De volgende leden deden mededeelingen over de achter hun naam vermelde onderwerpen:
de heer Bakhuizen van den Brink: een handschrift van Guido de Bres' Confession de Foy; de eerste druk van de Confession de Foy;
de heer Bijleveld: de aschregen van 1783; het huwelijk van Johan van Motzfeldt te Wassenaar en te Voorschoten; de ligging van Oud-Teylingen te Warmond; een ongeluk met de spoorbrug te Warmond in 1842; over E. Meeter's ‘Holland, its kings, its press, its presence’, uitgegeven bij Hope te London in 1857;
de heer Byvanck: wat ons thans bekend is van het Nederlandsch palaeolithicum; over het Nederlandsch neolithicum; over nieuwe vondsten van Noord-Nederlandsche miniaturen;
de heer Van Gils: over de academische opleiding tot onderwijsbevoegdheid in de literaire en historische vakken; over een muurschildering in de Minderbroederskerk te Leeuwarden;
De heer De Groot: de keuze van de Gouverneurs-Generaal in het licht der geschiedenis van de laatste 50 jaar; over de betrekking van plaatsnamen en geslachten in Nederland tot Lohengrin;
de heer Huizinga: over patriottisme en nationaal bewustzijn; over Sir Philip Sidney;
de heer Krom: de onderzoekingen naar het graf van Jan Pietersz. Coen;
de heer Meijers: de term ‘menschewijc’ in het handvest van een stad bij Artois.
Een voorgenomen bezoek van de commissie aan Noord-Limburg op 10 en 11 Mei, onder leiding van mgr Van Gils, moest worden uitgesteld.