking, terwijl het aantal ontvangen overdrukken slechts 11 bedroeg. Het totaal aantal genootschappen in het binnen- en buitenland, waarmee de Maatschappij ruilbetrekkingen onderhoudt, bedraagt thans 92. Dit ruilverkeer werd in het afgelopen jaar met niet minder dan 20 buitenlandse geleerde genootschappen uitgebreid. Deze uitbreiding is vooral te danken aan het feit, dat het ruilverkeer in het afgelopen verslagjaar met verschillende Duitse genootschappen en instellingen kon worden hervat of uitgebreid. Op deze wijze werden aan tijdschriften, serie- en vervolgwerken 136 bibliografische eenheden verworven. Om de grote nadelen, die voortvloeien uit de weinig gunstige financiële toestand van de Maatschappij voor de bibliotheek zoveel mogelijk te ondervangen, wordt er thans door mij gestreefd naar een zo groot mogelijke coördinatie in de aankoop van boeken en tijdschriften en in het ruilverkeer tussen de bibliotheek onzer Maatschappij enerzijds en de Leidse Universiteitsbibliotheek anderzijds. Voorts wordt het ruilverkeer met verschillende buitenlandse genootschappen, wier publicaties uitsluitend op het gebied der B-wetenschappen liggen, beëindigd, daar het zaak is de bibliotheek van de Maatschappij zo homogeen mogelijk in te richten. De hierdoor vrijkomende ruilexemplaren van Jaarboek en Tijdschrift worden voor het uitbreiden van het ruilverkeer met gelijksoortige genootschappen bestemd. Evenals vorige jaren werd van een aantal particulieren en uitgevers een aantal boeken ten geschenke ontvangen, waarvoor hierbij aan allen dank zij gebracht. De schenkingen, op deze wijze verkregen, zijn in de laatste jaren, om overigens begrijpelijke redenen, verminderd, zodat door een hernieuwde aansporing - vooral tot de uitgevers - getracht zal worden dit soort verwervingen te stimuleren. Ik moge besluiten met daarom ook hier de bibliotheek in Uw aller belangstelling aan te bevelen door het verzoek brievencollecties, boeken e.d. aan de bibliotheek te willen afstaan. Voor Uw medewerking in deze zij U bij voorbaat dank gebracht. |
|