[VI.] Verslag van de commissie voor taal- en letterkunde
VI. Hierna volgt voorlezing door den heer Kossmann van het verslag der Commissie voor Taal- en Letterkunde:
De commissie vergaderde maandelijks van September tot Mei. Voorzitter was de heer Knuttel, secretaris de heer Kossmann. Van het tijdschrift verschenen deel 59, aflevering 2 tot 4 en deel 60, aflevering 1.
De volgende leden deden mededeelingen op de achtereenvolgende vergaderingen:
September: Kloeke, over het Roelandslied;
October: Heinsius, over de taal van aanteekeningen en inleidingen der Statenvertaling;
November: Heeroma, over boerderijwoorden;
December: Kossmann, over straatzangers en liedjesverkoopers;
Januari: Kloeke, over Van den levene ons Heren;
Februari: Van Lessen, over de etymologie van eenige muntnamen;
Maart: Van Haeringen, over de taaie levenskracht van het sterke werkwoord;
April: Knuttel, over Godeveert in Aiol en over ‘in de lorum zijn’;
Mei: Van Eyck, over de chronologische volgorde van Hadewychs werken.