IV. Verslag der afdeling voor de Zuid-oostelijke provincien
IV. Door de Zuidoostelijke tak der Maatschappij der Nederlandse Letterkunde zijn in het verenigingsjaar 1951-1952 een-drietal vergaderingen gehouden en wel op:
24 October 1951. Spr. was Dr W. Staverman uit Deventer, die een voordracht hield over ‘Drie Deventemaren uit de 19e Eeuw. De vergadering was slechts matig bezocht.
23 Jan. 1952. Op deze bijeenkomst sprak Jan Engelman uit Utrecht. De titel van zijn causerie luidde: ‘De herleving der religieuze kunst in West-Europa’.
Voor deze voordracht was, om het belang van het onderwerp, introductie toegestaan, waarvan door schilders, kunsthistorici en studenten in de kunstgeschiedenis dankbaar gebruik gemaakt is.
Op 26 Maart 1952 werd de derde vergadering gehouden met als spreekster mej. Dr H. Ghysen uit Domburg, die sprak over ‘Wolff en Deken's jaren in De Rijp’.
Over het algemeen kan worden gezegd, dat de belangstelling der leden, inzover die blijken moet uit de opkomst ter vergadering, nog belangrijk kan toenemen.