Nederlandsche Akademie van Wetenschappen, den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, den Bond van Nederlandsche Architecten, het Genootschap Pulchri Studio en de Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst, tezamen met een der bloed- en aanverwanten van Mevrouw Overvoorde of wijlen haren echtgenoot.
Het bestuur verzocht den voorzitter namens de Maatschappij op te treden.
Den 9den Maart is op den Pauwhof de Stichting door Mevrouw Overvoorde aan de beheerders overgedragen.
In April zou een commissie voor de vorming van een Nederlandsche technische terminologie, vooral in Zuid-Afrika gewenscht, worden geinstalleerd, toen kort voor den vastgestelden dag reeds een officieele commissie in samenwerking met het Departement van Onderwijs bleek te bestaan, zoodat een tweede commissie overbodig werd. De onze had echter Vlaanderen en Zuid-Afrika bij het werk betrokken en kan misschien nog van nut zijn als uitbreiding van eerstgenoemde.
Den 29sten Juli vertegenwoordigden voorzitter en secretaris de Maatschappij op een bijeenkomst in de Nederlandsche Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, waar ‘een beperkt aantal van de belangrijkste en meest algemeene instellingen van wetenschappelijken aard’ - het waren er wel geteld 26 - op uitnoodiging van het algemeen bestuur der Akademie afgevaardigden hadden gezonden om deel te nemen aan de stichting van een ‘Werkgemeenschap der Wetenschap in Nederland’. Tot het voorloopig bestuur, belast met het ontwerpen van de statuten behoort ook de heer De Vries.
Tot zoover de vertegenwoordiging naar buiten.
Het bestuur benoemde tot leden:
te Deventer den heer J.A. Rispens;
te Haarlem den heer J.L. Tadema;
te Leiden dr E.W. Schallenberg en den heer N.J. Swierstra;
te 's-Gravenhage den heer H. Mayer en dr D. Wiersma.
Onze verzameling portretten van leden werd verrijkt met twee prenten, die Mr A. Staring ons den 5 December van den Wildenborch toezond: de beeltenis van den dichter Mr A.C.W. Staring, naar een schilderij van Adriaan de Lelie in mezzotint en die van den waterbouwkundige W.C.A. Staring in lithografie, beide door W.G. Hofker. Wij zijn den schenker voor deze zeer fraaie aanwinsten, die niet in den handel zijn, zeer erkentelijk.